web analytics
11:11 Dubbele getallen
Gezondheid & Uiterlijk

Gezondheid 3

Bloedgroep

De belangrijkste leidraad voor voeding en ziekte

De bloedgroep waartoe je behoort, bepaaalt welk voedsel je het beste kunt verdragen en voor welke ziekten je ontvankelijk bent. De samenstelling van het bloed is als het ware een chemische vingerafdruk. Die een persoonlijke benadering van voeding verlangt. Twee Amerikaanse naturopaten hebben wetenschappelijk onderzocht en bewezen dat je – afhankelijk van je bloedgroep – wel en niet dient te eten.

Welke rol speelt voeding bij het ontstaan van ziekte? Deze vraag ligt ten grondslag aan het levenswerk van de Amerikaanse naturopaat James d’Adamo, dat door zijn zoon – Peter d’Adamo – wordt voortgezet Nadat zijn vaader had opgemerkt dat een aantal van zijn patiënten niet beter, maar zelfs zieker werd, nadat zij waren overgestapt op vegetariche voeding of een dieet met weinig vet, begon hij aan een nauwkeurige analyse van hun bloed. Omdat bloed de meest fundamentele bron van voedsel voor het lichaam is, zo redeneerde hij, zouden sommig aspecten van het bloed wellicht aanwijzingen kunnen bevatten voor individuele behoeften aan voedsel. Uit de analyse van bloed van talloze patiënten kwamen na verloop van tijd patronen wat betreft dieet en bloedgroepen naar voren. Peter d’Adamo heeft zelf ook jarenlang het verband tussen bloedgroep, dieet en bepaalde ziekten bestudeerd. Hoewel vele van zijn ideeën overeind zijn gebleven nadat zij door critici aan wetenschappelijk onderzoek werden onderworpen, gelden zij als controversieel – vooral omdat zij het eten van vlees door bepaalde groepen mensen voorstaan. Desalniettemin publiceren wij zijn theorieën vanwege het inzicht dat zij kunnen verschaffen in de aard van ziekten. (Hoofdredacteur)

De bloedgroep waartoe je behoort, is de sleutel tot het gehele immuunsysteem van jouw lichaam. Bloed is niet alleen van vitaal belang als bron van voedingsstoffen, het bepaalt ook de invloed van virussen, bacteriën, infecties, chemicaliën en stress. Kortom, alle ongewenstte indringers en condities die het immuunsysteem negatief kunnen beïnvloeden.

Het immuunsysteem is door de natuur voorzien van zeer uitgekiende methoden om te bepalen of een bepaalde substantie lichaamsvreemd is of niet. een van deze methoden behelst chemiche markers op cellen, die antigenen worden genoemd. Elke vorm van leven – van het meest eenvoudige virus tot het menselijk wezen – heeft unieke antigenen die de vorming van afweerstoffen of antilichamen bewerkstelligen. De meest machtige antigenen in het menselijk lichaam die bepalend zijn voor de samenstelling van het bloed, oftewel voor de bloedgroep. Deze verschillende antigenen zijn zo gevoelig dat ze, wanneer ze effectief opereren, het grootste beveiligingsstelsel van het immuunsysteem vormen.

Zodra het immuunsysteem een verdachte stof waarneemt, zoals een vreemd anttigeen van een bacterie, gaat het als eerste op zoek naar het antigeen van de bloedgroep, om door te geven of de indringer een vriend of een vijand is.

Antilichamen zijn de cellulaire equivalenten van de smart bom. De cellen van ons immuunsysteem vervaardigen talloze variaties van antilichamen, elk specifiek ontworpen om een bepaald antigeen te identificeren en aan te vallen. Er vindt voortdurend strijd plaats tussen het immuunsysteem en indringers die proberen antigenen zodanig te veranderen, dat het lichaam ze niet zal herkennen. Het immuunsysteem reageert op deze uitdaging met een alsmaar groeiende inventaris van antilichamen.

Wanneer een antilichaam het antigeen van een ongewenste indringer ontmoet, treedt er een reacttie op die agglutinatie (verkleving) wordt genoemd. Het antilichaam hecht zich aan het virale antigeen en maakt het plakkerig, waardoor er andere deeltjes aan vast gaan kleven. Zo kunnen vreemde cellen, virussen, parasieten en bacteriën gemakkelijk worden geïdentificeerd. Vervolgens vergaren de antilichamen deze ongewenste indringers en verwijderen ze uit het systeem.

Superlijm

Er treedtt eveneens een chemische reactie op tussen het bloed en het voedsel dat je eet. Het is verbazingwekkend maarr waar, dat jouw immuunsysteem en spijsvertering vandaag de dag nog steeds de voorkeur geven aan voedsel dat jouw voorvaderen met dezelfde bloedgroep eeuwen geleden aten. Natuurlijk vraag je je af waarom, en het antwoord is: lectine.

Lectinee – een belangrijk bestanddeel van hett protoplasma van plant en dier, dat onder meer fosfor en vetzuur bevat – heeft net als antilichamen een verklevende eigenschap. Deze superlijm is voor organismen een machtig middel om zich aan andere organismen in de natuur te hechten. Vele bacteriën en zelfs ons immuunsystemen gebruiken lectine in hun voordeel. Op cellen in de galgangen van de lever, bijvoorbeeld, zit lectine aan hun oppervlaktte, waarvan de stofdeeltjes min of meer fungeren als zuignappen. Deze ‘zuignappen’ maken het bacteriën en andere parasieten mogelijk om aan het glibberige slijmweefsel van het lichaam te hechten. In veel gevallen is deze lectine specifiek voor een bepaalde bloedgroep, en daaarmee een grotere plaag voor iemand van die bloedgroep.

Voor lectine in voedsel geldt hetzelfde. Als je producten eet die proteïnehoudende lectine bevatten die onverenigbaar is met de antigenen van jouw bloedgroep, opent lectine de aanval op een orgaan of systeem in het lichaam (nier, lever, hersenen, maag) en begint bloedcellen in die omgeving te verkleven. Zo tasten zij de samenstelling van het bloed aan , en veranderen lichaamseigen stoffen in een ‘vijand’ voor het lichaam.

Melk, bijvoorbeeld, heeft eigenschappen die typerend zijn voor bloedgroep B; als iemand van bloedgroep A melk drinkt, zal zijn systeem dit niet kunnen verdragen en onmiddellijk actie ondernemen om het af te stoten. Dit proces verloopt als volgt: de melk, die normaliter in de maag via het proces van hydrolyse met maagzuur wordt verteerd, kan niet geheel worden verwerkt omdat de proteïne in lectine resistent is tegen maagzuur. De proteïne blijft derhalve intact en kan direct inwerken op de bekleding van de maag en het maagdarmkanaal, of samen met voedingsstoffen uit melk die wel zijn verteerd in de bloedstroom terechtkomen. Dit heeft tot gevolg, datt verschillende organen en systemen in het lichaam worden aangevallen.

Zodra de intacte proteïne uit lectine ergens in het lichaam nestelt, heeft het letterlijk een magnetisch effect op de cellen in dat gebied. Gezonde cellen klonteren samen en worden vervolgens, alsof het vreemde indringers zijn, aangevallen en vernietigd. Dit proces, met name het verkleven van cellen, kan tot irritatie van maag en darmen leiden, evenals levercirrose en beschadiging van de nieren – om maar een paar consequenties te nomen.

Indien het goed functioneert, zorgt ons immuunsysteem ervoor dat 95% van de lectine die via voeding in ons lichaam komt, wordt afgevoerd voordat agglutinatie kan optreden. De overige 5% vindt echter een weg naar de bloedstroom, war deze stof rode en witte bloedcellen aanvalt en vernietigt. In het spijsverteringskanaal kan lectine ontsteking veroorzaken van de slijmlaag die de ingewanden bekleedt, hetgeen reacties teweeg kan brengen die vaak onterecht worden geïnterpreteerd als voedselallergieën. Indien de bloedgroep reactief is, kan zelfs een minieme hoeveelheid lectine verantwoordelijk zijn voor agglutinatie van een grote hoeveelheid cellen.

Voorkomen is beter dan genezen

De sleutel tot een optimale spijsvertering en het voorkomenvan specifieke ziekten, is het vermijden van lectine die veranttwoordelijk is voor agglutinattie van bepaalde cellen – afhankelijk van jouw bloedgroep. Hoewel lectine een bestanddeel is van alle plantaardige en dierlijke producten, bestaan er verschillende soorten. Zo heeft lectine in tarwe een andere structuur dan lectine in soja, en hecht deze aan andere suikers. Dit betekent eigenlijk dat elk van deze voedingsstoffen gevaarlijk is voor sommige bloedgroepen, maar gunstig voor andere.

Veel mensen met artritis hebben het idee dat het vermijden van nachtschaden, zoals tomaten, aubergines en witte aardappelen, een gunstig effect heeft op het verloop van de ziekte. In het licht van wat hierboven is beschreven, is dit niet verwonderlijk, omdat nachtschaden rijk zijn aan lectine.

Onderzoek heeft aangetoond dat vele factoren die ziekten kunnen veroorzaken, worden beïnvloed door de bloedgroep. Met name mensen die tot bloedgroep A behoren en een familiegeschiedenis van hart- en vaatziekten hebben, dienen hun dieet nauwkeurig onder de loep te nemen. Het eten van rood vlees en alle soorten verzadigde vetten leidt bij mensen met bloedgroep A tot hogere niveaus van zowel triglyceriden als cholesterol, omdat hun gevoelige spijsvertering niet geschikt is om deze stoffen te verwerken. Het immuunsysteem dat bij type A hoort, heeft bovendien grote moeite om vijandelijke micro-organismen te herkennen. Derhalve is iemand die bloedgroep A heeft meer ontvankelijk voor kanker dan iemand die tot een van de andere bloedgroepen behoort.

Type O daarentegen is erg gevoelig voor lectine in Tarwe, die op de bekledingg van het maagdarmkanaal inwerkt, met ontsteking tot gevolg. Als je tot bloedgroep O behoort, en een gevoelige maag of spastische darmen hebt, of aan de ziekte van Crohn lijdt, reageert tarwe als een vergif in jouw systeem. Hoewel het immuunsysteem van type O over het algemeen gehard is, is het ook beperkt. Het telt in verhouding tot de immuunsystemen van de andere bloedgroepen minder micro-organismen ter bestrijding van vijandelijke bacteriën en parasieten, en de bloedgroep reageert niet adequaat op de complexe virussen die tegenwoordig voorkomen.

De ziekteprofielen van type B zijn onafhankelijk van die van type O en type A door de eigenaardige antigenen die bij bloedgroep B horen. Zij hebben de neiging ontvankelijk tte zijn voor virale ziekten die zich langzaam ontwikkelen en zich pas na jaren manifesteren, zoals multiple sclerose en zeldzame neurologische aandoeningen – in enkele gevallen veroorzaaktt door lectine in voeding, met name in kip en maïs.

Mensen van bloedgroep AB hebben het meest complexe ziekteprofiel, omdat zij antigenen hebben die zowel lijken op die van type A als van type B. Wat betreft hun ontvankelijkheid voor ziekten lijken ze het meest op mensen van bloedgroep A, dus als je ze zou moeten categoriseren, kun je zeggen dat ze meer A dan B zijn.

Specifieke problemen

Mijn eigen patiënten noemen doorgaans elke reactie op iets dat ze hebben gegeven ‘voedselintolerantie’, hoewel het meestal geen allergie is die zij beschrijven, maar eerder een intolerantie voor een bepaald soort voedsel.

Als je tot bloedgroep O behoort, heb je een relatief grote kans op astma. Ook hooikoorts, voor veel mensen een grote plaag, lijkt een specifiek probleem voor bloedgroep O. Veel lectine in voeding, met name in tarwe, reageert op immunoglobuline-E (IgE) antilichamen in het bloed. Deze antilichamen stimuleren witte bloedlichamen om niet alleen histamine vrij te maken, maar tevens andere chemische allergenen, die ernstige allergische reacties kunnen opwekken. Door het vermijden van tarwe kunnen typische reacties als het zwellen van keel en irritatie van de longen, en de daarbij behorende symptomen, zoals niezen, ademhalingsproblemen en snurken, voor een groot deel worden voorkomen.

De meerderheid van de mensen met artritis behoort eveneens tot bloedgroep O. Het bijbehorende immuunsysteem is intolerant voor omgevingsfactoren, en de lectine in sommige voedingsproducten, zoals granen en aardappelen, kan ontstekingsreacties in de gewrichten veroorzaken.

Zowel Multiple Sclerose (MS) als amyotrofische laterale sclerose (ALS) komt frequent voor bij mensen met bloedgroep B, die de neiging heeft tot ontvankelijkheid voor zeldzame virale en neurologische afwijkingen die zich langzaam ontwikkelen. De associatie met type B zou een verklaring kunnen zijnvoor het feit dat MS en ALS veel voorkomen bij Joodse mensen. Volgens sommige onderzoekers worden deze ziekten veroorzaakt door besmetting met een virus in de kindertijd. Het immuunsysteem van type B zou niet in staat zijn om antilichamen tegen dit virus aan te maken, waardoor het virus zich langzaam, gedurende 20 jaar of langer, zonder symptomen kan ontwikkelen.

Bloedgroep A telt het grootste aantal mensen met bloedarmoede. Hoewel de gevoelige spijsvertering van iemand die tot deze bloedgroep behoort dierlijke producten niet goed kan verdragen, heeft deze conditie niets te maken met een vegetarisch dieet. Bloedarmoede is het resultaat van een tekort aan vitamine B12, en mensen met bloed van type A hebben de grootste moeite om vitamine B12 uit voedsel op te nemen. De hoeveelheid maagzuur die noodzakelijk is voor dit proces, evenals de concentratie van een chemische stof (intrisic factor) die wordt geprodduceerd door de celbekleding van de maag en verantwoordelijk is voor de assimilatie van vitamine B12, is bij mensen van bloedgroep A niet toereikend. Ook mensen met bloed van type AB hebben een relatief grote kans op bloedarmoede.

