De ziel doorloopt vele incarnaties
Boeddhisten geloven dat de menselijke ziel vele incarnaties kan doormaken – reïncarnatie, en na de dood kunnen we herboren worden in het lichaam van een andere persoon. Het bewijs hiervan wordt vermoedelijk geleverd door talloze gevallen waarin mensen zich details van hun ‘vorige’ leven herinneren.
Onlangs is de reïncarnatietheorie populair geworden in het Westen. In het Oosten wordt algemeen aanvaard dat een kind, in wiens lichaam de ziel van een heilig persoon is verhuisd, vanaf zijn kindertijd mystieke kennis bezit en zich zijn vorige incarnatie herinnert.
Tibetaanse lama’s vinden regelmatig een baby waarin Boeddha is gereïncarneerd. Ze zoeken naar hem met behulp van bepaalde tekens die alleen bekend zijn bij ingewijden. Volgens ooggetuigen wordt een jongen van slechts een paar dagen oud op het altaar in de tempel geplaatst, en plotseling zit hij in de lotushouding en begint te spreken met de stem van een volwassen man: ‘Ik ben Boeddha; Ik ben zijn geest, en ik, jullie Dalai Lama, heb mijn vroegere lichaam in de tempel achtergelaten en het lichaam van deze baby gekozen als mijn volgende aardse verblijfplaats.’
Om de waarheid van wat hij zei te bewijzen, rapporteert hij de kleinste details van zijn vorige aardse bestaan. Maar dit gebeurt ook met gewone stervelingen. Een persoon, soms een kind, begint plotseling te praten over zijn vorige leven in een andere incarnatie, noemt de namen van de dierbaren van zijn ‘voorganger’, rapporteert details die alleen hem bekend konden zijn… Een paar jaar geleden, vijf- De jarige Zweed Ingrid Lund verklaarde zichzelf… William Shakespeare!
Wat hebben een klein meisje en de grote Engelse toneelschrijver uit de middeleeuwen gemeen? Ingrid kent alle werken van Shakespeare uit haar hoofd en heeft ook verschillende toneelstukken geschreven, die volgens theaterwaarnemers qua taal en stijl verrassend veel doen denken aan het werk van Shakespeare! Twee ervan zijn te zien in het Ingmar Bergman Theater. In een gesprek met correspondenten is het meisje helemaal niet kinderachtig in het bespreken van de onderwerpen filosofie en reïncarnatie.
‘De ziel doorloopt vele incarnaties’, zegt ze. – We worden keer op keer geboren in andere lichamen om levenslessen te leren. Er was eens een tijd dat mijn ziel over de aarde liep onder de naam William Shakespeare. Nu ben ik terug als Ingrid Lund. In dit leven ga ik veel meer toneelstukken schrijven dan Shakespeare aan het einde van de 16e en het begin van de 17e eeuw schreef.” Het lijkt erop dat dit alles niets meer lijkt dan een goedkope sensatie.
Niettemin geloofden veel beroemde en gezaghebbende mensen, wetenschappers en denkers in reïncarnatie, en sommigen van hen beweerden zelfs dat ze zich episodes uit hun ‘vorige levens’ herinnerden. Zo beweerde de beroemde psycholoog Carl Jung dat hij vanaf zijn twaalfde leefde alsof hij in twee werelden leefde: de moderniteit en het verre verleden. Ooit zag hij een portret van een arts geschilderd in de 18e eeuw. De dokter droeg laarzen met gespen. Het leek Jung dat hij ooit zulke laarzen had gedragen. Bovendien geloofde de psycholoog dat hij niet in 1875, maar in 1775 was geboren. Tijdens een reis naar Nairobi viel de professor de aandacht op van een man met een donkere huidskleur, leunend op een speer.
Meteen was er een gevoel dat hij hier al tweeduizend jaar geleden was geweest en deze man had ontmoet! Een van de gevallen van zo’n ‘déjà vu’ werd beschreven door Leo Tolstoj in een brief aan een vriend. Tijdens de jacht struikelde zijn paard een keer en gooide zijn berijder op de grond. Op datzelfde moment herinnerde de schrijver zich: dit was hem 200 jaar geleden al overkomen, maar toen was hij een ander persoon met een andere naam en bestemming…
Een fervent voorstander van reïncarnatie was de beroemde automagnaat Henry Ford. Hij geloofde dat hij in een van zijn laatste incarnaties een soldaat was en stierf in de Slag om Gettysburg. Vanuit wetenschappelijk oogpunt werden gevallen van ‘reïncarnatie’ bestudeerd door de Canadees-Amerikaanse psychiater Ian Stevenson. Hij beschrijft meer dan tweeduizend gevallen waarin mensen (voornamelijk kinderen van 2-4 jaar) zich feiten uit hun ‘vorige leven’ herinnerden, die vervolgens konden worden gedocumenteerd.
Ook vielen verschillende geboorteafwijkingen en moedervlekken op de lichamen van de door Stevenson onderzochte kinderen vaak samen met gebreken en verwondingen op de lichamen van hun ‘voorgangers’. Het onderzoek van Stevenson werd vervolgens echter als controversieel beschouwd, omdat veel van de informatie in zijn werken niet werd bevestigd. Een van zijn belangrijkste ‘helden’ was bijvoorbeeld een zekere Edward Rael, die beweerde in de 17e eeuw in Engeland te hebben gewoond onder de naam boer John Fletcher.
Maar zo iemand werd niet gevonden in de parochieregisters en er was geen informatie over zijn familieleden. Volgens de Amerikaanse National Science Foundation is het geloof in reïncarnatie niets meer dan een waanidee. Alle zogenaamd ‘bewezen’ episodes van reïncarnatie worden geassocieerd met zogenaamde ‘valse herinneringen’, wanneer een persoon zich informatie ‘herinnert’ die hem is opgelegd of eerder uit bepaalde bronnen heeft ontvangen als gebeurtenissen in zijn eigen leven, hoewel deze in feite niets te maken hebben met hem. Tegenwoordig is er geen enkel wetenschappelijk betrouwbaar feit dat als bewijs van reïncarnatie kan worden beschouwd, zeggen Amerikaanse experts.