Kabbalah
3. DE LEERSTELLING VAN DE KABBALAH
3.1 De En-Sof en de Sefiroth
3.1.1..De En-Sof
3.1.2..De Sefiroth
3.1.3..Adam Kadmon- de Hemelse of 1e mens
3.1.4..De 3 zuilen
3.1.5..Sefiroth als boom
3.1.6..De 32 paden der wijsheid
De 2 belangrijkste uitgangpunten van de Kabbalah:
Leerstelling van de En-Sof,
Leerstelling van de Sefiroth.
Zonder de kennis van deze leerstellingen; geen Kabbalisme.
3.1.1 De En-Sof
En-Sof betekent oneindig, grenzeloos: En= zonder, Sof= einde. Deze En-Sof maakt volgens de kabbalisten, geen deel uit van
het menselijk leven. De Sefer-ha-Zohar zegt: “…en van het hoofd van En-Sof ging, als een verzegeld geheim, een wazig
sprankje
stof uit, een middelpunt van een cirkel, wit noch zwart, rood noch groen. Het had geen kleur…”
In de Kabbalah is de En-Sof een niets. Het is een Niets, van het Hebreeuwse woord Ayin: Ayin-Soph.
De En-Sof komt nog vóór de Schepper-God. De En-Sof is niet te plaatsen in ruimte of tijd. Volgens de kabbalisten
is het een
feit dat En-Sof niet de oorzaak is van de wereld, daar Het zelfs boven de aanleiding tot een dergelijke oorzaak staat. De
Kabbalah zegt: “… laat het zo genoemd worden omdat het niet gekend kan worden. Het kennen is onmogelijk. Wat in dit beginsel
van het Iets besloten ligt, kan niet begrepen worden, want immer daalt het af naar het vlak van menselijke onwetendheid daar
het zelfs de Wijsheid-Zelf te boven gaat…”
De werking van de En-Sof, de beweging in Zichzelf, is herkenbaar in de Sefiroth. D.w.z. de werking als activiteit die waarneembaar
is in het resultaat van deze beweging, de onderlinge verhoudingen tussen de 10 Sefiroth, het krachtveld dat de En-Sof belichaamt
(als er van een lichaam gesproken zou kunnen worden). Voor de kabbalisten is het bijzonder belangrijk te begrijpen dat En-Sof
in de kabbalistische zin boven de Schepper-God van het Oude Testament staat. De enige activiteit van de En-Sof, is uitstraling
(herkenbaar in de Sefiroth). Een bundel licht, niets meer.
Volgens het Luria trok het oneindig wezen, de En-Sof, zich in zichzelf terug en vormde hij in de vrijgekomen ruimte – die
hierdoor ontstond en die Hijzelf was – de wereld: het Universum. Na dit samentrekken ontstond het universum. Op dat ogenblik
komt uit de En-Sof de lichtstraal voort, naar de openliggende ruimte, het 1e lichtpuntje waaruit het Sefiroth zouden bestaan.
Om de schepping mogelijk te maken, moest eerst de samentrekking van alle energie, plaatsvinden. Daarna diende de samengebalde
energie zich weer te expanseren (uitzetting; uitbreiding over een grotere ruimte, met betrekking tot gassen en tot het streven
naar vergroting van grondgebied of van afzet) d.m.v. het uitzenden van de verzamelde energie in geconcentreerde vorm, zoals
een laserstraal. De energie wordt na de samentrekking weer losgelaten. Dit loslaten geschiedt volgens vastgestelde schema’s
die paden worden genoemd. JHVH Zaboath (voor mij de Enige God, de Vader, de Oneindige) graveerde Zijn Naam in 32 paden van
Wijsheid d.m.v. de 3 Sepharim: 3 uitingsvormen: Getallen, Letters en Klanken. De Sefer Jetsiràh (zie Sefer Jetsiràh)
zegt:
“…in de 32 mysterieuze paden van wijsheid schreef de Heer. Hij schiep het universum middels 3 uitdrukkingsvormen: Getallen,
Letters en Woorden (Klanken). Tien niet te noemen, de onuitsprekelijke Sefiroth en 22 grondletters: drie moederletters: Àlef,
Mêm, Sjien, 7 dubbele letters: B G D K P R Th en 12 enkele letters: H V Z CH T I L N S O TS Q…”
Deze 32 paden hebben weer betrekking op de 22 letters van het Hebreeuws alfabet en de 10 Sefiroth. De Sefer-ha-Zohar zegt:
“…en uit het licht van die hemelse straling bracht Hij machtige Ceders voort van de Bovenwereld en plaatste Zijn wagen
op
22 gegraveerde Letters, welke waren verdeeld over 10 uitingen en daarin geschreven letters…” ceders zijn de 6 scheppingsdaden,
10 uitingen en letters, de cijfers van de Sefiroth. Het is aannemelijk te denken dat deze 32 paden en deze Sefiroth zich buiten
de En-Sof bevinden, maar de En-Sof en zijn emanaties (zijn daden van vloeien), de Sefiroth, zijn niet van elkaar los te denken.
De Sefiroth zijn de innerlijke psychische functies van God. Eenmaal ontstaan kunnen zijn niet van Hem gescheiden geworden.