Genezende krachten.

De bloedgroep is ook bepalend voor de kansen op herstel van een hartziekte, zo blijktt uitt de Framingham Heart Study, die aan het eind van de jaren zestig door een onderzoeksteam uit Massachusetts is uitgevoerd. Van alle hartpatiënten die aan het onderzoek deelnamen – in leeftijd variërend van 39 tot 72 jaar – bleek een groter percentage van bloedgroep O te overleven dan van bloedgroep A. Dit gold vooral voor mannen in de leeftijd van 50 tot 59 jaaar. Degenen die tot bloedgroep O behoorden, hadden hogere niveaus van alkalinefosfaten in het bloed, die de absorptie en metabolisering van vet versnellen en de cholesterolniveaus in het bloed verlagen. De andere bloedgroepen hebben kleinere concentraties van dit enzym; naar verhouding bevat bloed van type O de meeste alkalinefosfaten, gevolgd door bloedgroep B, AB en tenslotte bloedgroep A, die de kleinste concentratie bevat.

Het hoge overlevingspercentage van bloedgroep O wordt ook bepaald door het feit dat deze mensen minder stoffen in hun bloed hebben die bloedklontering bewerkstelligen. Zij hebben in feite dunner bloed, en derhalve een kleinere kans op aderverstopping, terwijl mensen met bloedgroep A of AB meer cholesterol en triglyceriden in hun bloed hebben, waardoor gemakkelijker plak in de aderen kan ontstaan. Dunner bloed houdt voor mensen met type O echter een grotere kans op maagbloedingen in. Ook treedt bij deze bloedgroep vaker perforatie vande maagwand op, veroorzaakt door een hoger maagzuurgehaltte en de aanwezigheid van het enzym pepsinogeen dat zweren kan veroorzaken.

In december 1993 is in het Journal of Science een rapport van onderzoekers van de Washington University School of Medicine in St. Louis gepubliceerd, dat stelt dat mensen met bloedgroep O een favoriet doelwit zijn voor bacteriën waarvan bekend is dat ze maagzweren veroorzaken. Deze bacteriën, Helicobacter pylori, blijken in staat om zich aan het antigeen van type O op de celbekleding van de maag te hechten, en zich vervolgens een weg door het weefsel te banen.

Vele bacteriën hebben een voorkeur voor specifieke bloedgroepen. Onderzoek heeft uitgewezen, dat meer dan 50% van de 282 soorten bacteriën die we in ons lichaam hebben antigenen van een bepaalde bloedgroep dragen. Het lijkt erop dat virale infecties over het algemeen vaker voorkomen bij mensen met bloedgroep O, en minder en in mildere vorm bij mensen met bloed van het type A, type B en type AB.

Ontstaan en ontwikkeling van bloedgroepen & ideale dieet

Type O

toen onze Cro-Magnon voorvaderen rond 40.000 v.Chr. de kop opstaken, steeg de menselijke soort naar de top van de voedselketen als het meest gevaarlijke wezen op aarde. Deze formidabele jagers voedden zich voornamelijk met proteïne (vlees). In die periode kwamen de specifieke eigenschappen van het spijsverteringssysteem van bloedgroep O volledig tot hun recht.

vleeseter
doorgewinterd spijsverteringssysteem
overactief immuunsysteem
verdraagt geen wijziging van dieet en omgeving
heeft een efficiënt metabolisme nodig om slank en energiek te blijven
het lichaam zet vet en proteïne om in ketonen, die in plaats van suikers worden gebruikt om de glucoseniveaus op peil te houden.
Slechtste voedsel

Granen, brood dat gluten – kleefstof uit de eiwitdelenvan graankorrels – bevat
zoete maïs
peulvruchten
kool
spruitjes
bloemkool
aubergine
avocado
aardappelen
paddesttoelen
maïs- of saffloerolie
varkensvlees
gerookte vis
zuivelproducten
appelsap
sinaasappelsap
koffie
thee
Beste voedsel

Vlees, m.n. lever, lamsvlees, rundvlees, kalkoen en kip
zeevis
krab, kreeft en andere schaaldieren
kelp
zeewier
zout dat jodium bevat
boerenkool
spinazie
broccoli
rode bieten
andijvie
artisjok
hibiscusvruchten
uien
pastinaak
pompoen
zoete aardappel
raapstelen
rode bonen
gerst
boekweit
gierst
havermeel
volkorenbrood
vijgen
rozijnen
pruimen
lijnzaad- en olijfolie
kerrie
ananassap
(bron)water
Type A

Bloedgroep A dankt zijn herkomst aan verandering van levensstijl van de jager-verzamelaar naar meer huiselijkheid in stabiele en permanente leefgemeenschappen. Deze nieuwe situatie trad voornamelijk voor het eerst op tussen 25.000 en 15.000 v. Chr., in Azië of het Midden Oosten, en leidde tot aanpassing van de spijsverterings- en immuunsystemen van neolithische volkeren. Dat was nodig om gecultiveerde granen en andere agrarische producten te kunnen verdragen. Ook heeft bloedgroep A resistentie ontwikkeld tegen infecties, die het leven in dichtbevolkte gebieden met zich meebracht.

bij voorkeur vegetariër
gevoelige spijsvertering
tolerant immuunsysteem
heeft agrarisch dieet nodig om slank en sportief te blijven
Slechtste voedsel

Vlees, lever, sommige soorten vis enschaaldieren
zuivelproducten
erwten
rode en limabonen
tomaten en de meeste andere nachtschaden inclusief aardappelen (zowel wit als zoet)
aubergine
paprika en pepers
meeste kool
maïs
te veel tarwe
sesam- en saffloerolie
azijn
sommige vruchten
sinaasappelsap
alcoholhoudende dranken behalve wijn
thee
koolzuurhoudend water
Beste voedsel

Verschillende soorten vis en schaaldieren, m.n. slakken
plantaardige olie
soja
alle groenten, behalve groenten die hierboven zijn genoemd
knoflook en uien
meeste noten en peulvruchten
boekweit
volkorenbrood
fruit, ananas in het bijzonder
rode wijn
koffie
Type B

Bloed van type B vindt zijn oorsprong tussen 15.000 en 10.000 v. Chr. in de hooglanden van de Himalaya, en zou zijn ontstaan bij Kaukasische en Mongoolse stammen als gevolg van klimatologische veranderingen. Deze nomadische bevolking en de groepen die naar Europa, Azië en Amerika zijn geëmigreerd, verdroegen het best een gevarieerd dieet, inclusief vlees en zuivelproducten.

sterk immuunsysteem
tolerant spijsverteringssysteem
het meest flexibel in keuze van voedsel
zuiveleter
Slechtste voedsel

Kip, gans en varkensvlees
schaaldieren
zoete maïs
verschillende peulvruchten
sesamzaad
boekweit
tarwe, rogge, gerst en alle graanproducten
meeste noten, m.n. pinda’s en zaden
tomaten
granaatappelen
rabarber
dadels
olijven
Beste voedsel

Schaap, lamsvlees, konijn, wildbraad, lever, niertjes,
vis en zeedieren
eieren
meeste zuivelproducten
groene en diverse andere groenten
limabonen, rode en sojabonen
gierst
havermeel
bloem
rijstbrood
tofu
kerrie
olijfolie
de meeste vruchten, inclusief bananen, druiven, ananas en pruimen
Type AB

Bloedgroep AB, waartoe slechts 5% van de wereldbevolking behoort, komt voort uit de vermenging van Kaukasische stammen van het type A en Mongolen van het type B, tien tot twaalf eeuwen geleden, toen een grote migratie van oosterse bevolkingsgroepen naar het Westen plaatsvond. Dit resulteerde in een bloedgroep met meerdere facetten, en een immuunsysteem dat naar verhouding beter in staat is om specifieke antilichamen tegen microbiologische infecties aan te maken.

gevoelige spijsvertering
extreem tolerant immuunsysteem
Slechtste voedsel

Rood vlees, behalve lams- en schapevlees, kip
peulvruchten
rode en limabonen
zaden en graan
boekweit
tarwe
sommige vruchten
Beste voedsel

Zeevis en schaaldieren
zuivelproducten
tofu
groente in diverse variaties
granen, inclusief tarwe
fruit ddatt alkaline bevat en diverse andere vruchten, inclusief ananas
olijfolie
kruiden
groene thee
rode wijn
koffie (voor het maagzuur)
Antigenen en bloedgroepen

Naar de al of niet aanwezigheid van antigenen A en B op de rode bloedcellen benoemt men de bloedgroep vanhet individu met A, B, AB of O. Qua structuur zien de antigenen eruit als een bundel antennes, die vanaf het oppervlak van celen op de omgeving zijn gericht. Deze antennes bestaan uit lange ketens van een suiker daat fucose wordt genoemd. Dit suiker vormt de basis van de meest eenvoudige van de bloedgroepen, het O-antigeen van bloedgroep O. Voor de eerste ontdekkers van bloedgroepen, was de typering O een verwijzingg naar ‘nul’ of ‘geen echt antigeen’. Deze antenne doet ook dienst als basis voor de andere bloedgroepen, A, B en AB. Bloed van het type A wordt gevormd wanneer een ander suiker, genaamd N-acetylgalactosamine aan het O-antigeen – of fucose – wordt toegevoegd. N-acetylgalactosamine en fucose vormen samen het type A bloed. Bloed van type B is ook gebaseerd op het O-antigeen, maar kent een combinatie met een ander suiker, dat D-galactosamine wordt genoemd. Fucose en D-galactosamine vormen tezamen bloedgroep B. Bloed van type AB heeft fucose ook als basis, maar in dit geval zijn er twee suikers aan toegevoegd: N-acetyl-galactosmaine en D-galactosamine.

De Indican Test

Het effect van lectine op verschillende bloedgroepen is geen hypothese, maar gebaseerd op wetenschappelijk bewijs. Onder een microscoop is het verklevingsproces van lectine uit voedsel en cellen uit bloed waarmee het onverenigbaar is, duidelijk waarneembaar. De wetenschappelijke barometer die de aanwezigheid van lectine in ons systeem bepaalt, is een urinetest met de naam Indican Test, waarvoor hydrochloorzuur en ijzer worden gebruikt. Het beeld dat deze test geeft staat bekend als Indican Scale. De laatste 50 jaar is deze methode door de conventionele geneeskunde en commerciële laboratoria toegepast om rotting in de maag te meten. Dit ontstaat indien lever en de darmen niet in staat zijn proteïne optimaal te metaboliseren. Het gevolg is de vorming van giftige bijproducten. Het niveau van deze giftige stoffen wordt op de Indican Scale zichtbaar gemaakt. Wie voedsel vermijdt dat lectine bevat dat niet kan worden gemetaboliseerd, scoort laag op de Inican Scale. Eet je echter regelmatig voedsel dat veel onverteerbare lectine bevat, dan zul je hoog scoren. Dit betekent dat je veel kankerverwekkende stoffen in je lichaam hebt. 2,5 op de schaal is problematisch; 3 of hoger betekent gevaar.

Peter D Adamo

[ ~*~AnGeLWinGs~*~ | 20/9/2003 ]

hoogtevrees
Hoogtevrees, esoterisch gezien

Er zijn vrij veel mensen die hoogtevrees hebben. De een heeft het meer dan een ander, maar dat is niet het belangrijkste. Het gaat erom te ontdekken waarom je bang voor hoogten bent. Er zijn mensen die denken dat het komt omdat je bijvoorbeeld in een vorig leven bij een vliegtuigongeluk bent omgekomen, of dat je ooit in een ravijn bent gevallen. Dat valt natuurlijk niet uit te sluiten, maar esoterisch gezien zit er meestal veel meer achter een angst voor hoogten. Daarvoor moeten we kijken naar het element lucht, want dat brengen we in verband met hoogte. In de esoterie staat het element lucht (het hartchakra) voor het volgende:
– Ruimte.
– Vrijheid, onafhankelijkheid.
– Beweging.
– Mildheid, zachtheid, mededogen, vergevingsgezindheid, respect, vertrouwen. Dit zijn aspecten van echte liefde voor elkaar, de natuur en alles wat leeft.
– Deze Liefde geven en zijn.
– Vrede, rust, kalmte, liefdevol begrip.

Al deze dingen komen we allemaal in ons dagelijks leven tegen en het kan heel goed zijn dat een of meer van deze lucht aspecten je bang maken. Je wordt dan geconfronteerd met het element lucht, maar je associeert het met een angst. Zo wordt het angst voor hoogten: hoogtevrees. Degene die hoogtevrees heeft zal dan ook in zichzelf moeten zoeken welke van deze aspecten hem bang maken. Is het een angst om onafhankelijk te zijn of ben je bang je onafhankelijkheid te verliezen? Kun je andere mensen vertrouwen of durf je dat niet en verberg je die angst achter een wantrouwen. Ook hier zijn we allemaal heel creatief in. Veel mensen zijn zeer goed in staat hun angsten te verbergen achter een bepaalde houding. De een doet dat bijvoorbeeld door stoer te zijn, de ander door een arrogant of afstandelijk gedrag te ontwikkelen. Daar zijn een oneindig aantal mogelijkheden voor.
Het vraagt echter een consequente een eerlijke houding om naar jezelf te durven kijken. Het kan immers heel goed zo zijn dat iemand het moeilijk vindt om zijn onafhankelijkheid op te geven. Bedenk echter dat dit allemaal te maken heeft met het leren kennen van dit luchtelement, want slechts door ervaring en ondervinding kunnen we ontdekken wat het element lucht is. Daarbij ondervinden we altijd twee kanten, omdat wij nu eenmaal in de dualiteit leven. Door beide kanten te ondervinden, kunnen we het vredige midden ontdekken en de dualistische aspecten leren los te laten. Alles wat we daarbij ervaren dragen we met ons mee als karma. Karma: een verzameling herinneringen (indrukken) in ons bewuste en onbewuste geheugen.

https://www.purusha.nl/71_act.htm

[ ~*~AnGeLWinGs~*~ | 20/9/2003 ]

Hormoonvervangingstherapie
Hormoonvervangingstherapie (hrt) ( Bron: Wat artsen je niet vertellen jaargang 4, nr. 10 2002)

HRT oftewel hormoonvervangingstherapie werd 10 jaar geleden nog als een wonderbaarlijk middel beschouwd voor vrouwen in de overgang. Er kleefde,dacht men, nauwelijks nadelen aan. Wat is nu prettiger voor een vrouw dan niet of nauwelijks last te hebben van overgangsverschijnselen. Vrouwen zouden jong van lichaam en geest blijven. Bovendien zou HRT preventief werken tegen hartstilstand, broze botten en zelfs bepaalde vormen van kanker.

