Wetenschappers hebben een theorie voorgesteld over wat er na de dood met de menselijke ziel gebeurt
Eeuwenlang hebben wetenschap en religie gedebatteerd over de mogelijkheid van de onsterfelijkheid van de ziel. Maar met de vooruitgang van de natuurkunde, die nieuwe kenmerken van de materie aan het licht bracht, begon dit idee minder fantastisch te lijken.
Een voorbeeld is het werk van de uitmuntende wetenschapper Vernadsky, die serieus het bestaan van de noösfeer besprak – een soort kosmische opslagplaats van gedachten en prestaties van de mensheid.
Tegenwoordig speculeren veel wetenschappers ook dat het bewustzijn en de gevoelens van een persoon niet zomaar verdwijnen na de dood. Er zijn tenslotte natuurkundige wetten voor het behoud van materie en energie, die zeggen dat niets verdwijnt, maar alleen wordt getransformeerd. Hoewel de essentie van de ziel en gedachten een mysterie blijft, maakt de aanwezigheid van deze gedachten ze reëel. Wat er met hen gebeurt na de dood van het lichaam is echter een onbeantwoorde vraag.
Dr. Stuart Hameroff van de Universiteit van Arizona gelooft dat het begrijpen van het menselijk bewustzijn de introductie van kwantumprincipes vereist. Samen met de wiskundige Roger Penrose ontwikkelde hij de theorie van “georganiseerde objectieve reductie”, volgens welke de geest na de dood zijn eigen realiteit creëert.
De Britse wetenschapper Sam Parnia bracht, sprekend op het National Geographic-kanaal, een versie naar voren van het bestaan van het menselijk bewustzijn na de dood. Hij ondersteunde zijn redenering met specifieke voorbeelden van mensen die een klinische dood ervoeren, die soortgelijke sensaties en ontmoetingen met de doden beschreven.
De eerste die dergelijke verschijnselen aankondigde was de Amerikaanse psycholoog en arts Raymond Moody, die getuigenissen verzamelde van mensen die een klinische dood ervoeren in zijn boek ‘Life After Life’, dat in 1975 een bestseller werd.
Niet iedereen die deze ervaring heeft, doorloopt alle stadia, maar velen beschrijven veelvoorkomende scenario’s, ongeacht leeftijd, cultuur of religie. Interessant genoeg kunnen zelfs blinde mensen soortgelijke visuele ervaringen ervaren.
De Nederlandse cardioloog Pim Van Lommel voerde een grootschalig wetenschappelijk onderzoek uit naar bijna-doodervaringen en bevestigde dat het geen hallucinaties zijn. Zijn theorie suggereert dat de hersenen slechts een ‘toegangsterminal’ zijn tot bewustzijn, dat naar zijn mening niet beperkt is tot het fysieke lichaam.
Het is belangrijk op te merken dat volgens velen die deze ervaring hebben meegemaakt, hun levenshouding daarna dramatisch in een positieve richting verandert.
Wat wetenschappers vaak niet kunnen verklaren is waarom mensen die een bijna dood ervaring hebben meegemaakt, (BDE) waarom zij daar alleen al overleden mensen zien.
Zelfs van mensen waarvan zij niet wisten dat die al overleden waren.
Dus het is geen droom oid.
Of een hersenspinsel.