Zij zijn Hem…
Wetenschappers trachten de oorsprong van het heelal te ontdekken. Zij zoeken in feite de En-Sof.
3.1.2 De Sefiroth
De Sefiroth zijn 10 lichten die zijn oorsprong vindt in de Sefer Jetsiràh. Ze worden vergeleken met bliksemstralen
en vlammen
van brandende kolen: de En-Sof. De kabbalisten zien de Sefiroth als abstracte eenheden waar door iedere verandering in het
universum zich voltrekt. In de Sefer Jetsiràh wordt de theorie van de Sefiroth behandeld:
JHWH grifte Zijn Naam in 32 paden. Hij schiep het universum d.m.v. 3 uitingsvormen: de Getallen, de Letters en de Woorden
(Klanken).
Er zijn 10 Heilige Sefiroth. De 22 Letters zijn de basis van alle dingen: 3 Moederletters, 7 dubbele Letters en 12 enkele
Letters.
De Heilige Sefiroth zijn de 10 vingers aan de beide handen: 5 + 5, maar in het midden zijn zij een eenheid, met elkaar verbonden.
Er zijn 10 Sefiroth. Tien, niet 9. Tien, niet 11. Als iemands handelen en pogen erop gericht zijn deze wijsheid te doorgronden,
zal hij een wijs man worden. Denk diep na, gebruik uw intelligentie en uw voorstellingsvermogen steeds wanneer ge over dit
alles na denk opdat hierdoor de Schepper in ere hersteld wordt.
De oorsprong van de Sefiroth heeft geen einde en een begin zonder grenzen; elk van hen is een grote afstand, een put van goed
en kwaad, van onmetelijke diepte en van onmetelijke hoogte: zij zijn gevormd uit eindeloze afstanden van oost naar west, van
noord naar zuid, alleen beheerst door de Heer vanaf Zijn Heilige Troon.
Hun aanblik is die van een schitterende vlam die oplicht als een bliksem, onzichtbaar en niet aan ruimte gebonden. Zijn flitsten
naar buiten, van de Troon weg; weg van de Heer, komen terug, vallen voorover in Heilige aanbidding voor Zijn Troon en Het
Woord dat zij spreken is gelijk de wervelstrom.
Hun einde is hun begin. Zij zijn gelijk een stralende vlam die opvlamt van het oppervlak van een laaiend kolenvuur. JHWH is
groots in Zijn Eenheid. Geen is Hem gelijk.
Wanneer ge aan 10 Sefiroth denkt, bedek dan uw hart en verzegel de begeerte van uw lippen om Hun Goddelijkheid te verkondigen.
Doet de Geest het Juk aan. Mocht hij aan uw greep ontsnappen, strekt uw hand uit en breng hem weer onder uw leiding. Zoals
gezegd is: ” …en de levenden snelden voort en keerden terug, gelijk een bliksemschicht…” Zo kwam het verbond tot
stand.
Zij – de Sefiroth – openbaren de 10 getallen:
In het eerste: de geest van de God des levens, luisterrijker dan de levende God: klank van de stem, de Geest en het Woord
zijn van deze aard.
Het tweede: God vormt lucht uit de Geest en verandert deze lucht in 22 Klanken, de Letters van het alfabet, 3 van hen zijn
de Moeders, 7 van hen zijn de dubbele Letters en 12 van hen zijn enkelvoudige Letters. Het derde: de wateren werden door Hem
uit deze lucht gevormd. Hij schreef Zijn bedoelingen op de gladheid van hun oppervlakten. Uit de vormloze ruimte van klei
en slijk vormde Hij de wateren, terwijl Hij het scheidde en vormde tot materie welke die der oorsprong is. Het vierde: en
Hij vormde vuur uit dit water opdat Hij de Merkavàh (zie Sefer Hechaloth) kon scheppen. En Ophanim, Serafim en Cheroebim
waren
de engelen die Hem hierin bijstonden. Met de hulp van deze drie werd de plaats die Hem onderdak gaf, voltooid. Aldus staat
geschreven: “…Hij die Zijn engelen tot geesten maakte, zijn dienaren tot vlammend vuur…”
Uit de enkelvoudige Letters werden er drie gekozen en verzegeld, opdat zij gevormd konden worden tot de Glorierijke Naam IHV.
Met deze Naam werd het universum door Hem in 6 richtingen verzegeld. Het vijfde: naar boven opziend verzegelde Hij de hoogte
met IHV. Het zesde: naar beneden neerziend verzegelde Hij de diepte met IVH. Het zevende: het oosten verzegelde Hij met HIV,
dit deed Hij recht voor Zich uitziende. Het achtste: het westen, werd verzegeld met HVI, toen Hij omzag. Het negende: het
zuiden werd verzegeld met VIH. Dit deed Hij kijkend naar rechts. Het tiende: het noorden werd verzegeld met VHI, dit kijkend
naar links.
Ziet…de Geest van de lucht, het water en het vuur: hoogte, diepte, oosten, westen, noorden en zuiden…Zij zijn de
emanatie
van de 10 Goddelijke Sefiroth.