De onderzoeksresultaten echter zijn niet echt betrouwbaar. De gevaren van HRT werden genegeerd , er werd nauwelijks ruchtbaarheid aangegeven. Dit zou immers onnodige paniek bij vrouwen oproepen.

De meest recente onderzoeken die wel zorgvuldig zijn uitgevoerd tonen aan dat exogene hormonen, dat wil zeggen hormonen niet aangemaakt door het lichaam zelf, broze botten en/of hartaanvallen niet kunnen voorkomen. Sterker nog zij kunnen kanker veroorzaken bij overigens gezonde vrouwen. Vrouwen die 5 jaar of langer hormonen gebruikten hadden 46% meer kans om borstkanker te ontwikkelen dan vrouwen die geen hormonen gebruikten. Deze zienswijze wordt onderbouwd door de publicatie van het International Position Paper on Women’s Health and Menopause. ( een door de Amerikaanse Centers of Disease Control gefinancierd en op onderzoeksgegevens gebaseerd rapport) 28 wetenschappers en artsen uit diverse landen werkten aan dit rapport en waarschuwden dat HRT misschien wel zou kunnen werken tegen opvliegers en zweetaanvallen, maar dat recente klinische studies twijfels oproepen over de effectiviteit van de therapie bij de behandeling van hartziekten, Alzheimer, depressie en osteoporose (broze botten).

Je zou je dan ook kunnen afvragen of de risico’s die HRT inhoudt wel opwegen tegen klachten in de overgang.

Inmiddels erkennen ook enthousiaste voorstanders van HRT dat het verstrekken van oestrogeen op zichzelf borstkanker en baarmoederkanker kan veroorzaken.

Dit kankerrisico leidde tot de productie van oestrogeen-progestogeen (synthetisch progesteron) combinatiemiddelen, waarbij men ervan uit ging dat dit het kankerrisico zou verminderen. Er is echter niet onderzocht wat de effecten van deze combinatiemiddelen zouden zijn bij langdurig gebruik.

De laatste tijd is internationaal erkend dat oestrogeen kankerverwekkend is en ook progestogeen raakt steeds meer in opspraak als mogelijk kankerverwekkend. In een recente studie over vrouwen met en zonder borstkanker na de overgang , waarvan de helft een HRT therapie had gevolgd, vond men, dat het risico van borstkanker na oestrogeen-progestogeengebruik van 10 jaar of langer 51% hoger was. Een dergelijk hoog risico werd zelfs met 15 jaar enkel oestrogeen nooit bereikt. Thans weten we ook dat de toename van het aantal gevallen van borstkanker parallel loopt met een toenemende hormoonpconsumptie.

Het idee dat osteoporose een overgangsziekte is bestaat pas sinds de jaren zeventig. Voor die tijd was osteoporose gewoon een ouderdomsziekte die sommige oude mensen (man of vrouw) konden ontwikkelen, indien zij daar een predispositie voor hadden.

Enkele kleinschalige studie uit de jaren 80 laten zien dat oestrogeen op korte termijn voor sterkere botten zorgde .Deze resultaten werden als basis gebruikt om de sterke botten claim ook voor de lange termijn te maken. HRT beschermt echter helemaal niet tegen osteoporose op lange termijn. De meeste vrouwen gebruiken HRT als zij tussen de 50 a 60 jaar oud zijn. Zij hebben dan echter de minste kans op fracturen. Volgens het huidige advies dient men 5 tot 10 jaar HRT te volgen om preventief effect te bereiken . Onderzoek wijst uit dat zelfs met dit regime osteoporose niet voorkomen kan worden. Zodra HRT wordt beëindigd , beginnen de botten een soort inhaalslag te doen. Onderzoek laat zien dat er wat botdichtheid betreft, weinig verschil bestaat tussen 75-jarige vrouwen die wel of niet HRT hadden gebruikt. Om aanhoudende bescherming te bieden moeten vrouwen dus vanaf het begin van de overgang tot aan hun dood HRT gebruiken. Dat houdt in dat de hierboven genoemde gevaren alleen maar toenemen.

Voor de rest zijn er sterke aanwijzingen dat exogene hormonen depressies kunnen veroorzaken. (vroegere studies naar het gebruik van anti-conceptie pillen)

De gunstige invloed op het hart schijnt ook een mythe te zijn (volgens het blad wat artsen je niet vertellen) Biologisch gezien is het niet ondenkbaar dat oestrogeen een beschermend effect op het hart zou kunnen hebben. Dat is echter maar een deel van het verhaal. De gezondheidstoestand van de bestudeerde vrouwen kan de onderzoeksresultaten behoorlijk beïnvloeden.

Er is geen enkel bewijs dat HRT hartziekten bij gezonde vrouwen kan voorkomen. Wel lijkt het zo te zijn dat HRT het slechte LDL cholesterol verlaagt en tegelijkertijd het HDL cholesterol verhoogt. Dat heeft er echter mee te maken dat het bij de beschikbare studies altijd om vrouwen met hartziekten ging, voor wie HRT inderdaad effecten lijkt te hebben. Er zijn echter geen bewijzen dat HRT ook preventief werkt, het kan onder bepaalde omstandigheden zelfs het risico van hartziekten verhogen. Sommige vrouwen krijgen vlak na het begin van HRT gebruik last van cardio-vasculaire klachten. Hormonen kunnen soms tot een toename van schadelijke triglyceriden leiden en de concentratie van C reactieve protein (CRP) verdubbelen. (CRP is een biochemische marker van systemische ontstekingen). Hoge concentraties van CRP kunnen het risico van vasculaire ontstekingen en hartziekten verhogen.

De kans op hersenbloedingen, trombose, hartziekten, kanker en depressies neemt toe naarmate men langdurig HRT therapie volgt.

Volgens de Britse Menopausal Helpline (BMH) kunnen vrouwen heel snel na het beginnen met HRT therapie overlijden. Het wordt weliswaar niet vaak gemeld, maar het kan wel degelijk. Gemeld is: 6 weken na HRT overlijden van een vrouw, 9 dagen na het begin van een tweede HRT behandeling overlijden van een vrouw, een andere vrouw raakte in coma. De BMH roept vrouwen met klachten na het starten van HRT zoals bijvoorbeeld: kanker,trombose, beroerte, epilepsie, hoge bloeddruk, jeuk, branderigheid etc.,op contact op te nemen met de helpline. Dit met het oog op mogelijke gerechtelijke stappen in de toekomst.

Naar mijn gevoel wegen deze risico’s niet op tegen overgangsklachten.

De overgang is geen ziekte of een toestand van oestrogeentekort. Het is een leeftijdsgerelateerde natuurlijke afname van de oestrogeenconcentratie van het lichaam. Het is een natuurlijk proces in een ouder wordend lichaam.

Ook alternatieve genezers schrijven wel eens recepten uit voor natuurlijk oestrogeen of progesteron. Dit is een op korte termijn gerichte therapie en ook in dit geval zijn geen grondige analyses van bijwerkingen uitgevoerd.

Wat inmiddels wel steeds duidelijker wordt is dat fyto-oestrogenen (oftewel oestrogeen uit planten) helemaal niet zo’n zwakke en onschadelijke werking hebben. Het lijkt er zelfs op dat ze in voldoende hoge concentraties dezelfde schadelijke werking kunnen hebben als de andere oestrogenen.

Inmiddels is bekend dat coumoestrol (werkzame stof in rode klaver) een oestrogeen effect heeft. Het heeft hetzelfde effect op de celgroei als oestradiol. Consumptie van grote hoeveelheden soja kan zelfs op korte termijn de proliferatie van het borstkwabepitheel stimuleren. Natuurlijk is dus niet per definitie niet schadelijk.

Sommige vrouwen echter lijden onder de overgangsklachten. Geen nacht meer normaal slapen, opvliegers, extreem transpireren, erg moe zijn, neerslachtig, wisselende gemoedsstemmingen, geïrriteerd zijn, hartkloppingen, frequent hoofdpijn en/of last van de gewrichten krijgen. Wat moeten ze dan?

In de eerste plaats na gaan of deze klachten, hetzij in mildere vorm reeds aanwezig waren voor de overgang. Angst voor ziekte,aftakeling en de overgang kan soms een zichzelf vervullende voorspelling worden.

Probeer stress te vermijden. Extreme stress heeft effect op de bijnier. Deze is druk bezig met het produceren van ons stresshormoon cortisol in plaats van ons te voorzien van een bepaalde vorm van oestrogeen.
Gebruik goede voedingssupplementen
Gebruik weinig alcohol
Ga sporten en/of blijf in ieder geval actief.
Neem de tijd voor ontspanning.
Tot slot ga naar een acupuncturist, een klassiek homeopaat of natuurgenezer. Heel vaak is er op een natuurlijke manier iets aan uw overgangsklachten te doen.

[ ~*~AnGeLWinGs~*~ | 13/8/2003 ]

Dokter verteld niet alles
‘De dokter vertelt je niet alles’

Onkritische patiënten doen zichzelf tekort. Lynne McTaggart propageert kennis van de medische vakliteratuur.

Door onze redacteur JOKE MAT

ROTTERDAM, 25 MEI. Patiënten zijn te braaf, vindt Lynne McTaggart. Ze onderwerpen zich aan behandelingen en medicijnen waarvan het nut misschien wel nooit is bewezen. Die wellicht zelfs schadelijk zijn voor hun gezondheid. De arts houdt daarover zijn mond, de patiënt stelt geen vragen. McTaggart, een Amerikaanse schrijfster-journalist die sinds de jaren tachtig in Engeland woont, werd in 1985 ziek. Ze kreeg last van allergieën, eczeem, slapeloosheid, depressiviteit. Artsen konden niets vinden en allerlei New Age-therapieën leverden ook niets op. Uiteindelijk vond ze zelf in de vakliteratuur een net ontdekte ziekte die paste bij haar symptomen en een in allergieën gespecialiseerde huisarts die haar hielp. Ze genas met behulp van medicijnen en een dieet. Samen met haar man heeft ze nu een uitgeverij die drie tijdschriften uitgeeft, waaronder de nieuwsbrief What doctors don’t tell you met informatie uit de vakliteratuur in lekentaal. Het gelijknamige boek is vorige week in Nederland verschenen (Wat artsen je niet vertellen), evenals het nulnummer van de Nederlandse nieuwsbrief.

Wat wilt u bereiken?

“Ik wil patiënten bewapenen. Je hoeft bij de dokter niet als een kind zomaar alles te ondergaan. Als je een auto koopt, doe je dat ook niet. Een dokter is een gelijkwaardige partner, iemand die je inhuurt om je te helpen. Lees. Zorg dat je goed geïnformeerd bent. Stel vragen. ‘Ik slik deze medicijnen al. Geeft dat problemen als ik dit nieuwe middel erbij neem?’ Ga eventueel zelf op zoek naar alternatieven.”

Willen patiënten dat wel? Gaan ze niet naar de dokter voor de pil die hen zo snel mogelijk beter maakt?

“Je hebt natuurlijk de moeders die met hun verkouden kind bij de dokter komen en zeggen: Ik eis een medicijn. Dan heeft de dokter de verantwoordelijkheid om te zeggen: Dat heeft geen zin, daar wordt een kind niet beter van.”

Artsen komen er in uw boek niet goed af. Ze lijden aan zelfoverschatting en zijn slecht geïnformeerd.

“Artsen zijn geen slechte mensen, maar hun ‘gereedschap’ is niet goed. Eigenlijk hebben ze maar twee instrumenten: medicijnen en operaties. Veruit de meeste medicijnen genezen niet – ze onderdrukken symptomen. Opereren gebeurt vaak terwijl afwachten beter is. De meeste huisartsen weten niets over allergieën en weinig over voeding. Maar het is aan het veranderen. Toen mijn boek in Engeland uitkwam, klaagden dokters dat ik de vertrouwensrelatie tussen arts en patiënt verwoestte. Nu zijn ze het vaak met me eens. Ze staan steeds meer open voor nieuwe informatie.”

U stelt in uw boek medicijnen en behandelingen aan de kaak, maar ook een aantal preventieve maatregelen, zoals vaccinatie tegen kinderziekten en bevolkingsonderzoek tegen borstkanker. Wat is daarop tegen?

“Het is nooit op grote schaal en voor de lange termijn onderzocht wat de effecten van vaccinatie zijn. Verschillende kleine onderzoeken suggereren dat vaccineren een licht nadelig effect zou kunnen hebben op het immuunsysteem. Sommige onderzoeken leggen een verband met astma, hyperactiviteit, autisme. Die verbanden zouden veel beter moeten worden bekeken.

Het is ook nooit aangetoond dat de groep vrouwen van wie preventief een borstfoto wordt gemaakt betere overlevingskansen heeft dan de groep die zichzelf op knobbeltjes controleert. Gezonde mensen worden mogelijk onnodig ge screend.”

Bent u nu een nieuwe autoriteit, die in de plaats komt van de arts? “Nee. Ik schrijf nooit: Luister niet naar hen, luister naar mij. Wel ben ik waarschijnlijk beter geïnformeerd dan de meeste artsen. Ik doe waar de meeste artsen geen tijd voor hebben, omdat ze krankzinnig hard moeten werken. Maar ik ben geen expert. Ik geef geen adviezen.”

U schrijft bijvoorbeeld wel dat een alternatief voor vaccinatie is om kinderen zo lang mogelijk aan de borst te houden, natuurlijk voedsel te geven en niet te vroeg naar de crèche te sturen.

