Volksgeneeskunde voortplanting 1

Wat men vroeger allemaal geloofde en deed aangaande de gezondheid.

Menstruatie:

De  menstruatie zag men als een soort zuivering. Overtollige vochten (phlegma) werden afgevoerd.
Men stelde dat dit de vrouw onrein maakte en dat levensmiddelen in haar buurt eerder zouden bederven!
Tijdens de menstruele periode mochten vrouwen zich ook niet verschonen voordat de bloeding geheel voorbij was. Deed ze dat wel dan liep ze het gevaar dat de menstruatie plots zou stoppen!

De Wit(1924) vertelde van een patiënt die al jarenland leed aan te hevige menstruatie. Zij kon de bloeding alleen beperkt houden door bij het verwisselen van kleding een hemd van haar echtgenoot die hij een week had gedragen aan te trekken. Trok zij een schoon hemd aan dan werd de bloeding heftiger.
(Waarschijnlijk deed de mannelijk geur van het hemd dat zij droeg, haar hormonen denken dat ze kans maakte op een bevruchting eventueel?)
Als een meisje de leeftijd bereikt had om te menstrueren wat vroeger later was dan tegenwoordig, dan ging men daar vrij laconiek mee om. Bleef de menstruatie te lang uit dan kon men deze bevorderen dacht men door koffie te drinken waarin het menstruatie bloed zat van een andere vrouw…(Ieuw)
Ook roetpillen, saffraan in melk, poeder van ”gele China” vermengd met Ceylonse kaneel opgelost in wijn, aardappelwater en een eierdooier met veel azijn waren gebruikte middelen bij deze klacht. Wanneer de behandelingen niet lukten bestond de kans zo dacht men dat het bloed dan zou opstijgen naar boven. Neusbloedingen en bloedspuwen was dan het resultaat, dacht men.
Mogelijk was er sprake van een juiste waarneming ware het niet dat veel meisjes geïnfecteerd waren met tuberculose (TBC), waarbij bloedspuwen en neusbloedingen normaal waren. Juist de meisjes die leden aan TBC werden later ongesteld dat was bekend.

Anticonceptie middelen

Wanneer het meisje eenmaal ongesteld was geworden waren er weinig middelen in de volksgeneeskunde die een zwangerschap konden voorkomen.
Uit de oudste tijden bestaat een middel dat bestond uit een lichaamsdeel van een muilezel bv de milt, die ze dan bij zich moesten dragen. (Een muilezel is steriel)
Het zou de vrouw dan ook zg onvruchtbaar maken.
Het inhouden van de adem door de vrouw tijdens een orgasme zou eveneens een bevruchting tegengaan.

Het hebben van geslachtsgemeenschap in staande houden zou ook zg bevruchting voorkomen. Maar het werd wel afgeraden want het zou schadelijk zijn voor de man!

Het langer aan de borst houden van een kind zou eveneens een nieuwe zwangerschap voorkomen, het liefst hield men het kind langere tijd aan de borst.
Natuurlijk is dat langer aan de borst houden ook tegenwoordig geen beste voorlichting, ook al klopt er wel ”iets” van, maar dat geldt zeker niet voor iedereen!

In het Oosten van het land werd het vruchtvlies van een kind gebruikt als condoom.
Dit werd nog verschillende keren gebruikt zelfs.

Zwangerschap

Vele vrouwen raakten zwanger in die tijden en men kreeg dan ook flink wat advies van buurvrouwen en familieleden.
De zwangere mocht bv geen kies laten trekken want anders zou ze haar kind verliezen middels een miskraam…

Ze mocht geen melk drinken anders werd het kind te zwaar.
Ze mocht niet onder een draad doorlopen, anders bestond de kans dat de baby geboren zou worden met de navelstreng om de nek.
Ze mocht de handen niet boven haar hoofd houden, anders zou het kind in een verkeerde houding geboren worden.
Ze mocht geen overledene zien, anders zou het kind bleek geboren worden en jong sterven.
Met de knieën over elkaar mocht ook niet anders zou het kind een horrelvoet krijgen of andere misvormingen.
Staande drinken was ook uit den boze want dan zou het kind een waterbreuk krijgen.
Nagels knippen mocht ook niet want dan werd het kind een boefje.
Huilen mocht ook niet anders kreeg men een huilbaby.
Ook een bevalling bijwonen mocht niet anders zou er een grotere kans zijn op een miskraam.
De a.s. moeder mocht niet schrikken anders kreeg het kind misvormingen, bv bloed(wijn?)vlekken die leken op het voorwerp waar de moeder van schrok.
Aangeraden werd om de laatste maanden dagelijks een aantal lepels zonnebloemolie te slikken (brrr) want dan zou het kind geboren worden met een flinke laag vet op de huid zodat het gemakkelijker uit de moeder zou glijden.
Vijgen eten was dan weer goed voor de ontsluiting.

Men moest de zwangere vrouw wel voldoen aan al haar wensen, anders kregen ze een kind dat niet wilde zuigen, of het zou misvormd raken of de misvorming zou overeenkomst vertonen met het verlangde van  de moeder.
Zwangere moeders vertoonden, en ook nu nog wel, wel eens een neiging tot stelen, bij de oude Germanen was er zelfs een wettelijke regel dat men deze vrouwen niet strafbaar stelde in dit soort gevallen.

Dr. Bakker (1928) vertelde over een vrouw die telkens de neiging had de stoel onder haar man vandaan te trekken. Ook dat weet men aan de zwangerschap!