De Sefiroth vormen, door hun relatie tot de Letters van het hebreeuwse alfabet, óók de namen en uitdrukkingen
van de En-Sof,
zoals de Zohar zegt: “…Zijn Heilige Naam is geen andere dan deze lichten…”
De 10 Sefiroth
Sefiroth Kether: de Kroon der kennis, de Wil, het vriendelijke punt: in deze Sefiroth ligt het blauwdruk van het universum
besloten (de Kroon). In Kether vangt de En-Sof haar uitstraling aan: “…Kether is de Wil: de gedachte, het beginsel aller
beginselen.
In haar is alles wat uit de Allerhoogste is. Haar Goddelijke naam is Ehjeh, wat Ik ben betekent…” Zijn 1e verschijningsvorm
is als een vonk, die opening in de ruimte scheurt. Uit dit punt zullen de overige Sefiroth voortkomen. De verschijning van
Kether is slechts de 1e openbaring van de En-Sof: de 1e uitdrukking van Gods primaire Wil: een Wil tot Willen. Kether is het
gevolg van de En-Sof en alleen in dat verband kunnen beide begrippen onderscheiden worden.
Sefiroth Chochmah: de wijsheid van de kenner, de water van de wijsheid, de Vader der Vaderen. Chochmah, de Sefiroth van Gods
wijsheid, draagt het potentieel van de gehele schepping (kennis) in zich. De Kether daartegen bevat het plan voor deze schepping,
zich uitdrukkend in wijsheid: het Woord, op het ogenblik van doorbreken. Chochmah is de Vader van al het geschapene. Het aspect
van wijsheid, dat opziet naar Kether, de kroon, klaar om het Goddelijke plan uit de En-Sof te ontvangen, stralend naar beneden
om de mensen te onderwijzen: ‘hoe talrijk zijn Uw werken, o Heer. Gij hebt ze alle met wijsheid gemaakt: de aarde is vol van
uw schepselen.’ (Psalm 104: 24). ‘De Heer heeft door wijsheid de aarde gevormd, door verstand de Hemelen vastgelegd.’ (Spreuken
3: 19).
Chochmah wordt in kabbalistisch- en Hebreeuwse geschriften met Zij aangeduid: een vrouwelijke zelfstandig naamwoord. Verwarrend,
wanneer je bij bestuderingen van de Sefiroth, Chochmah als mannelijk wordt aangeduid (Vader der Vaderen). Kabbalist en auteur
Mathers vond de oplossing: iedere Sefiroth is tweeslachtig. De Sefiroth is vrouwelijk gericht wanneer zij ontvankelijk is
van het voorafgaande Sefiroth en hij is mannelijk wanneer hij betrekking van overdracht heeft. Dit met uitzondering van Kether
(de 1e Sefiroth) en Malchoet (de laatste Sefiroth). Kether is mannelijk, omdat het voorafgaande ontbreekt en Malchoet is vrouwelijk,
omdat zij alleen ontvangend en er geen Sefiroth na haar komt.
Sefiroth Binah: verstand en begrip. Binah is de verheven moeder Imma. Uit haar volgen de overige Sefiroth. Binah drukt het
manifest uit van de het eens verborgen Goddelijke zinnebeeld van de wereld.
Binah, Chochmah en Kether staan als drietal voor de gehele Openbaring van het Goddelijk denken: kroon, wijsheid, begrip. Deze
drie Sefiroth kunnen in één gerekend worden. Het is de drietallig formatie van de Goddelijke Gedachte die het
leven doorgeeft
aan het hier direct opvolgend drietal:
Sefiroth Chesed: genade en liefde. Chesed vertegenwoordigt de liefde en genade van God, voorafgegaan door de eenheid uit wijsheid
en begrip (Chochmah en Binah). Chesed wordt als een mannelijke kracht gezien: een productieve en leven schenkende kracht die
zich alleen manifesteert in het universum, maar ook in de mens op zich.
Sefiroth Gevoerah: oordeel of macht. Gevoerah is de macht van God, de Sefiroth van de rechtvaardigheid en de gestrengheid:
straf en vrees. Gevoerah staat voor de 1e scheppingsdag (de 1e Sefiroth van de 6 Sefiroth die de verhoudingen in de stof regeren).
De 1e scheppingsdag, is de dag waarop God het licht schiep en de duisternis van de oorspronkelijke chaos scheidde van het
licht om het 1e dag en 1e nacht te maken. Een leuk gegeven door de Italiaanse filosoof en Bijbelexegeet Obadja ben Sforno
(1475- 1550): het licht waar het 1e hoofdstuk van Genesis over spreekt, was een speciaal licht, een licht dat alleen gedurende
7 scheppingsdagen bestond. Deze veronderstelling zou gebaseerd zijn op de gedachte dat er geen licht kon zijn op de 1e dag,
omdat de zon en de maan pas op de 4e dag geschapen werd. Voor de kabbalist is het geen probleem, integendeel, het is voor
hem de bevestiging dat dit 1e licht – dat een speciaal licht moest zijn – niets anders dan de emanatie van de En-Sof was.
Gevoerah symboliseert de 2e scheppingsdag, toen God de wateren scheidde door het stellen van het uitspansel in het midden
van de wateren. Met wateren wordt de bewerking van Chesed (boven) en de werking van Gevoerah (beneden) bedoeld.