“Voorzover ik adviezen geef zijn ze gebaseerd op de literatuur. En – ze bladert in haar boek – ik schrijf: door een kind zo lang mogelijk aan de borst te houden, natuurvoeding te geven en niet te vroeg naar de crèche te sturen kunt u het mogelijk tegen veel kinderziekten beschermen. Ik schrijf nooit dat mensen hun kind niet moeten laten inenten. Mijn boek bevat negenhonderd literatuurverwijzingen. Wat ik beweer kunnen mensen daar nazoeken.” En als er nu een boek verschijnt met negenhonderd literatuurverwijzingen naar onderzoeken die het tegengestelde aantonen? “Prima. Dan kunnen mensen kiezen: Wat is het meest overtuigend. Het enige alternatief is blind gehoorzamen aan een arts die misschien niet op de hoogte is van de feiten.”

[ ~*~AnGeLWinGs~*~ | 13/8/2003 ]

Allergisch voor de prik
Allergisch voor de prik

Een enkele inenting stimuleert slechts een gedeelte van het
immuunsysteem, en kan derhalve het evenwicht verstoren.

De medische wereld heeft de laatste tijd de grootste moeite
om bezorgdheid over vaccinaties bij het publiek weg te
nemen. Angst voor de prik wordt vooral ingegeven door
onderzoek in de V.S., dat heeft uitgewezen dat inentingen
bij sommige mensen suikerziekte veroorzaken.1
Verscheidene organisaties, waaronder de
Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), het Amerikaanse National
Institue for Allergy en Infecious Disease en het Centre for
Disease Control, hebben de uitkomsten van deze
controversiële Amerikaanse studie tijdens een tweedaagse
conferentie echter verworpen. En tegelijkertijd
aangekondigd, dat het onderzoek naar de effecten van
vaccinatie zal worden voorgezet.
De voor- en nadelen van vaccinatie zijn al uitgebreid
beschreven in wetenschappelijke literatuur, maar tot nu toe
is het onderzoek vooral gericht op de effecten op korte
termijn. Recent hebben wetenschappers echter het vermoeden
geuit, dat er een verband bestaat tussen inentingen en het
ontstaan van chronische ziekten, met name allergieën. Zo
heeft dr. Kemp onderzoeksgegevens gepresenteerd die de
veronderstelling staven, dat sommige componenten van
inentingen tegen kinderziekten het risico op het ontstaan
van astma bij jonge kinderen vergroten.2
Werd astma dertig jaar geleden nog beschouwd als een
zeldzame ziekte, tegenwoordig lijdt 20-30% van de bevolking
in de V.S. aan deze aandoening, met 5000 sterfgevallen per
jaar tot gevolg. Allergische aandoeningen, zoals eczeem,
hooikoorts en de ziekte van Crohn, worden eveneens in
verband gebracht met vaccinaties.3 Studies in Engeland
hebben uitgewezen , dat het aantal gevallen van eczeem bij
kinderen van 5 tot 16% is gestegen en hooikoorts van 9 tot
15%.4 Inentingen zouden ook het ontstaan van auto-immuun
ziekten als reumatische artritis en diabetes bevorderen. Het
aantal kinderen, dat al op jonge leeftijd lijdt aan insuline-
afhankelijke suikerziekte neemt de laatste jaren toe.
Desalniettemin is vaccinatie een van de meest gebruikte
methoden ter voorkoming van ziekten. In 1990 is berekend dat
wereldwijd ongeveer 1479 miljoen inentingen zijn uitgevoerd.
Een enkele inenting stimuleert slechts een gedeelte van het
immuunsysteem, en kan derhalve het evenwicht verstoren.
De ziekten die recent in verband worden gebracht met
vaccinaties hebben één ding gemeen: in plaats van te zijn
veroorzaakt door een falend afweersysteem, worden zij juist
verantwoordelijk geacht voor het uit evenwicht brengen van
het immuunsysteem.
De medische wetenschap is terughoudend met het accepteren
van de veronderstelling, dat vaccinatie een van de oorzaken
kan zijn voor het ontstaan van een slecht functionerend
immuunsysteem, omdat een rechtstreeks verband nog niet is
bewezen. Echter, in theorie bestaat dit verband al: het
immuunsysteem wordt gecontroleerd door cellen die worden
getypeerd als Th1 en Th2 cellen. Als deze correct
functioneren, zenden de Th1 cellen boodschappen uit naar
cellen die zijn geïnfecteerd door een virus met de
instructie om dit virus te doden. Th2 cellen daarentegen,
moeten voorkomen dat parasieten door de darmwand kunnen
dringen, wat zij door middel van de productie van
immunoglobuline E (IgE), histamine en slijm doen. Om het
immuunsysteem op de juiste manier te laten functioneren, is
er een evenwicht nodig tussen de Th1 en de Th2 cellen, omdat
de Th1 cellen de activiteit van de Th2 cellen begrenzen.
Alle inentingen, behalve die tegen tubercolose, hebben
echter het effect dat zij slechts dat deel van het
immuunsysteem stimuleren, dat verantwoordelijk is voor de
productie van Th2 cellen. Dus is het in theorie mogelijk,
dat vaccinatie voor een verstoring van het evenwicht zorgt.
En voor de ontwikkeling van allergische reacties, omdat
stimulatie van Th2 cellen leidt tot roodheid, buitensporige
vochtproductie van de huid, oftewel typische allergische
reacties.
Om een antwoord te krijgen op de vraag wat het exacte
verband is tussen vaccinatie en daarop volgende lichamelijke
reacties, is meer, intensief onderzoek noodzakelijk. Bij
sommige wetenschappers roept dit echter nu al oppositie op.
Zo werd in een hoofdartikel van het Britisch Medical Journal
van juli 19985 de vraag gesteld of het wel ethisch
verantwoord was dat een controlegroep tijdens een onderzoek
naar vaccinatie niet ingeënt werd. Vreemd genoeg wordt
ethiek nooit aan de kaak gesteld als het gaat om vaccinatie
bij kinderen, terwijl wetenschappelijk het vermoeden bestaat
dat deze handeling kan bijdragen tot het ontstaan van
chronische ziekten!
Michelle Clare
_______________________________
1 Infect Dis Clin Parct, 1997; 6: 449-54
2 Epidemiology, 1997; 8: 678-80
3 Lancet, 1995; 345-1071-4
4 Clin Expert Allergy, 1993; 23, 484-92
5 Britisch Medical Journal, 317: 159-60

Zo wordt alles voorgeschoteld:

Kijk maar eens en vindt dat er zelfs formaldehyde in de vaccins zit. Dit is een kankerverwekkende stof, waarmee we een heleboel baby’s belasten!

Our Alexander – een Engelstalige site over een kind dat stierf door vaccinaties

[ ~*~AnGeLWinGs~*~ | 13/8/2003 ]

Sterke botten zonder calcium
Sterke botten zonder calcium

NAAR SCHATTING 25 MILJOEN AMERIKANEN LIJDEN AAN OSTEOPEROSE, OFTEWEL BOTONTKALKING. DEZE AANDOENING VERHOOGT HET RISICO OP BOTBREUKEN, MET NAME BIJ OUDERE MENSEN.

In de V.S. heeft veertig procent van de mannen en dertig procent van de vrouwen na hun vijftigste een botbreuk. Meer dan 1,3 miljoen van deze incidenten worden toegeschreven aan osteoperose, inclusief 500.000 gebroken wervels, 250.000 heupfracturen en 240.000 gebroken polsen. Het aantal geregistreerde heupfracturen, dat de laatste veertig tot vijftig jaar wereldwijd aanzienlijk is gestegen, is het grootst in de Verenigde Staten en Noord-Europa, gevolgd door het Middellandse Zeegebied en Aziatische landen, en het laagst in Afrika. Inwoners van steden worden vaker getroffen dan mensen die op het platteland wonen, zo tonen de statistieken aan.
Calcium, met name uit melkproducten, wordt algemeen aangeraden als belangrijkste element voor verlaging van het risico op botbreuken. Deze benadering zou echter misleidend kunnen zijn: botbreuken komen vaker voor in gebieden waar veel melkproducten worden gebruikt (VS, Canada, Noord Europa), dan in gebieden waar dit niet het geval is (Afrika, China). Een uitgebreid onderzoek aan de Universiteit van Harvard, waarbij 78.000 verpleegsters gedurende meer dan twaalf jaar werden gevolgd, heeft uitgewezen dat het risico op een heupfractuur twee keer groter is wanneer je twee of meer glazen melk per dag drinkt dan wanneer je slechts een glas melk per week neemt. “Het is niet waarschijnlijk,” zo concluderen de onderzoekers, “dat een grote consumptie van melk of andere bronnen van calcium gedurende de eerste helft van je leven een aanzienlijk beschermend effect heeft tegen heup- of onderarmfracturen op latere leeftijd”
Verscheidene andere uitgebreide studies tonen eveneens aan dat een grote hoeveelheid calcium het risico op een heupfractuur verdubbelt. Na de “Melk, gezond voor elk” en andere promotiecampagnes vraag je je nu natuurlijk af hoe dit mogelijk is.
De meeste mensen ­ medici inbegrepen, zo luidt de verklaring ­ leggen teveel nadruk op de rol van calcium. Fysiologisch zijn botten samengesteld uit calciumfosfaat zouten (65%), die bepalend zijn voor de hardheid en collageen (35%) voor de flexibiliteit. Als beenderen in een zuurbad worden gelegd en alle calcium eruit wordt verwijderd, zodat alleen collageen overblijft, en je oefent er vervolgens druk op uit, dan zullen ze buigen en niet breken. Wordt daarentegen het collageen verwijderd en blijft alleen het calcium over, dan zullen de beenderen onder druk in stukken uiteenvallen. Dit is de reden dat een overmaat aan calcium het risico op botbreuken vergroot.
Voor gezonde botten hebben we een mengeling van andere voedingsstoffen nodig. Ann Louise Gittelman, auteur van Supernutrition for Menopause, noemt dit het ‘botversterkende voedingstoffenteam’: magnesium, fosfor, borium, koper, mangaan, zink, vitamine C, D, K, B6 en foliumzuur. Bovendien moeten we zorgen dat we voldoende proteïne (eiwit/aminozuren) binnenkrijgen voor de aanmaak van collageen, evenals essentiële vetzuren voor de absorptie van vitamine D en bescherming tegen vrije radicalen die schadelijk zijn voor het beendergestel.
Sterke botten krijg je met het volgende dieet: veel verse groenten, in het bijzonder bladgroenten, bij voorkeur vijf porties per dag: gebruik het groenteaftreksel als bouillon voor de bereiding van vis, kip, of rundvlees en voeg een lepel azijn toe voor het vrijkomen van mineralen; neem zonnebloem en pompoenzaad, voor mineralen en natuurlijke vetten; eet een bescheiden hoeveelheid granen voor vezels en koolhydraten; bonen en biologisch vlees voor proteïne; boter, olijfolie en lijnzaad voor essentiële vetzuren.
Voedingsproducten die je beter kunt vermijden zijn geraffineerde suiker, honing, bloem, omdat ze tot een zuurgraad leiden die ervoor zorgt dat calcium aan de botten wordt onttrokken. En tevens melk, vanwege de hierboven genoemde redenen.
Veel mensen die last hebben van artritis en gewrichtspijnen, blijken baat te hebben bij het vermijden van nachtschade: aardappelen, tomaten, aubergine en verschillende soorten peper.
We hebben eveneens tenminste dertig minuten zonlicht per dag nodig, zonder bescherming. Zonnebrandcrème vanaf factor 8, vermindert de productie van vitamine D met 95%, en een hogere factor blokkeert de aanmaak totaal: vitamine D is echter nodig voor de opname van calcium via de spijsvertering in het bloed. Tenslotte drie tot vier keer per week een half uur wandelen of andere lichamelijke oefening is essentieel voor gezonde en sterke botten.

Annemarie Colbin ­ gediplomeerd voedingsleerspecialist en oprichter van de National Gourmet Cookery School. Zij heeft een aantal boeken geschreven, waaronder Food and Healing en Food and our Bones (New York: Dutton/Plume, 1998)

Am J Public Health, 1997; 87:992-7
Am J Epidemiol, 1997; 145: 926-934; Int J Epidemiol, 1992; 21: 953-8
Norman Childers, Arthritis, The Nightshades and Ill. Health, Florida: Horticultural Publications, 1995
Nutr Act Health Lett, 1997; 24:8

[ ~*~AnGeLWinGs~*~ | 13/8/2003 ]

Fluoride een gevaarlijk gif
Fluoride
Een gevaarlijk gif

JE KUNT NIET TEVEEL VAN HET GOEDE KRIJGEN ALS HET OM FLUORIDE
GAAT, ZO LIJKEN OVERHEDEN EN TANDARTSEN TE DENKEN. VRIJWEL ELK
PRODUCT VOOR DE VERZORGING VAN HET GEBIT, VAN TANDPASTA TOT
FLOSDRAAD, TANDENSTOKERS EN MONDWATER, BEVAT TEGENWOORDIG
FLUORIDE. VOLGENS VOORSTANDERS VAN HET GEBRUIK VAN FLUORIDE
DRAAGT DEZE STOF BIJ TOT STERKE TANDEN EN BOTTEN. WAT VEEL
MENSEN ECHTER NIET WETEN, IS DAT WE, DOOR DEZE
GEBITSVERZORGENDE PRODUCTEN TE GEBRUIKEN, EEN BEPAALD
PERCENTAGE BINNENKRIJGEN VAN EEN STOF DIE GIFTIGER IS DAN LOOD
EN BIJNA EVEN GIFTIG ALS ARSENICUM.

