De Messias van Metaal
De Messias van Metaal
In een wereld waar de zon schijnt door een eeuwige mist van stoom, en de hemel wordt doorkruist door luchtschepen met kloppende motoren, wordt een kind geboren in de stad Nazareth — een stad van smeedijzeren torens, ratelende tandwielen en dampende leidingen.
Maria, een jonge uitvindster met een hart van vuur en handen vol olie, woont in een werkplaats vol mechanische onderdelen. Ze draagt een leren jas met koperen gespen en een bril met verstelbare lenzen. Op een nacht, terwijl ze werkt aan een zelfdenkende klok, verschijnt een engel — niet met vleugels van veren, maar van glanzend metaal en lichtgevende buizen. Hij vertelt haar dat ze een kind zal baren, niet zomaar een kind, maar een Messias die de wereld zal bevrijden van de ketenen van machinale overheersing.
Jozef, een luchtfietsmonteur met een baard vol roet, neemt haar mee naar Bethlehem, rijdend op een stoom aangedreven kar met ratelende wielen. De herbergen zijn vol, maar een oude loods — ooit een opslagplaats voor tandwielen — biedt onderdak. Daar, tussen de geur van olie en het zachte gesis van een stoomgenerator, wordt Jezus geboren.
De Drie Wijzen
Ze komen niet op kamelen, maar op glanzende motorfietsen met stoommotoren. De eerste draagt een helm van messing en brengt een gouden tandwiel — symbool van eeuwige beweging. De tweede, gehuld in een jas van rookgrijs leer, brengt mirre in de vorm van een geurige damp die genezing brengt. De derde, met een bril die de toekomst kan zien, brengt een kristallen energiebron — een kracht die alleen door zuiverheid geactiveerd kan worden.
De Jonge Jezus
Jezus groeit op tussen machines, maar zijn hart klopt voor de mensen. Hij leert hoe je stoom kunt gebruiken om water te zuiveren, hoe je tandwielen kunt laten draaien zonder kracht, enkel door intentie. Hij spreekt in werkplaatsen, op markten vol mechanische vogels en zelfrijdende karren. Zijn woorden zijn eenvoudig, maar raken diep.
Hij geneest een man met een gebroken mechanisch been door het aan te raken — hij begint weer te lopen. Hij laat een kapotte luchtschipmotor draaien zonder brandstof. Mensen beginnen hem te volgen, noemen hem de Zoon van de Ether, de Messias van Metaal.
De Revolutie
De machthebbers — een elite van technocraten die de stoom controleren — zien hem als een bedreiging. Ze sturen hun mechanische wachters, met zwarte kille mechanische ogen en stalen armen, om hem te arresteren. Judas, een uitvinder die jaloers is op Jezus’ gave, verraadt hem door zijn locatie te delen via een etherische transmissie.
Jezus wordt vastgezet in een fabriek, aan een kruis van leidingen en stoombuizen. De lucht vult zich met rook, de machines vallen stil. Zijn laatste woorden zijn:
“Laat de stoom weer stromen voor allen, niet voor enkelen.”
De Opstanding
Na drie dagen, als de stad in duisternis is gehuld en de lucht stil staat, stijgt er een licht op uit de fabriek. De leidingen beginnen te gloeien, de tandwielen draaien vanzelf. Jezus verschijnt in een ufoluchtschip van licht, omringd door engelen met mechanische vleugels. Hij stijgt op, hoger dan de hoogste torens, en verdwijnt in de ether.
Zijn volgelingen bouwen geen kerken, maar werkplaatsen van compassie, waar technologie en liefde samenkomen. Zijn boodschap leeft voort:
“Gebruik wat je bouwt om te helen, niet om te heersen.”
Dit was eigenlijk het echte verhaal uit de bijbel van ooit, in een tijd waarin de Anunnaki de aarde bezochten.