Sefiroth Thifereth: schoonheid. Thifereth is het gemeenschappelijk treffen van Chesed en Gevoerah: het middenpunt tussen leven
en dood, genade en oordeel. Thifereth symboliseert de 3e scheppingsdag. De dag waarop de wateren zich samentrekken en het
land droogvalt. Op deze dag werd ook het plantaardig leven geschapen.
We hadden een stukje terug over de 1e drieëntal: Kether, Chochmah en Binah. In de manifestatie van Thifereth is het 2e
drietal,
het drietal van Gods morele macht (zetel van ethische eigenschappen) voltooid.
Het volgende drietal – het 3e drietal – omvat de Sefiroth Netsach, Hod en Jesod.
Sefiroth Netsach: overwinning en vasthoudendheid van de zon en de maan. Netsach is mannelijk. Met Netsach vangt de 4e scheppingsdag
aan: op deze dag schiep God de zon en de maan. Netsach is de 1e van de 3 krachtprincipes.
Sefiroth Hod: majesteit of luister. Hod is vrouwlijk en passief van aard en werkt op Netsach in. Hod symboliseert de 5e scheppingsdag.
Op die dag schiep God de levende wezens in de zee en het gevogelte aan het uitspansel.
Sefiroth Jesod: grondslag. Jesod symboliseert zowel de mannelijke- als de vrouwelijke geslachtsdelen: het is de zetel van
het beginsel van de voortplanting, sexualiteit. Jesod voltooit het 3e drietal: Gods creatieve kracht in de materie vertegenwoordigt.
Jesod staat voor de 6e scheppingsdag: op deze dag schiep God Adam en Eva
De laatste Sefiroth:
Sefiroth Malchoeth: koninkrijk. Malchoeth is vrouwelijk en een passief beginsel. Door haar stroomt de genade van de En-Sof,
naar de lagere werelden. Zoals Kether evenwicht en harmonie is van de ‘aanvang’, zo is Malchoeth de harmonie en het evenwicht
van het einde. Malchoeth staat voor de 7e scheppingsdag: de 7e dag rustte God.
De 10 Sefiroth zijn over de 4 werelden verdeeld:
1e drietal Sefiroth: wereld Atsiloeth,
2e drietal Sefiroth: wereld Beri’ah,
3e drietal Sefiroth: wereld Jetsiràh,
Sefiroth Malchoeth: wereld Assiah.
Tot zover de wijze waarop de En-Sof zich manifesteert in emanerend werking van de Sefiroth. Let wel: de Sefiroth zijn géén
aspecten van de schepping. Ze zijn het resultaat van Zijn Goddelijke uitvloeiing. Zij zijn allen gelijk in kracht en waarde.
3.1.3 Adam Kadmon – de Hemelse of 1e mens
Het is nuttig het volgende door te nemen: er zijn kabbalisten die van mening zijn dat de 1e vorm, die door de lichtstraal
van de zich emanerende En-Sof geordend werd, niet de Sefiroth, maar het lichaam van Adam Kadmon was en dat vanuit dit lichaam
de Sefiroth opvlamden. We moeten in deze context eerst de Sefiroth beschouwen, waarin zij gelden als delen van het lichaam
van de Hemelse mens:
De eerste drietal:
Kether – de Kroon – vormt het hoofd van deze Hemelse mens.
Chochmah – wijsheid – wordt gekenmerkt als het brein.
Binah – begrip – is het hart van Adam Kadmon.
Het is ook de bindende schakel in dit geheel. Zij verenigt het hart en intelligentie, veel betekenend voor deze mystiek.
Deze drie Sefiroth vormen het hoofd en de functies die bij het hoofd van de Hemelse mens horen.
De volgende drietal:
Chesed – de genade – de rechterarm van Adam Kadmon.
Gevoerah – oordeel of macht – de linkerarm.
Thifereth – schoonheid – de borst van dit mens.
De tweede drietal Sefiroth verwijst naar de activiteit van genade en oordeel van rechter- en linkerarm. Zij werken samen om
schoonheid (borst) te bouwen die Binah, het hart, inwoning biedt.
De 3e drietal:
Netsach – overwinning en vastberadenheid – rechterbeen en rechterdij.
Hod – luister of heerlijkheid – linkerbeen en linkerdij van dit mens.
Jesod – de grondslag en zetel van de voortplanting – vertegenwoordigt Adams voortplantingsorganen.
Jesod verenigt de 7e en de 8e Sefiroth tot een paar dat de materiële wereld vormt.
De laatste Sefiroth:
Malchoeth – koninkrijk – staat voor harmonie en volmaaktheid in Adam Kadmon.