Terwijl de gevaren van fluoride worden erkend in de V.S., waar
productetiketten door de fabrikant dienen te worden voorzien
van waarschuwingen, wordt de Nederlandse consument minder goed
geïnformeerd. Aangezien fluoride niet als een medicijn wordt
beschouwd, zijn fabrikanten niet verplicht om de hoeveelheid
fluoride in een product op het etiket te specificeren. Evenmin
dienen zij een maximale dosis voor dagelijks gebruik te
vermelden, waardoor er geen controle is over de consumptie van
fluoride en er geen ristricties zijn wat betreft de hoeveelheid
die niemand kan kopen.
Hoewel Nederland hierop een uitzondering vormt, wordt in veel
landen fluoride aan het drinkwater toegevoegd, omdat dit
bevorderlijk zou zijn voor de gezondheid. De W.H.O waarschuwt
echter, dat dagelijks gebruik van 2,0 tot 8,0 milligram
fluoride – een hoeveelheid die bij veelvuldig gebruik van
fluoridentandpasta en gefluorideerd water gemakkelijk wordt
bereikt – kan leiden tot fluorose van het skelet, een ernstige
botziekte die tot verzwakking en soms tot kreupelheid leidt.
Vergeleken met volwassen lopen kinderen, vanwege hun kleinere
postuur, meer risico van fluoridenvergiftiging. In gebieden
waar fluoride aan drinkwater wordt toegevoegd, komt opvallend
veel fluorose van het gebit voor, oftewel gevlekte tanden en
putjes en kuiltjes in het gebit. Speciale kindertandpasta helpt
fluoridenvergiftiging niet voorkomen. Integendeel, deze
tandpasta heeft vaak een verleidelijke smaak, zoals aardbei of
sinaasappel, waardoor kinderen al gauw geneigd zijn om de
tandpasta door te slikken.

Verwoestende effecten
Voorstanders van het gebruik van fluoride geven stilzwijgend
toe dat fluroide schade kan veroorzaken, zij het uitsluitend
bij hoge concentraties: toevoeging van meer dan twee delen
fluoride aan een miljoen delen water is in verband gebracht
met een verhoogd risico van tandbederf, in de vorm van gevlekte
tanden en kiezen, en een concentratie van meer dan acht delen
per miljoen (dpm) zou tot botafwijkingen en degeneratieve
ziekten kunnen leiden.
De heersende opvattingen worden door enkele wetenschappers
weerlegd. Uit publicaties van onderzoeksresultaten blijkt, dat
lage niveaus van fluoride reeds een verwoestend effect op de
gezondheid kunnen hebben, in de vorm van tandbederf en
osteoporose. Terwijl er veel geschreven is over de effecten van
hoge concentraties fluoride op tanden en botten, is er weinig
bekend over de effecten van fluoride op de rest van het
lichaam. Recent onderzoek toont echter aan, dat fluoride
vrijwel elk orgaan in het lichaam kan aantasten, en zelfs
gedeeltelijk verantwoordelijk kan zijn voor gedragsproblemen,
zoals hyperactiviteit en vele raadselachtige ziekten, zoals ME.
Net als kwik, is fluoride niet bepaald een voor de hand
liggende keuze voor gebitsverzorging1. Dit gif wordt gebruikt
als pesticide en is een bestanddeel van zowel
bestrijdingsmiddelen tegen schimmel als van producten voor het
doden van ratten. Tevens komt het voor in pijnverdovende
middelen en vele soorten medicijnen. Het fluoride die wordt
gebruikt in onder meer tandpasta en mondwater is doorgaans
natriumfluoride, een afvalproduct van de aluminiumindustrie.
Voor het fluorideren van water maakt men gebruik van
hydrofluorosilzuur of silicofluoride, afvalproducten van de
kunstmest- en glasindustrie.
Wijlen de Amerikaanse criticus George L. Waldbott ontdekte,
dat fluoride niet alleen schadelijk is voor tanden en botten,
maar ook voor zacht weefsel. De kleine fluoride ion, waarvan de
lading een hoge dichtheid heeft, kan elke cel in het lichaam
penetreren en combinaties met andere ionen vormen, zo blijkt
uit zijn onderzoek.2 Dit proces interfereert met de
stofwisseling van calciumen fosfor en is van invloed op het
functioneren van de paraschildklieren.
Het fluorideion heeft een sterke affiniteit met calcium,maar
zal zich ook gemakkelijk met magnesium en mangaan ionen
verenigen en mengt zich op die manier in vele enzymsystemen die
deze mineralen nodig hebben. Aantasting van de werking van
enzymen kan op haar beurt leiden tot verstoring van de
stofwisseling van koolhydraten, de vorming van botweefsel en
van het functioneren van spieren. In feite hangt elke vitale
functie in het lichaam af van enzymen: aangezien fluoride
gemakkelijk doordringt in elk orgaan kan het verantwoordelijk
zijn voor diverse giftige symptomen.

Fluoride en enzymen
Enzymen reageren op verschillende manieren op fluoride:
sommige worden geactiveerd, terwijl de productie van andere
wordt verhinderd. Lipase, een vetsplitsend enzym dat essentieel
is voor de productie van vet, en fosfatase, die nodig is voor
de afbraak van fosfaten, zijn bijzonder gevoelig voor fluoride.
Bij patiënten met fluorose van het skelet, wordt succinate
dehydrogenase belemmerd. Is er sprake van chronische
fluoridenvergiftiging, dan leidt deze verminderde
enzymactiviteit tot verzwakking van spieren en zelfs tot
vernietiging van spierweefsel. Zure fosfatase van menselijk
speeksel wordt voor de helft afgebroken wanneer het aan 3,8 dpm
fluoride wordt blootgesteld. De hoeveelheid van het enzym
cholinesterase in bloed neemt met 61% af wanneer het wordt
blootgesteld aan 0,95 dpm fluoride – hetgeen minder is dan de
aanbevolen niveaus, met aantasting van het zenuwstelsel tot
gevolg.3
Alkaline fosfatase, een enzym dat bepalend is voor botgroei en
het goed functioneren van de lever, zou ook worden aangetast
door fluoride, zelfs bij lage niveaus. Volgens wetenschappers
van de University of California in San Diego, schakelt fluoride
het enzym cytochrome C oxidase uit, een zuurstof dragen
respiratoir enzym; tekorten aan dit vitale enzym zijn in
verband gebracht met kanker en zelfs met wiegendood.4
Onderzoekers van Kings College in Londen beschikken over
gegevens van bijzonder sterke waterstofverbindingen van
fluroide en amide, die worden gevormd wanneer aminozuren zich
samenvoegen om een proteïne te vormen.5 Dit kan
chromosoombeschadiging tot gevolg hebben. Als de proteïne
afwijkingen vertoont, kan ons immuunsysteem deze niet langer
herkennen en zal de proteïne daarom als vreemde proteïne
behandelen, hetgeen vernietiging inhoudt. Dit kan allergische
huidaandoeningen en maag- en darmklachten tot gevolg hebben.6
Maag- en darmstoornissen zijn de belangrijkste kenmerken van
fluoridenintolerantie. Zelfs kleine hoeveelheden fluoride
kunnen verantwoordelijk zijn voor de vorming van hydrofluorzuur
in de maag, met maagpijn, misselijkheid en braken tot gevolg.
met name jonge kinderen lopen gevaar. het gebruik van
fluoridentabletten kan bij hen zelfs maagbloedingen
veroorzaken; een negenjarig slachtoffer liep dermate ernstige
schade op, dat grote delen van zijn maag operatief dienden te
worden verwijderd.7

Verbanden met schildklieraandoeningen
Het meest gemakkelijk te identificeren kenmerk van fluorose
van zacht weefsel is algehele vermoeidheid, vaak in verband
gebracht met een traag werkende schildklier. De schildklier
heeft jodium nodig voor de productie van het hormoon thyroxine,
dat de snelheid van de stofwisseling controleert. Maar bij
aanwezigheid van fluoride, wordt jodium verdrongen, waardoor de
schildklier niet meer optimaal functioneert.8
De paraschildklier, die de distributie van calcium en fosfor
in het lichaam reguleert, is bijzonder gevoelig voor excessieve
hoeveelheden fluoride. Meer dan vijftig jaar geleden, hebben
Indiase artsen ontdekt, dat er een nauw verband bestaat tussen
fluorose van het skelet en hyperparathyroidisme, een abnormaal
verhoogde werking van de bijschildklier.9
Fluoride blijkt zelfs van invloed op de hypofyse, een
slijmafscheidende klier die het groeiproces controleert door
het reguleren van de productie van schildklierhormonen.10 Uit
dierproeven blijkt, dat het drinken van water, waaraan evenveel
fluoride is toegevoegd als aan het drinkwater op verscheidene
plaatsen in de wereld, tot afname van de productie van
schildklierhormonen leidt tot verontrustend lage niveaus.11
Professor A.K. Susheela van de Fluoride and fluorosis Research
Foundation of India, een consultant van de Indiase regering,
heeft meer dan honderd onderzoeksrapporten gepubliceerd over de
gevaren van fluoride. Gebruik makend van elektronenmicroscoop
scanningfotografie, heeft zij bewezen, dat wanneer je aan
fluoride wordt blootgesteld, rode bloedcellen vroegtijdig
worden gedood, waardoor het niveau van hemoglobine, de rode
bloedkleurstof, wordt verlaagd en bloedarmoede ontstaat. Zij
liet ook zien, dat het calciumgehalte afneemt naar mate er meer
fluoride in het lichaam achterblijft. Tevens wordt de
slijmbekleding van het maagdarmkanaal beschadigd, met diverse
maag- en darmproblemen tot gevolg. Het fluoridengehalte van het
bloed blijft voortdurend stijgen als je fluoridentandpasta
blijft gebruiken.
Wanneer mensen worden gebombardeerd met fluoride, in de vorm
van onder meer tandpasta en mondwater, ondergaan de spieren en
elementen van bindweefsel, met name collageenvezel en
botweefsel, degeneratieve veranderingen, zegt professor
Susheela.
Op de Amerikaanse conference of the International Society for
Fluroide Research in Bellingham (1998), Washington,
presenteerde dr. Jennifer Luke van de University of Surrey in
Engeland bewijs van de effecten van fluoride op de
pijnappelklier van woestijnratten. Bij zowel woestijnratten als
mensen helpt deze klier het verouderingsproces te controleren,
evenals de productie van melatonine die het slaap- en
waakpatroon reguleert. Worden woestijnratten aan hoge doses
fluoride blootgesteld, dan neemt de productie van melatonine
aanmerkelijk af en zijn zij eerder geslachtsrijp. Terwijl de
resultaten van dierproeven niet altijd van toepassing zijn op
mensen, theoretiseert dr. Luke dat het massaal fluorideren van
water de achterliggende oorzaak kan zijn van het algemeen
gegeven dat kinderen in het Westen op steeds jongere leeftijd
in de puberteit komen.12
In gebieden met gefluorideerd drinkwater ontstaan bij de
inwoners gevaarlijk hoge concentraties fluoride in vele van de
zachte weefsels en organen, inclusief het hart, de lever en de
blaas. Het hoogste niveau dat ooit is geregistreerd – 8400
delen per miljoen – werd aangetroffen in de aorta’s van
inwoners van Grand Rapids in Michigan, de plaats waar voor het
eerst in de Amerikaanse geschiedenis fluoride aan het
drinkwater werd toegevoegd.
Het hart en de bloedvaten worden door fluoride aangetast.
Hartafwijkingen en lage bloeddruk zijn opgemerkt bij
experimentele vergiftiging met grote doses fluoride.13 In 1950,
vijf jaar nadat bij wijze van experiment fluoride aan het water
van Grand Rapids was toegevoegd, was het aantal doden als
gevolg van hartkwalen bijna twee keer zo groot als voordien.
Het aantal sterfgevallen als gevolg van kanker, suikerziekte en
arteriosclerose, was eveneens aanmerkelijk toegenomen,
vergeleken met sterftecijfers in de rest van de staat.14 Aan de
hand van registratie van de activiteit van het hart, liet de
Japanse onderzoeker Taka Mori zien, dat er een direct verband
bestaat tussen verzwakking van het hart en tandfluorose bij
kinderen die water hadden gedronken dat tussen 0,5 en 6,2 delen
fluoride per miljoen delen water bevat.15 Fluoride is van
invloed op de hersenen en het gehele centrale zenuwstelsel.
Neurologische klachten, zoals hoofdpijn, duizeligheid,
spasticiteit van ledematen, visuele stoornissen en verminderde
mentale scherpte behoren alle tot de risico’s. Tevens is
weefselbeschadiging van de voorste hoorncellen, oftewel de
cellen aan de voorzijde van het ruggenmerg, vastgesteld.16
Uit officiële jaarlijkse statistieken valt op te maken, dat
het aantal sterfgevallen onder ondervoede kinderen in de
Chileense stad Curico, waar sinds 1953 fluoride aan het
drinkwater wordt toegevoegd, maar liefst 104% hoger is dan in
vergelijkbare, niet gefluorideerde steden. Het gemiddelde
sterftecijfer was in Curico 113% hoger dan in de rest van het
land.17

