De Indiaanse thee
Op een zonnige namiddag ging Lila op bezoek bij haar vriendin Amara, de zon scheen en zij had een fantastisch mooie romantische tuin midden in de binnenstad. Lila had een klein pakje thee meegenomen, gekocht op een kleurrijke bazaar, vol kruiden en mysterieuze geuren. En had een cake gebakken.
Amara glimlachte even later terwijl ze de waterkoker aanzette, en terwijl de theezakjes in de grote mokken overgoten werden met gekookt water vulde de keuken zich met een warme, exotische geur. Ze lachten, praatten en nipten voorzichtig van de dampende mokken zalige thee.
Toen de zon iets lager stond, besloten ze even door de prachtige tuin te lopen.
De tuin was echt een wonder: Bloemen en rozen bogen zachtjes onder hun eigen gewicht, een palmboom torende majestueus in het midden, en hier en daar glinsterden kleine nog zwakke lichtjes op zonnenergie, alsof de avond zich al voorzichtig aankondigde.
Maar terwijl ze spraken over de planten in de tuin, voelde Lila plotseling een vreemd gevoel door haar handen en armen trekken. Ze keek naar Amara, die eveneens verwilderd keek, en toen gebeurde het: ze veranderden langzaam in bijen! Onvoorstelbaar! Ze waren ineens superklein en konden vliegen.
Hun armen werden vleugels, hun voeten veranderden in minuscule pootjes en ineens zweefden ze boven de bloemen.
Geschokt en giechelend vlogen ze door de tuin, langs de palmboom, langs de struiken vol roosjes en een nep-blauwe regen, en ontdekten elk hoekje van het tuinparadijs op een compleet nieuwe manier. Alles voelde groter, intenser, magischer. De geur van bloemen was overweldigend lekker, de zachte wind, het gefluister van de bladeren — het was alsof de tuin hen volledig omarmde.
Ook ontdekten ze een knappe dar die hen wilde versieren. Ze giechelden heel wat af samen in die grote mooie tuin.
Vier uur lang dansten ze tussen de planten, dronken van nectar, en genoten van de vrijheid en vreugde van hun nieuwe bijenlichamen. Pas toen de laatste zonnestralen verdwenen, stopte de magie langzaam en stonden ze plotseling weer op hun eigen benen.
Ze keken elkaar aan, hun hart nog steeds bonzend van het avontuur, en Lila zei met een giechel: “Die thee… dat was dus niet zomaar thee.” Amara lachte: “Nee, dat was echte toverthee. Het was een speciale Indiaanse thee zeiden ze.
Maar wat een tuin hè?”
En inderdaad, de tuin leek nog magischer dan ooit, alsof hij hun avontuur had opgeslagen in de tijd.