Wanneer je naar een tekening van Adam Kadmon kijkt, wordt hij altijd met de rug naar voren afgebeeld. De waarnemer ziet hem
dus altijd op de rug. Dit vindt zijn oorsprong in Exodus 33: 18- 23, waar Mozes God vraagt Zijn glorie te tonen: ‘…maar
hij
zeide: doe mij toch Uw heerlijkheid zien. Hij nu zeide: Ik zal Mijn luister aan U doen voorbijgaan en de Naam des Heren voor
U uitroepen. Ik zal genadig zijn, wie Ik genadig ben en Mij ontfermen over wie Ik Mij ontferm. Hij zeide: Ge zult Mijn aangezicht
niet kunnen zien, want geen mens zal Mij zien en leven. En de Here zeide: Zie bij Mij is een plaats waar Gij op de rots kunt
staan; wanneer Mijn heerlijkheid voorbijgaat, zal Ik U in de rotsholte zetten en u met Mijn hand bedekken, totdat Ik ben voorbij
gegaan. Dan zal Ik Mijn hand wegnemen en gij zult Mij van achteren zien, maar Mijn aangezicht zal niet gezien worden…’
Deze theorie komt van het Luriaans kabbalisme vandaan. Veel kabbalisten zien Adam Kadmon als de 1e God die door de mens begrepen
kan worden, daar hij – de mens dus – naar Zijn beeld en gelijkenis geschapen is.
De val van Adam Kadmon
Daarna barstte uit de ogen van deze Hemelse mens de straling los die de centrale rol in de schepping zou hebben. Maar de schalen
die gemaakt waren om deze straling op te vangen en te bewaren, braken onder de geweldige spanning opdat het licht uiteen spatte
in miljoenen deeltjes . Deze miljoenen deeltjes zonken tot in het donkerste uithoeken van het pleroma (de vestiging van Kether).
Hieruit komt het kwaad voort: het omhulsel.
Een nieuwe straling was nodig. Deze kwam uit het voorhoofd van Adam Kadmon. Zij leidde tot de configuratie van Sefiroth zoals
die thans geldt. Deze val van het licht leidde tot het breken van de schalen, is de opvatting van veel kabbalisten; geëvenaard
door de val van Adam in het Hof van Eden. De oorspronkelijke harmonie, die God geleidelijk in Zijn schepping wilde grondvesten,
werd verstoord door de val van het licht in het breken van de schalen: de vestiging van het kwaad.
De zondeval van Adam in het Hof van Eden was onvermijdelijk, omdat het archetypische model van deze val – in de val van het
licht in Adam Kadmon – reeds had plaatsgevonden. Het probleem betreffende het herstel van de oorspronkelijke eenheid, lag
niet langer bij God alleen: de mens is nu evenveel verantwoordelijk voor dit herstel. Het lichaam van de aardse mens moet
op dezelfde wijze in het systeem van de Sefiroth staan, zoals bij de Hemelse mens. In ieder mens schuilt de Adam die verbannen
is en terug wilt nar herstel van de orde in de schepping. De terugkeer naar het aards paradijs: de Hof van Eden: let wel:
aldus de kabbalisten
3.1.4 De drie zuilen
Naast de verdeling van de Sefiroth in 3 drietallen (+ één), is er nog en indeling van de Sefiroth, d.m.v. zuilen:
Zuil 1: mededogen: zij is de rechtse zuil en omvat de Sefiroth: Chochmah, Chesed en Netsach (van boven naar beneden). Ontleent
haar naam van de middelste Sefiroth: Chesed: genade of liefde.
Zuil 2: zuiverheid: zij is de middelste zuil en omvat de Sefiroth: Kether, Thifereth, Jesod en Malchoeth (van boven naar beneden).
Er worden een directe verbinding gevormd tussen de Goddelijke wereld van Kether en de stoffelijke wereld van Malchoeth. Zij
vormen twee uitersten: Kether bovenaan en Malchoeth onderaan.
Zuil 3: de gerechtigheid: zij is de linker zuil en omvat de Sefiroth: Binah, Gevoerah en Hod (van boven naar beneden). Ontleent
haar naam ook van de middelste Sefiroth: Gevoerah: oordeel of macht.
De zuilen ‘gerechtigheid’ en ‘mededogen’ worden in evenwicht gehouden door de zuil in het midden, de ‘zuiverheid.’ De Zohar
noemt deze middelste zuil de volmaakte zuil.
Diepere relatie tussen de 3 zuilen
In deze zuilopstelling openbaart zich voor het eerst de idee van de 3 machten:
De macht van de linker zijde: de duisternis.
De macht van de rechter zijde: het licht.
De macht van het midden: de ziel.
De macht van het midden wordt ook wel de Sjechinàh, de vrouwelijke tegenhanger van God. Volgens algemene kabbalistische
opvatting
is de middelste zuil ‘de boom des levens’ en vormen de andere zuilen tezamen ‘de boom van kennis van goed en kwaad’.
Hoe je de Sefiroth verbindt binnen de zuilen
Je moet je houden aan de volgorde van de ‘gewone’ 3 drietallen (+ één).
Dus:
3.1.5 Sefiroth als boom
Nog een benadering van de Sefiroth. Na de benaderingen 3 drietallen (+ één) en de zuilen, komen wij op de benadering
van de
Sefiroth als boom, ‘boom des levens’ in het paradijs. De middelste zuil is de stam van de boom en de rechter- en linker zuilen
zijn de takken van de boom. De Zohar zegt: “…dat de Thorah de boom des levens is en dat allen die zich hier aan wijden
zeker
kunnen zijn van het leven in de komende wereld.”