Fluoride en ME
Hoewel weinig wetenschappers onderzoek hebben gedaan naar de
rol van fluoride bij de ontwikkeling van myalgische
encefalomyelitis (ME), zijn er opvallende gelijkenissen tussen
de belangrijkste kenmerken van ME, of het chronische
vermoeidheidssyndroom, en klachten van mensen met een vroeg
stadium van fluoridenvergiftiging.18
Dr John McLaren Howard van Biolab in Londen beschikt over
belangrijke aanwijzingen voor een verklaring. Zo ontdekte hij,
dat de beweging van witte bloedcellen bij ME-patiënten
vertraagt wanneer zij aan redelijk lage niveaus van fluoride
worden blootgesteld.19 Dit effect op witte bloedcellen zou er de
oorzaak van kunnen zijn dat patiënten minder bestand zijn tegen
infecties, of kampen met verergering van hun problemen.
Fluoride interfereert ook met fagocytose, de vernietiging van
binnengedrongen bacteriën, terwijl het bij overige witte
bloedcellen het vrijlaten van superoxide vrije radicalen
veroorzaakt. Dit betekent, dat fluoride de ontwikkeling
vertraagt van de cellen die voor het afweermechanisme van het
lichaam dienen en deze cellen verzwakken. Zo worden bateriën,
virussen, chemische stoffen en beschadigde en kankercellen in
staat gesteld om schade in het lichaam te veroorzaken. Minder
ernstige infecties houden hierdoor langer aan en kunnen meer
ernstige ziekten veroorzaken.20 Dit is precies wat er lijkt te
gebeuren bij veel patiënten met ME.
Het is niet bekend hoeveel kinderen een plaatselijke
tandheelkundige behandeling met hoge concentraties fluoride
hebben ondergaan, alvorens zij het slachtoffer werden van
infecties die tot ME hebben geleid. Door Japanse onderzoekers
van het Nippon Dental College in Tokio uitgevoerde testen met
hoge doses fluoride hebben uitgewezen, dat concentraties van
slechts 57 delen fluoride per miljoen de oorzaak kunnen zijn
van genetische beschadiging en onregelmatige synthese van het
DNA van cellen van zoogdieren. Deze testen waren bedoeld om de
gevaren van smeerbare fluorideproducten ter voorkoming van
tandbederf, met concentraties van 9000 dpm.21 Substanties die
20.000 dpm fluoride bevatten, waarvan wordt beweerd, dat ze de
tanden versterken, kunnen in de toekomst worden gebruikt.
Mijn zoon heeft in de herfst van 1979 een fluoridenbehandeling
gekregen ter voorkoming van tandbederf. Korte tijd later ging
zijn gezondheid snel achteruit, beginnend met maagklachten,
verscheidene minder ernstige infecties en de ziekte van
Pfeiffer, gevolgd door atypische mazelen, meer infecties en
tenslotte, een jaar later, resulterend in ME.
Uiteindelijk bleek dat de fluoridenbehandeling niet werkte ter
voorkoming van tandbederf – in negen jaar tijd had hij vijftien
vullingen nodig.
De Amerikaanse patholoog Majid Ali, verbonden aan de Columbia
University in New York, verklaart, dat chronische vermoeidheid
het resultaat is van een versnelde oxidatieve moleculaire
verwonding. Slechts een goed functionerend enzymsysteem kan ons
tegen dergelijke verwonding beschermen en ervoor zorgen dat
normale energieniveaus gehandhaafd blijven. Bij ME is er
frequent sprake van afwijkingen aan celmembranen, als gevolg
van verhoging van de oxidatieve druk die op deze membranen
wordt uitgeoefend. Dit is de reden, dat slachtoffers een gebrek
aan energie hebben – vergelijkbaar met wat er gebeurt bij
fluoridenvergiftiging.22
Ervaren onderzoekers die gedurende tientallen jaren onderzoek
hebben gedaan naar ME houden vol, dat deze ziekte, net als
polio, ontstaat door schade aan de voorste hoorncellen van het
ruggemerg. die wordt veroorzaakt door een virus dat zich in
maag en darmen nestelt. Dit verklaart waarom polioslachtoffers
verlamd zijn of een slechte motoriek hebben.23 Fluoride blijkt
echter ook de voorste hoorncellen te beschadigen. En terwijl
maag- en darmproblemen kenmerkend zijn voor het chronische
fluoride vergiftigingssyndroom, spelen deze aandoeningen ook
een belangrijke rol bij ME.
Ernstige slaapstoornissen, of omkering van het slaapritme,
zijn typerend voor ME.24 Ophoping van grote hoeveelheden
fluoride in de pijnappelklier van dieren heeft tot
vergelijkbare problemen geleid.25
Tot op heden is het niet bekend in hoeverre deze problemen met
elkaar overlappen en in welke mate fluoride verantwoordelijk is
voor de ontwikkeling van ME. Er zijn aanwijzingen, dat fluoride
hiertoe bijdraagt en bestaande klachten van patiënten
verergert. Het is echter ook mogelijk, zo suggereert de
Nederlandse auteur dr H.C. Moolenburgh, dat ME in feite een
eindfase is van algehele vergiftiging met chemicaliën, waarbij
fluoride als een van de grootste boosdoeners dient te worden
beschouwd.

Vroege tekenen van fluoridenvergiftiging
Wetenschappers die 112 gevallen van fluorose in Ontario, Ohio,
Italië en Brits Columbie hebben bestudeerd, ontdekten de
volgende collectieve symptomen26, die zich lijken te openbaren
voordat de botten worden aangetast:
Botten en spieren – Artritis, met name in de hals, nekwervels
en lendenen, spierpijn, slapende ledematen,
coördinatieproblemen
Maag en darmen – Maagpijn, misselijkheid, overgeven, een
opgezwollen buik, diarree, constipatie, hevige pijnscheuten in
de onderbuik, ontstekingen in de mond.
Neurologisch – Op migraine gelijkende hoofdpijn, troebel zicht
met bewegende vlekken, stuiptrekkingen, spierfibrillatie
Ademhaling – Neus- en bindvliesproblemen, emfyseem, astma,
neusbloeding
Andere symptomen Hoest, overmatige slijmproductie,
ademhalingsmoeilijkheden, zweren in demond, bloedend tandvlees,
hartkloppingen, duizeligheid, slaapproblemen, extreme dorst,
veelvuldig urineren, frequent terugkerende
urinewegaandoeningen, oedeem aan de handen en enkels,
gewrichtspijn, stijfheid, reumatische pijn, huiduitslag,
beduidende mentale achteruitgang – hoofdzakelijk
geheugenverlies en concentratieproblemen – oorsuizing,
vermoeidheid en extreme uitputting. Vele mensen worden
bedlegerig.

Fluoride, hyperactiviteit en geweld
Verscheidene studies hebben uitgewezen dat blootstelling aan
fluoride de oorzaak kan zijn van gedragsverandering.27 Tijdens
een conferentie over fluoride in 1998 in Washington maakte
professor Roger Masters bekend, dat er een verband bestaat
tussen de hoeveelheid lood in het bloed van 280.000 kinderen in
Massachusetts en het gebruik van silicofluoriden voor het
fluorideren van water; fluoride verhoogt de giftige effecten en
absorptie van lood.
Zowel in Engeland als in het Amerikaanse Georgia blijken
vormen van gedrag die verband houden met loodvergiftiging,
zoals gewelddadige misdaad, meer voor te komen in
gemeenschappen waar silicofluoriden worden gebruikt dan in
gebieden waar deze zouten niet aan drinkwater worden
toegevoegd. Op dezelfde conferentie maakte dr. Phyllis
Mullinix, een neurontoxicoloog van Boston Children’s Hospital
in Massachusetts, de resultaten bekend van een studie naar het
gebruik van twee steroïden ter behandeling van leukemie bij
jonge kinderen. Eén van deze steroïden was onder meer opgebouwd
uit een fluoride atoom. Een vervolgstudie toonde aan, dat het
gemiddelde IQ van kinderen die met deze steroïde werden
behandeld aanmerkelijk daalde, in vergelijking tot kinderen die
een medicijn kregen dat geen fluoride bevat.28

Fluoride, de bewijslast
Biedt fluoride bescherming tegen gaatjes? In een woord: nee.
Studies uit de V.S. , Canada en Nieuw Zeeland laten geen
verschil zien tussen de mate van tandbederf in gebieden waar
wel fluoride aan het drinkwater is toegevoegd en gebieden waar
dat niet het geval is.29 Studies naar oorzaken van tandbederf
wijzen uit, dat kinderen in gebieden waar geen of weinig
fluoride aan het drinkwater wordt toegevoegd, over het algemeen
een beter gebit hebben.30 In gefluorideerde gebieden leidt een
hoog percentage van de bevolkijng aan fluorose van het gebit,
waarbij tanden gevlekt zijn als gevolg van hoge concentraties
fluoride in het lichaam. In de Britse stad Birmingham, waar
sinds 1964 fluoride aan het drinkwater wordt toegevoegd in een
verhouding van één deel per miljoen, lijdt meer dan een derde
van de kinderen aan fluorose van het gebit.31
Tandbederf manifesteert zich eerst als kuiltjes en gaatjes aan
het oppervlak van tandglazuur, als gevolg van het onttrekken
van mineralen aan de tand, bij niveaus van fluoride die niet
hoger zijn dan 0,5 mg fluoride per liter of 0,5 dpm.
In grote delen van India bevat het drinkwater van nature hoge
concentraties fluoride. Naar schatting 62 miljoen mensen,
inclusief zes miljoen kinderen, lijden aan endemische fluorose.
Er worden verwoede pogingen gedaan om de bevolking van
gedefluorideerd water te voorzien en hen te informeren over
voedingssuplementen ter preventie van fluorose.
De Duitse Associatie van werknemers van gas- en water bedrijve
– de mensen die de opdracht krijgen om fluoride aan water toe
te voegen – heeft een gedetailleerd rapport over fluoride
opgesteld, met maar liefst 485 referenties naar
wetenschappelijk onderzoek. Na analyse van alle beschikbare
gegevens over fluoride, verwierp het rapport het fluorideren
van water om acht redenen. De conclusie luidde, dat
gefluorideerd water onnatuurlijk is, onnodig, onbevredigend,
illegaal (volgens twee Duitse wetten), onverantwoord,
schadelijk voor het milieu, oncontroleeerbaar en inefficiënt.32

Fluoride hoopt zich op na verloop van tijd
Hoewel lange tijd werd aangenomen, dat fluoride in drie en
half uur uit het lichaam wordt verwijderd, doet de ervaring van
slachtoffers van fluoridenvergiftiging vermoeden, dat dit
proces in werkelijkheid veel langer duurt.
Toen een gemeenschap in Alaska met fluoride werd vergiftigd,
als gevolg van het slecht functioneren van de apparatuur die
wordt gebruikt voor het fluorideren van water, stelden
onderzoekers vast, dat niveaus van fluoride in bloed niet
binnen 24 uur normaliseerden, zoals werd verwacht. Negentien
dagen na de vergiftiging bedroeg het gemiddelde niveau van
fluoride 0,092 mg/liter bloed, bijna drie keer hoger dan het
niveau bij een kleine minderheid van niet vergiftigde mensen
uit dezelfde gemeenschap.33
In plaats van snel te worden afgevoerd, zo tonen studies aan,
hoopt fluoride zich na verloop van tijd in het lichaam op,
waardoor op oudere leeftijd giftige niveaus kunnen worden
bereikt. Fluoride heeft een specifieke voorkeur voor botten en
wordt algemeen in verband gebracht met de ontwikkeling van
osteoporose en het frequent ontstaan van heupfracturen.34
Accumulatie van fluoride kan, als dit proces in de kindertijd
begint, al na 38 jaar tot botbeschadiging leiden, bij een
relatief laag niveau van vergiftiging. In gebieden waar het
fluoridengehalte van water vier delen per miljoen is – het
toegestane maximum, dat evenwel ver onder het fluoridengehalte
van tandpasta ligt, zal de accumulatie van fluoride rond het
veertigste levensjaar echter een middelmatig tot hoog niveau
hebben bereikt.
Als algemene regel geldt, dat bij benadering de helft van de
dagelijkse inname van fluoride in het lichaam achterblijft.
Terwijl gezonde nieren slechts 50% van de fluoride kunnen
elimineren, wordt de rest in verkalkte weefsels, zoals botten
en tanden, geabsorbeerd, evenals in sommige organen. Bedenk,
echter, dat je ook fluroide uit andere bronnen, zoals voedsel,
binnenkrijgt. Tot onze ontzetting hebben we ontdekt, dat
maaltijdvervangers voor mensen die ziek zijn maar liefst 0,15
milligram natriumfluoride per 100 milliliter bevatten!

Fluoride – een dodelijke dosis
Veel van wat we weten over de effecten van
fluoridenvergiftiging, is het resultaat van onderzoek naar
gefluorideerd water. Op grond van dit onderzoek is vast komen
te staan, dat fluoride dodelijk is, als je er voldoende van
inneemt.
Sinds de jaren vijftig, hebben voorstanders van fluoride
volgehouden, dat toevoeging van fluoride aan water, in een
verhouding van één deel fluoride per miljoen delen water een
minimaal risico vertegenwoordigt – tussen 2250 en 4500 keer
minder dan nodig zou zijn om een volwassene te doden, en 250
tot 500 keer minder dan nodig zou zijn om een kind te doden.
Uit verscheidene meer recente rapporten blijkt echter, dat de
‘veronderstelde giftige dosis’van fluoride – oftewel gebruik
waardoor therapeutische interventie en hospitalisering
noodzakelijk is – feitelijk teel lager is, namelijk tussen 32
en 64 mg fluoride per kilo lichaamsgewicht, wanneer deze
hoeveelheid niet gespreid, maar in één keer wordt opgenomen.35
Acute vergiftiging is in de V.S. opgetreden bij doses van 0,1
tot 0,8 milligram per kilo lichaamsgewicht – of 6 tot 48 mg
voor eenvolwassene van zestig kilo.36
Natriumfluoride is een mix van natrium en fluoride. De
hoeveelheid pure fluoride in tandpasta bedraagt ongeveer de
helft van een gegeven hoeveelheid natriumfluoride en ongeveer
een achtste van natriummonofluorofosfaat. Niettemin, de huidige
tandpasta formules bevatten voldoende fluoride die uitstijgt
boven de grens voor jonge kinderen. Bijvoorbeeld, een kind met
een lichaamsgewicht van tien kilogram, dat vijftig mg fluoride
binnenkrijgt – ruwweg het equivalent van één derde van een tube
van honder milliliter of 15000 delen fluoride per miljoen delen
tandpasta of de helft van een tube van honderd milliliter of
1000 delen fluoride per miljoen delen tandpasta – zal
waarschijnlijk een giftige dosis hebben binnengekregen.37

Minimaliseer de blootstelling aan fluoride
Hoewel je blootstelling aan fluoride niet geheel kunt
voorkomen, kun je wel het risico van overdosering
minimaliseren.
Om fluoridenvergiftiging te vermijden:
Eet voedingsproducten die weinig fluoride bevatten, zoals
melk, eieren, rood vlees (geen orgaanvlees), producten met een
beschermende schil – zoals watermeloen, citroen, banaan,
kokosnoot – fruit dat in eigen sap wordt verpakt – ananas – en
fruit dat wordt ingeblikt in niet gefluorideerde of laag
gefluorideerde gebieden.
Neem adequate hoeveelheden vitamine B6 en C
Neem supplementen van calcium en magnesiumzouten om de
absorptie van fluoride door de maag te verminderen en
eliminatie van fluoride te bevorderen
Zorg voor een gezond lichaam en een gezond gebid door het
eten van gevarieerde groenten (kort gekookt of rauw), verse
vruchten, peulvruchten en weinig suiker
Indien mogelijk, vermijd gebieden met gefluorideerd water
Vermijd de volgende medicijnen die fluoride bevatten:
Prozac (fluoxetine), Rohypnol (flunitrazepam), Diflucan
(fluconazol), Flixonase of Flixotide (fluticason), Terfluzine
(trifluoperazine), Fluanxol (flupentixol0 of Floxapen of
Stafoxil (flucloxacilline)
Geloof het of niet, er zijn verschillende tandpasta’s
verkrijgbaar die GEEN fluoride bevatten. Kijk uit naar deze
merken, waarvan je de meeste in de schappen van
natuurvoedingswinkels aantreft. Lees de etiketten zorgvuldig,
aangezien er van sommige merken zowel een fluoride als een niet-
fluoride versie bestaat. Je kunt onder meer kiezen uit de
plantaardige tandpasta van Weleda – van dit merk is er ook een
mondwater zonder fluoride, Tea Tree, Natural Propolis en
Sensodyne sensitive. (Parodontax?)