Er zijn kabbalistische opvattingen die verder gaan en op grond van de overeenkomst tussen de leer en de boom en de 10 Sefiroth
stellen dat God, bij aanvang van Zijn schepping, de daad alles wat ‘komen zou’ in de Sefiroth Chesed grifte. Daarom wordt
Chesed ook wel Thorah Keloelav genoemd: de geopende Thorah. Chesed bevat hierdoor de geschreven en gesproken leer. Deze leer
bleef in Chesed tot op het ogenblik waarop Chesed door Chochmah en Binah werd geactiveerd. Vanaf dat moment werd de geschreven
leer van de Schepper gevestigd in Thifereth en de gesproken leer in de schatkamer van Malchoeth.
de boom van de Sefiroth
De boom des levens en de boom van kennis van goed en kwaad
De Zohar vertelt over de boom des levens. Die boom staat in het midden van de Hof en strekt uit over een afstand van 500 jaar
gaans en aan de voet van de boom ontspringt een rivier en ‘het gedierte des velds’ hebben in de schaduw van de boom een weide.
Er wordt verder in de Zohar gezegd dat de rivier die aan de voet van de boom zich ontspringt, zich opsplitst in tal van kleinere
stromen en dat deze stromen leiden naar de boom van kennis van goed en kwaad. De laatst genoemde boom heet zo, omdat hij door
twee tegengestelde krachten wordt gevoed. Deze boom wordt in het verband gebracht met de 6 scheppingsdagen en is met betrekking
tot deze dagen opgebouwd uit de Sefiroth Chesed t/m Jesod.
De configuratie van de Sefiroth in het algemeen onthult dus een tweevoudig structuur:
De 1e drie Sefiroth vormen de boom des levens.
De 2e en het 3e drietal vormen de boom der kennis van goed en kwaad.
Beide structuren symboliseren de Hof van Eden. De Malchoeth vertegenwoordigt de wereld buiten hen. Logisch: zij vertegenwoordigt
immers de 4e wereld: Assiah. Assiah is deze wereld en het verschil tussen de wereld en de Hof van Eden is onbeschrijfelijk
groot.
3.1.6 De 32 paden der wijsheid
De 32 paden vormen in het Sefirothische diagram de verbindende schakels tussen de Sefiroth onderling. De hoedanigheid en de
aard van het pad wordt bepaald door de corresponderende letter en de 2 Sefiroth die van verschillende zijden op het pad inwerken.
De 32 paden
Ik geef alleen de namen van de 32 paden. In het uitgebreide verslag, bij FAQ op te vragen, vermeld ik de omschrijvingen van
deze paden wel.
Bewonderenswaardige of verborgen intelligentie
Verlichtende intelligentie
Heiligende intelligentie of 1e Wijsheid
Intelligentie die ontvangt – en – bewaart
Onmiddellijke of directe intelligentie
Intelligentie van bemiddelde invloed
Verborgen intelligentie
Absolute of volmaakte intelligentie
Louterende intelligentie
Luisterrijke intelligentie
Fonkelende intelligentie
De intelligentie van de Goddelijkheid
De verenigde intelligentie
De verlichtende intelligentie
Vestigende intelligentie
De triomferende en eeuwige intelligentie
Beschikkende intelligentie
Intelligentie van het Huis der wijsheid
Intelligentie van de geestelijke werkzaamheid
Intelligentie van de wil
Intelligentie van bemiddeling
Intelligentie van de gelovige of gelovige intelligentie
Intelligentie van de standvastigheid
Intelligentie van de verbeeldingskracht
Intelligentie van de verleiding of de beproeving
Intelligentie van de vernieuwing
Natuurlijke intelligentie
De actieven intelligentie
Lichamelijke intelligentie
Intelligentie van het collectieve
Eeuwige intelligentie
Besturende intelligentie
Er is maar weinig geschreven over de praktische toepassingen van deze paden. Zij komen waarschijnlijk overeen met de stadia
van Yoga. Het oorspronkelijk gebruik is ook onduidelijk. Wij gaan ervan uit dat deze paden symbool zijn voor de reis van de
mysticus.
Misschien is het je al opgevallen, maar iedere pad heeft een vorm of differentiatie van de oorspronkelijk intelligentie, die
door Kether van de aanvang af is ontplooid. Deze vormen van intelligentie kan je beter opvatten als ‘bewustzijn’. De 32 paden
van wijsheid duiden 32 specifieke vormen aan van bewustzijn. Dit komt overeen met de gedachten van vele psychologen en vele
Oosterse geleerden, dat er méér dan één bewustzijn zou bestaan.
In de 3e deel van de Zohar, Idra Rabba Kadisj, wordt er een vermelding gemaakt van twee Edens (Hof van Eden):
Een Eden van het hogere bewustzijn; een Eden die niet in zichzelf besloten ligt. Het is verdeeld over 32 paden. Hetgeen betekent
dat de 32 paden der wijsheid van de Sefirothische boom in de configuratie van mens ligt besloten. Dit is het Eden van de Bijbel.
Dit Eden verlangt naar verlossing en wedergeboorte in de oorspronkelijke staat van het licht.
Een Eden van het verborgene; een Eden dat totaal in zichzelf besloten ligt. Over dit verborgen Eden wordt gezegd dat geen
mens dit ooit aanschouwd heeft of ooit zal kunnen aanschouwen. Dit Eden verkeert in een absolute staat van eenheid en is niet
vervuild door de Zondeval.
De twee Edens kunnen niet verenigd worden, aleer de lagere naar het hogere is teruggekeerd. Volgens de Kabbalah kan dat alleen
door het werk van de mens mogelijk zijn.
3.2 De getallen, namen en de becijfering van God
3.2.1..De 3 methoden van interpretatie (profetisch kabbalisme)
3.2.2..Tetragrammeton en Gods andere namen
3.2.1 De drie methoden van interpretatie
De kabbalist gaat er van uit dat het geschreven Woord van God het resultaat is van Zijn inspiratie en dat de Schrift de essentie
van Zijn wezen bevat. Verder gelooft hij dat God in deze heilige Schrift verborgen is en dat derhalve een verborgen betekenis
schuilt in de woorden van de Schrift: een essentie die door Hem opgespoord en blootgelegd moet worden. Om dat te doen gebruikt
de kabbalist 3 methoden van interpretatie:
Gematria: iedere Hebreeuwse letter heeft een getalwaarde. Is eenmaal de getalswaarde van het woord bekend, dan kan de overeenkomst
worden gevonden tussen dit woord en een ander woord met een zelfde getalwaarde. Op die manier kan één getal
verschillende
begrippen vertegenwoordigen. Mijn toetsenbord kent geen Hebreeuwse lettertekens, dus moeten we dat maar zonder doen. Numeri
21: 9: ’toen maakte Mozes een koperen slang en plaatst die op een staak; en wie, wanneer een slang hem gebeten had, op de
koperen slang de blik richtte, bleef in leven…’ De koperen slang van Mozes is in het Hebreeuws NChSj: Noen (=50), Chêth
(=8),
Sjien (=300) = 358, komt wederom op hetzelfde getal als die van de Messias. Veel christelijke kabbalisten zien deze bronzen
slang op de stok als een prefiguratie van Christus aan het kruis; het 1e wat bij het bestuderen bij mij ook opkwam. Dit is
de reden waarom je op middeleeuwse kruizen vaak een kronkelende slang om het dwarshout van het kruis is afgebeeld i.p.v. Christus
Zelf (zie plaatje).
Notarikon: dit is de uitleg waarbij d.m.v. afkortingen en rangschikking de betekenis van woord en zin wordt beïnvloed.
Deze
methode maakt weer gebruik van 2 manieren:
1. Het vormen van een woord door de begin – en eindletter van een ander woord of woorden;
2. De letters van een naam (woord) te zien als de begin – of eindletters van elk woord van een zin.
Het waren christenen die de wijze van rangschikken overnamen en topasten op hun mysteriebeleving. Zo werd al snel de VIS (het
symbool van het christendom en Christus) in deze Notarikon betrokken op de volgende manier: het Griekse woord voor VIS is
ICHTUS. In de Notarikon wordt hieruit de zin: “Iesous Christos, Theou Uios Soter;” “Jezus Christus, de Zoon van God, de Heiland”
gevonden. Vandaar de visjes op de auto’s.
Temura: is de 3e methode van rangschikking die in de kabbalistiek wordt toegepast. In Temura worden volgens vaste regels de
letters van het alfabet onderling verwisseld en gerangschikt. De meest eenvoudige regel: de omkering van de 1e helft van het
alfabet met daaronder de andere helft, leidt tot opmerkelijke resultaten:
K I th ch z v h d g b a
L m n s o p th q r sj t
Jeremia 25: 26: ‘…en de koning van Sesach zal na hen drinken…’ en in Jeremia 51: 41:’…ach, hoe is Sesach veroverd?’
Sesach
blijkt, na het toepassen van de Temura methode, niets anders dan Babel te zijn: SESACH/SJESJAK wordt SjSjK en in de opstelling
van het halve alfabet – als boven – is elke letter verwisseld met de letter erboven of eronder, Sj (e) Sj (a) K (Sjesjak):
b (a) b (e) l, dus Babel.
(zie Gematria)
Deze drie methoden van interpretatie zijn bekend geworden als het profetisch kabbalisme. Ondanks dat de schriftgeleerden niet
gelukkig waren met deze methoden, werden zij wel door hen en kabbalisten toegepast. Dit leidde tot de noodzaak van uniformiteit
(onderlinge overeenstemming).
3.2.2 Tetragrammeton en Gods andere namen
In dit gedeelte van mijn verslag, wil ik een beknopt overzicht geven van de Namen van God, in het licht van het kabbalisme
en de beroemdste constructie van die Namen in het Tetragrammeton. De Tetragrammeton is aanduiding voor de uit vier letters
bestaande godsnaam JHWH. Wanneer dit Tetragrammeton van vocalen wordt voorzien, krijgt het de uitspraak: ADONAI; DE HEER.