Onderzoek naar fluoridenvergiftiging:
Als je meer over het risico van fluoride wilt weten, kunt
je verschillende testen laten doen. Zo kun je laten vaststellen
of je overgevoelig bent voor fluoride, of het aantal witte
bloedcellen is afgenomen en in welke mate je in 24 uur tijd
fluroide uitscheidt via urine.
Voordat je een test laat doen, dien je fluoride zoveel
mogelijk te vermijden. Eet derhalve geen diepzeevis, gelatine,
vel van gebakken kip, vermijd frisdrank, gebruik geen
fluoridentandpasta of andere verzorgingsproducten die fluoride
bevatten en zorg ervoor dat je zo min mogelijk aan
sigarettenrook wordt blootgesteld.
Als gezondheidsproblemen door fluoride worden veroorzaakt,
dan zouden deze binnen enkele dagen of weken na het opsporen en
elimineren van de bronnen aanzienlijk moeten verdwijnen.38
Blijf je klachten houden, raadpleeg dan een arts in verband
met mogelijke andere problemen.
_______________________________
1 Clin Toxicol Commerc Prod, 1984; 11: 4, 112, 129, 138
2 G.L. Waldbott et al, Fluoride: The Great Dilemma, Lawrence,
Kansas: Corenado Press, 1978: 148-74
3 P.A. Smith, ed, Handbook of Experimental pharmacology,
Berlin: Springer Verlag, 1970: 48-97
4 J Biol Chem, 1984; 259: 12984-88
5 J Am Chem Soc, 1981; 103:24-8
6 J. Yiamouyannis, Fluoride; the aging factor, Delaware, Ohio:
Health Action Press, 1993: 94-9
7 Fluoride, 1977; 10: 149-51
8 K. Roholm, Handbuch Experimenteller Pharma-kologie,
Ergaenzungswerk, vol. 7, Berlin: Springer, 1938:20
9 J Hyg, 1942; 42: 500-4
10 Seances Soc Biol Fil, 1930; 103: 981-2
11 Bull Schweiz Akad Med Wiss, 1954; 10: 211-20
12 Fluoride, 1998; 31: 175
13 Publ Health Report, 1956; 71: 459-67
14 The Grand Rapid Herald, 28 juli 1955
15 R. Ziegelbecker et al, Emu Verlags Gmbh, Austria: Lahnstein,
1995: 43
16 Fluoride, 1975; 8: 61-85
17 Emu Verlags: 47-8
18 Fluoride, 1998; 31: 13-20
19 InterAction 14, herfst 1994: 53-4
20 J yiamouiannis, The Aging Factor, Health Action Press, 1993:
32
21 Paper presented at a meeting of The Japanese Society for
Cancer Research, 23 augustus 1982, geciteerd in The Ecologist,
1986; 16: 249-52
22 The Canary and Chronic Fatigue, New Jersey, Life Span Press,
1994
23 B.M. Hyde et al, The Clinical and Scientific Basis of ME/CFS,
Ottawa: Nightingale Research Foundation, 1992: 111-6
24 Clin: 285-91
25 J. Luke, Bellingham Conference, 1998
26 Fluoride 1998; 31: 13-20
27 Int Clin Psychopharmacol, 1994; 9: 79-82 Neurotoxicol and
Teratol, 1995; 17: 169-177 Fluoride, 1996; 29: 187-8
28 Fluoride, 1998; 31: 175
29 Fluoride, 1990; 23: 55-67
30 J Can Dent Assoc, 1987; 53: 753-5
31 Health & Homeopathy, Spring, 1998: 24-5
32 Dokumentation zur Frage der Trinkwasser-Fluoridierung, DVGW-
Schriftenreihe, Wasser, nr. 8 1975
33 Fluoride, 1994; 27: 32-6
34 JAMA, 1992; 268: 746-8 / JAMA, 1990; 264: 500-2 / JAMA, 1991;
266: 513
35 J Dent Res, 1987; 66: 1056-60
36 Fluoride, 1997; 30: 89-104
37 J. Public Health Dent, 1997; 57:150-8
38 Professor A.K. Susheela, oktober 1998

[ ~*~AnGeLWinGs~*~ | 13/8/2003 ]

autisme en vit b6
Geen fantasie maar werkelijkheid….

vitamine B6 is geen geneesmiddel. Toch kunnen hoge doses van deze vitamine, in combinatie met magnesium, voor zowel autistische kinderen als volwassenen een wereld van verschil betekenen.

In de wetenschappelijke literatuur heeft geen enkele biologische behandeling van autisme meer stteun gekregen dan het gebruik van hoge doses vitamine B6 – bij voorkeur in combinatie met normale supplementen van magnesium. Sinds 1965 zijn 18 studies gepubliceerd die duidelijk laten zien dat ongever de helft van alle autistische kinderen en volwassenen die aan het onderzoek hebben deelgenomen baat heeft bij hoge dosis vitamine B6.

Een van de weinige dingen die over autisme bekend zijn, is dat de urine van patiëntten abnormale hoeveelheden van bepaalde stoffen bevat. Dubbelblinde placebogecontroleerde experimenten met vitamine B6, die in elf van de achttien studies werden uitgevoerd, hebben aangetoond, dat B6 de niveaus van deze stoffen normaliseert. En in andere studies bleek B6 de hersenactiviteit te reguleren. De effectiviteit van vitamine B6 is in alle achttien opeenvolgende studies aangetoond. Met geen enkel medicijn is – zelfs niet bij benadering – een dergelijk resultaat behaald.

Onderzoek naar het gebruik van vitamine B6 met autistische kinderen is in de jaren zestig gestart. In 1966 rapporteerden twee Britse neurologen, A.F. Heeley en G.E. Robert, dat elf van negentien onderzochte kinderen abnormale producten van de stofwisseling in de urine hadden. Door deze kinderen een enkel tablet van 30 milligram vitamine B6 te geven, normaliseerde hun urine. Destijds zijn echter geen gedragsstudies gedaan.

Een Duitse onderzoeker, V.E. Bonishch, beschreef in 1968 dat twaalf van de vijftien autistische kinderen aanzienlijk beter op hun omgeving reageerden nadat zij hoge doses vitamine B6 – 100 tot 600 milligram per dag – hadden gekregen. Drie van de patiënten van Bonishch spraken voor het eerst in hun leven.

Naar aanleiding van de vele brieven die ik van ouders heb gekregen, ben ik een grootschalig onderzoek gestart naar het effect van hoge doses vitamine B6, niacine, panthotheenzuur en vitamine C, in combinatie met een speciaalvoor dit onderzoek ontwikkeld multi-vitaminetablet. Deze stoffen werden gedurende vier maanden bij tweehonderd autistische kinderen getest, en aan het eind van de studieperiode was het duidelijk datt vitamine B6 van de vier beproefde vitaminen het meest belangrijk is. Bij 30-40% van de kinderen leidde B6 tot aanmerkdelijke verbetering. In een aanttal gevllen was de verandering zelfs opzienbarend. Echter, er was ook sprake van bijwerkingen, zoals prikkelbaarheid, overgevoeligheid voor geluid en bedplassen. Maar toen de kinderen daarnaast ook magnesium kregen, verdwenen deze neveneffecten!

Een andere dubbelblinde, placebogecontroleerde studie die ik in samenwerrking met professor Enoch Callaway en Pierre Drefus van de University of California Medical Centers heb uitgevoerd, heeft statistisch significante resultaten opgeleverd. Kinderen die tussen 300 en 500 milligram vitamine B6 innamen, in combinatie met een paar honderd milligram magnesium en een tablet vitamine B-complex – ter compensatie van tekorten die B6 veroorzaakt – vertoonden beter oogcontact en minder zelfstimulerend gedrag. Tot grote verrassing van hun ouders toonden zij meer belangstelling voor de wereld om zich heen, hadden zij minder woedeaanvallen en begonnen zij meer te praten. Over het algemeen gingen de kinderen zich ‘normaal’ gedragen, hoewel zij niet volledig waren genezen.

Op grond van de resultaten van deze studies kan autisme worden beschouwd als een van vitamine B6 afhankelijk syndroom. Franse onderzoekers reageerden aanvankelijk sceptisch, maar gingen na hun eerste schoorvoetend uitgevoerde experiement bij 44 kinderen in ziekenhuizen overstag. Sindsdien zijn zes studies naar het effect van vitamine B6 bij autisme gepubliceerd, zij het dat de Fransen niet meer dan één gram B6 en een halve gram magnesium per dag gebruikten. Onderzocht werden niet alleen het gedrag van de kinderen en de uitscheiding van homovanillic acid (HVA) en andere producten van de stofwisseling in hun urine, maar ook het effect van B6 op de hersenactiviteit. Elk van deze studies heeft positieve resultaten opgeleverd.

Van vitamine B6 zijn geen significante bijwerkingen bekend. Gedurende de jaren 60, 70 en begin 80, hebben tienduizenden mensen – onder wie duizenden autistische kinderen en volwassenen – grote doses van deze vitamine ingenomen zonder dat er van ernstige neveneffectten melding is gemaakt. Vitamine B6 wordt ook – in hoeveelheden tot 50 gram per dag – gebruikt als tegengif bij mensen die het slachtoffer zijn geworden van bepaalde gifsoorten. Is vitamine B6 giftig? Vrijwel niet.

Bernard Rimland

Naschrift auteur: Voor ons lichaam is vitamine B6 niet giftig omdat onze nieren in staat zijn de spiegels te regelen. Is er te veel? Dan wordt het afgevoerd. Is er te weinig? Dan is het te hopen voor iemand die er last van heeft dat het extra wordt aangevuld.

[ ~*~AnGeLWinGs~*~ | 13/8/2003 ]

Amalgaam IN DE TANDHEELKUNDE
Amalgaam IN DE TANDHEELKUNDE [ 11/4/2003 18:05 | ×¥AngelWings¥× ] Amalgaam IN DE TANDHEELKUNDE
s y m p t o m e n
van kwikvergiftiging
uit amalgaamvullingen hoe bestrijd je de onderstaande symptomen?
(o.a. met het kwikontgiftingsprotocol) begeleidende tekst van deze pagina
Stichting Amalgaamvrij Nederland

Powered by counter.bloke.com
Ademhaling
Asthma
Sinusitis
Verstopt gevoel
Continu hoesten
Terugkerende ontsteking bovenste luchtwegen
Candida in de longen
Pijn in de borst
Sarcoidosis
Ademtekort
CARA m.n. bij kinderen!
Vaak verkouden
Benauwdheid
Hyperventilatie
Mond en kaken en keel
Lichen planus
Pijnlijk en branderig gevoel in de mond
Bloedend tandvlees,
Tandvlees ontsteking
Paradontose – paradentose
Paradontitis – verlies van tanden, losse tanden
Parotitis
Rode, geïrriteerde keel
Slikmoeilijkheden / opgezet strottehoofd
Slechte adem
Speekselvloed, kwijlen
Droge mond
Brandende tong
Aphten
Kaakklem
Constrictie van de mond
Tandenknarsen tijdens slaap (waardoor nog veel meer kwik vrijkomt!!)
Aangezichtspijn
Trigeminusneuralgie
Temporo Mandibulaire Dysfunctie (TMD)
Tandpijn
Zure smaak
Metaalsmaak
Zweren op tandvlees, verhemelte en de tong
en in mondslijmvlies.
Spieren en skelet
Rugpijn
Degenaratie tussenwervelschijven
Lage rugpijnen
Hernia
Ischias
Problemen met de voeten
Zwakheid van de spieren
Fibromyalgie
Spieratrofie
Myasthenia gravis (MG)
Spierkramp
Onwillekeurige spiertrekkingen
Schouder/nek pijnen
Abnormale kromming van de wervelkolom (scoliose)
Ondefinieerbare spierkrampen / beenkrampen
Pijn aan de meniscus
Gewrichtspijnen
Gewrichtsonstekingen op willekeurige plaatsen waardoor kraakbeenverlies
RSI
“Slijtage” van gewrichten
Arthrosis Deformans
Reumatische ziekten
Gezichtsverlamming
Verschietende zenuwpijnen
Vermoeide benen
Verlammingen van benen en armen
Gehoor en gezichtsvermogen
Lichtgevoeligheid
Troebel zicht
Dubbelzien
Tunnelzien
Droge pijnlijke ogen
Oorpijn a.g.v. ontstekingen gevolg:. gehoorbeschadiging (kinderen!)
Extreem gevoelig voor geluid
Gehoorbeschadiging a.g.v. kwikvergiftiging zenuwstelsel
Oorgeruisen, pieptoon in het oor, tinnitis
Smaakveranderingen
Duizeligheid (vertigo), duizelingen
Verlies coördinatie van ogen en spieren
Schade aan evenwicht en gehoor / doofheid
Oog- en oorontstekingen
Endocrien/hormoonhuishouding
Altijd een koud gevoel
Nachtelijke zweetaanvallen
Abnormaal veel zweten
Ernstig vitamine B12 (cyanocobalamine) gebrek door onvoldoende opname uit de darm
Oedeem
Geen zin in eten
Verlies of juist toename van gewicht
Neiging tot flauwvallen
Koude handen en voeten
Gevoel alsof het heet is
Branderig gevoel
Vaak koude rillingen
Prostaat problemen: goed- en kwaadaardige tumoren
Baarmoeder: myomen, cysten
Eierstok-afwijkingen: cysten, tumoren etc.
Problemen met vruchtbaarheid, onvruchtbaarheid
Eileider-ontstekingen, implantatie-problemen, buitenbaarmoederlijke zwangerschappen
Menstruele stoornissen, pijnlijke en langdurige (pre)menstruatie
Sexuele problemen en afwijkingen
Permanent sexueel opgewonden, voyeurisme en dwangmatige sexuele uitingen
Hypofyse-, schildklier- en hypothalamus afwijkingen, verlaagd serotonine
Verlaagde schildklierwerking door verlaagd TSH (remming hypothalamus RF)
Hyperthyreoidie door hypothalamusafwijkingen (verhoogde TSH productie)
Cysten in de schildklier, schildkliertumoren
Bijnier afwijkingen (adrenaline en cortison: tekort/teveel)
Pijn in de borsten, cysten in de melkklieren, mastopathie
Mamma carcinoom (borstkanker) wordt rechtstreeks gerelateerd aan kwikvergifitiging
Psych(olog)isch
Faalangst
Borderline syndroom
Verminderde stressbestendigheid
Snelle stemmingsverandering / moeite eigen gedrag onder controle te houden
Geweldsfantasieën
Snel geïrriteerd, neiging tot roekeloos gedrag (b.v. in het autoverkeer)
Plotselinge woede
Nerveus / constant gespannen zijn / neurotisch gedrag / innerlijke onrust
Slaapproblemen, ernstige slapeloosheid
Slaapverlamming
Hypnagoge hallucinaties
Hallucinaties
Psychosen / waanvoorstellingen / achtervolgingswaan
Verward, reden voor psychiatrische behandeling
Schizofrenie, decorumverlies/achterdocht, paranoia
Angsten / paniekaanvallen / pleinvrees
Vergeetachtigheid
Concentratieproblemen, direct afgeleid
Roekeloos rijgedrag, neiging tot bestraffend optreden tegen willekeurige medeweggebruikers
Soms neiging tot crimineel gedrag, psychopathie, gering gevoel van eigenwaarde en geringe gewetensfunctie
(een groot deel van de delinquenten in Nederland is vergiftigd door kwik uit amalgaamvullingen; daar is helaas nooit onderzoek naar gedaan. Door professor Buikhuizen in Leiden is in de 70’er jaren onderzoek gedaan naar biologische oorzaken van gedrag, deze man werd belachelijk gemaakt, de tijd heeft hem in het gelijk gesteld, dat is wel zeker)
Slecht korte termijn geheugen
Concentratie- en geheugenproblemen, automatisch gedrag.
Moeite met logisch denken / van de hak op de tak springen
Niet uit woorden kunnen komen, asynchroon spreken en denken
(meer dan 20% van de psychiatrische patiënten in ziekenhuizen is opgenomen vanwege kwikvergiftiging uit amalgaamvullingen)
Chronische vermoeidheid / gebrek aan energie / slapheid, ME
Belabberd lamlendig gevoel
Permanente depressieve stemming
Hypochondrie
Neiging tot zelfmoord, suïcidale gedachten
Geen zelfcontrole
Geen zelfvertrouwen
Vergrote behoefte aan ‘middelen’: (koffie, tabak, alcohol, canabis, suiker, anti-depressiva, 1,4 benzodiazepines, heroine, cocaine, xtc)
Hang naar druggebruik door de voortdurende pijn in spieren, gewrichten, maag-darmkanaal, hoofd etc.
Voorkeur voor infantiele sexualiteit, regressiegedrag
Pathologische en/of neurotische ontrouw in relaties
Onvolwassen gedrag, niet in staat tot het voorzien in eigen onderhoud: soms culminerend in landloperij en een zwerversbestaan.
Verlegenheid / bedeesdheid /afhankelijkheid
Extreme afhankelijkheid bij sexuele/liefdesrelaties
Niet kunnen plannen van eigen leven
Geen vertrouwen in eigen toekomst
Geen vertrouwen in eigen lichamelijk functioneren (hartkloppingen, duizeligheid)
Mensenschuwheid
Schrikachtigheid, overgevoelig voor geluid
Besluiteloos
Asperger syndroom, autisme bij kinderen a.g.v. kwik uit de amalgaamvullingen van de moeder en kwik in vaccins
Apathie / ongeïnteresseerdheid
Weerstand tegen intellectueel werk
Minder arbeidscapaciteit (zowel intellectueel als fysiek)
Verminderd reactie vermogen
Verhoogde behoefte aan slaap
Hoofdpijnen / bijv. direct na het eten. / migraine
Neurologisch en neuro-musculair
Slaapstoornissen op het niveau van pathologie (oorzaak van verkeersongevallen)
Narcolepsie
Ziekte van Parkinson
Ziekte van Altzheimer
Frequent onderbroken nachtelijke slaap
Stotteren / moeilijk uit woorden kunnen komen
Trillen van vingers / oogleden / lippen / voeten
Cataplexie
Verdoofd gevoel
Extra gevoelig voor electromagnetische velden
Tintelende sensaties
Onverklaarbare pijnen in gewrichten en spieren
Hoofdpijnen die jarenlang aanhouden en waartegen niets helpt
Clusterhoofdpijn
Migraine
Burn – Out syndroom
Duizeligheid
Chronische vermoeidheid (CFS) ME
Aangezichtspijnen
Gehele of gedeeltelijke verlamming spier(en), diverse spierziekten
Multipele sclerosis (MS) Multipele Sclerose
Ernstige zenuwpijnen als voorbode van MS en ALS
Amyotrofische Lateraal Sclerose (ALS)
Progressive Supranuclear Palsy (PSP)
ME
Tremor
Spraakproblemen
Rusteloze benen
Krampen
Schouder- en nekpijnen
Stijfheid
Gevoel van druk in het lichaam
Flauwvallen
Epilepsie
Hersenbloeding
Immunologisch
SLE
Diverse andere auto immuunziekten
Coeliakie (glutenintolerantie)
Ernstige ondermijning afweermechanisme
Pijnlijk gezwollen lymfeklieren
Snel krijgen van infecties
Candida infecties en andere schimmels
Snel kouvatten
Allergieën
Chronische koorts
Schildklierproblemen
Frequent voorhoofdsholte-ontsteking en/of ontsteking van de bijholten
Tandvleesontsteking, zwellingen mondslijmvlies
Huid en haren
Eczemen (ook bij kinderen van moeders met amalgaamvullingen!!)
Jeuk
Dermatitis
Schimmel
Psoriasis
Granuloma fascialis
Netelroos
Verlies van haar
Verandering van haarkwaliteit
Voegtijdige kaalheid
Vlekken in het gelaat (granuloma facialis)
Droge huid of acné
Blaren
Zweren
Lupus Erythematosus en andere autoïmmuunziekten
Hart- en vaatziekten
Pijnen in de borst (o.a. onverklaarbare pijnen links/midden in de borst)
Infectieuze endocarditis, acuut reuma
Intramusculaire infecties van de hartspier
Abnormale hartgeluiden bv luide mitralis snap
Bloeddruk hoog of laag
Fluctuerende bloeddruk
Angina pectoris
Schimmels op hartkleppen (candida)
Sluitingsdefekten hartkleppen, hartgeruisen
Sinustachycardie, boezem- en kamerfibrillatie
Aritmie, asynchrone contractie hartkamers
Hartinfarct, geleidingsdefecten, bundeltakblok
Hartkloppingen / onregelmatige hartslag / overslaan van het hart / extrasystolie
Atherosclerose
Longembolie
Beroerte, hart- of longinfarct door atherosclerotische trombus
Aneurysma aortae, dissectie van de aorta
Anemie
Koude handen en voeten
Koude neus en/of koude andere delen van het lichaam
Urologisch
Nierafwijkingen
Recidive niertransplantaties
Microalbuminurie
Nefrotoxische acute tubulusnecrose
Chronische nierinsufficiëntie agv glomerulonefritis
Nefrogene hypertensie
Nefritisch en nefrotisch syndroom: focale glomerulosclerose
De Toni-Fanconi syndroom
Vaak plassen
Ontsteking van de prostaat
Urineweginfecties
Tubulo interstitiële nefritis
Auto-immuun nierziekten zoals chronische glomerulonefritis agv SLE
Gastro-intestinaal
Geïrriteerde darmen ‘Irritable Colon Syndrome’ ‘Spastic Colon’
Coeliakie (glutenintolerantie)
Constipatie
Ziekte van Crohn
Colitis ulcerosa: ontsteking van het colon
Maag klachten, zweren in de maag- en dunne darmwand
Misselijkheid
Acute en chronische idiopathische pancreatitis
Pancreas(kop)carcinoom
Obesitas of vermagering
Verminderde eetlust, weerzin tegen voedsel (anorexia)
Levertumoren en andere leverziekten
Galblaas klachten
Overige
Pijnen rond de lever, kapselspanning
Leukemie, lymfklierkanker, schildkliercarcinoom
Ziekte van Kahler Multipele Myeloom
Abnormale eiwitten in het bloed
Allerlei tumoren
Hyperhomocysteinemie
Hypercholesterolemie
Hyperglycemie: acute diabetes mellitus op jonge en volwassen leeftijd
Hypoglycemie
Aangeboren afwijkingen door ‘spontane’ mutaties
Aangeboren misvormingen
Aangeboren stofwisselingsziekten: o.a. PKU en CHT
Talloze ziekten die sinds het midden van de 19e eeuw in de medische literatuur
zijn beschreven hebben hun oorsprong in vergiftiging door kwik uit amalgaamvullingen
(en lood uit waterleidingbuizen) De neurosen, door Freud beschreven zijn waarschijnlijk
voor een belangrijk deel veroorzaakt door kwik uit amalgaamvullingen, kwikdamp uit
spiegels, kwik bevattende geneesmiddelen en lood uit waterleidingbuizen.
Ook industriële bronnen van kwikvergiftiging kunnen niet onvermeld blijven.
Deze lijst lijkt belachelijk overdreven, maar door het taboe dat in de medische
wereld heerst over de ziekten door amalgaamvullingen, zou het toch wel eens
helemaal niet overdreven kunnen zijn.

——————————————————————————–
Uit Heavy Metal Bulletin voorjaar ’96,
(Stichting Amalgaamvrij Nederland en werkgroep Gezond Gebit Zonder Kwik januari 2000)
Een deel van deze lijst is verder aangevuld met informatie van
Dr. M. Daunderer, Dr. H. Huggins, Dr. S. Ziff, Dr. P. Reichert en anderen.

——————————————————————————–

Hoofdpagina
het Chronische Vermoeidheids Syndroom CVS, CFS, ME
Pathologie bij kinderen
Ziekten bij bejaarde mensen
Hoe kan je van deze symptomen af komen?
Stress en Amalgaam
Landelijke en Europese anti-amalgaam stichting :
Stichting Amalgaamvrij Nederland en werkgroep Gezond Gebit Zonder Kwik
Hans de Jonge / Richard van der Poort
Secretariaat Da Costakade 158 1053 XC Amsterdam
Tel/fax/antw: 020-6189124
email: [email protected]
het kwikontgiftingsprotocol
Het Chronische Vermoeidheids Syndroom (ME)
Zwijgen is zilver. Kan kwik gemist worden als kiespijn?

N.B. de ziekte van Lyme agv de Borellia spirochete (tekebeetziekte) kan soms
dezelfde symptomen geven als in de bovenstaande lijst zijn weergegeven! Dus altijd eerst controleren op M. Lyme.
de bovenstaande ziektesymptomen kunnen dramatisch verergeren als het verwijderen van de amalgaamvullingen
niet gebeurt met voldoende voorzorgsmaatregelen door de tandarts!!! zie het kwikontgiftingsprotocol
(Al die vullingen zijn natuurlijk wel veroorzaakt door ons enorme suikergebruik. Suiker is helemaal niet nodig, er
bestaat een ander produkt, STEVIA genaamd, dat wel zoet is maar niet de cariës veroorzaakt. Vanwege politieke redenen
wordt dit produkt niet op de markt gebracht, het is zelfs verboden in de Europese Unie en in de USA!)

Een studie waar geen amalgaamvullingen in worden genoemd: zeer onvolledig uiteraard

Thermometers, Hatters, and ADHD: Mercury and Children

The American Academy of Pediatrics (AAP) issued a July 2001 report urging parents to remove mercury-containing
thermometers from the home.
Physicians should lead the way, by retiring mercury-containing blood pressure meters and thermometers.
We’ve known for a long time that exposure to high doses of mercury can lead to permanent brain damage (the reason Hatters
went Mad). Why the recent concern? A well-designed, prospective study carried out on the Faroe Islands found subtle, but
significant effects of mercury even at very low exposure levels. The higher the mercury found in children’s cord blood and hair,
the worse their memory, attention, and language skills — even at mercury levels once considered safe. Motor skills and
visual-spatial abilities may also be affected even with low-level exposure. Thermometers are a risk – but only if the glass
breaks (and the mercury is ingested or the vapors are inhaled).
Alan Greene MD FAAP
Stichting Amalgaamvrij Nederland

[ ~*~AnGeLWinGs~*~ | 16/5/2003 ]

Gerelateerde artikelen

Back to top button
Close

Een Adblocker gedecteerd

AngelWings.nl wordt mede mogelijk gemaakt door advertenties ♥Support ons door je ad blocker uit te schakelen♥