Vroeger werd deze uitspraak 1 keer per jaar uitgesproken door de hogepriester. Dat gebeurde op de Grote Verzoendag. De Grote
Verzoendag (Jom Kippoer) is de plechtigste dag van het Joodse jaar, in de Joodse kalender 10 tisjri. Het is de laatste dag
van de tien dagen van inkeer, die op 1 tisjri, het Joodse Nieuwjaar (Rosj Hasjana), beginnen, waarbij de hogepriester, geheel
in het wit gekleed, in het allerheiligste van de tempel vergiffenis vroeg voor de zonden van het volk. De verzoening vond
plaats doordat de schuld van het volk werd gelegd op een van de twee bokken die de hogepriester ter beschikking stonden. Door
loting werd vastgesteld welke van de twee bokken aan God zou worden geofferd en welke de woestijn in zou worden gestuurd,
beladen met de schuld van het volk en een prooi van de woestijndemon Azazel.
Ik ben die Ik ben
De Tetragrammeton heeft zijn oorsprong in de in: “Ik ben die Ik ben” (Exodus 3: 14). Voor die tijd stond hij bekend als de
Sjem ha-meforasj, de 72-lettergrepige Naam van God, bestaande uit 216 letters. Volgens de overlevering vormen de verzen van
Exodus 16: 19- 21 de oorsprong van de Sjem ha-meforasj. Ieder vers bevat 72 letters. De 72-lettergrepige Naam van God Sjem
ha-meforasj, werd uitgedrukt door de letters JHWH. De overeenkomst tussen Sjem ha-meforasj en het Tetragrammeton, ligt in
het feit dat de andere regel van de Gematria op het 4 letterwoord JHWH van toepassing wordt gebracht:
Jod = 10
Hê = 5
Waw = 6
Hê = 5
Bijelkaar = 26
Hierbij wordt de waarde van de som van de letters toegevoegd:
Jod = 10
Hê + Jod = 15
Jod + Hê + Waw = 21
Bijelkaar = 46
26 + 46= 72
En 72 is gelijk aan de Naam Sje ha-meforasj. JHWH en Sjem ha-meforasj zijn beide van gelijke kracht.
Er zijn nog andere Namen van 14, 22 en 42 letters en die zijn minder bekend. Daarom nog even het volgende:
De Naam van God (Sjem betekent naam), die opgebouwd is uit 14 letters, wordt gevonden door de Naam op bouwen uit Deuteronomium
6: 4: ‘ hoor Israël, de Heer is onze God: de Here is Eén’. Vervolgens pas je de Temura toe. Deze tekst is tevens
de tekst
van de Mezoezàh, het kokertje dat door gelovige Joden op de rechter deurpost wordt bevestigd met daarin de smalle stroken
perkament. Daarin staat de met de hand geschreven teksten die betrekking hebben op de Naam uit Deuteronomium 6: 4- 9 en 11:
13- 21.
De Naam uit 22 letters zijn (let wel, ik kan geen Hebreeuwse letters via mijn toetsenbord weergeven en lees het van links
naar rechts, zoals de Joden dat doen):
Sàmech (S), Taw (T/Th), Koef (K), Gimmel (G), Àlef (…)
Sàmech (S),Taw (T/Th), Sàmech (S), Pe (P)
Sàmech (S), Yod (Y), Sàmech (S), Pe (P), Sàmech (S), Pe (P)
Daleth (D), Yod (Y), Waw (W), Gimmel (G), Sàmech (S), Yod (Y), Sàmech (S)
De traditie wilt dat deze Naam van 22 letters een kabbalistische rangschikking is van de Zegening der Priesters van het dagelijks
gebedenboek voor de Joodse eredienst. De zegening luidt: “de Here zegene u en behoede u. de Heer late Zijn aangezicht over
u lichten en zij u genadig. De Here wende Zijn aangezicht naar u en geve u vrede…”. Deze Naam was zo populair dat hij
in de
dagelijkse gebeden in de synagoge werd opgenomen. Hij ontleent zijn kracht – volgens de heersende opvattingen – aan het feit
dat hij, evenals het Hebreeuwse alfabet, uit 22 letters bestaat.
De Naam die uit 42 letters bestaat, zou zijn opgebouwd uit de 1e 42 letters van de Bijbel (gewoon van links naar rechts lezen):
ABG YTS
QRA STV
NGO YCS
BTR STG
CQBTNA
YGL PZQ
SQVSYT
Voor meer: orde van de Schepping!
Magie en Kabbalah
Magie is geen kabbalisme en dat geldt visa versa ook. De echte kabbalist gebruikt de Namen voor het verkrijgen van Goddelijke
hulp bij het zoeken naar een relatie tussen ‘boven’ en ‘benenden’, bij zijn streven deze krachten te organiseren en te vitaliseren.
Bij de magiërs is het anders. Zij zijn gericht op macht en heerzucht. De natuur dient, volgens hen, geholpen te worden
om
tot een hereniging te komen. In hun zelfzuchtige opvattingen, koppelen zij demonische machten uit het duistere rijk van Kelippoth
met de dynamiek van de natuur, om iets of iemand te winnen of zelfs iets of iemand te vernietigen. Dit is geen weg voor de
kabbalist. Alles is heilig voor hem en de Namen van God zijn de krachten die de schepping naar EENheid dragen.
3.3 Het wezen van de mens
3.3.1..De ziel en haar indeling
3.3.2..De oorsprong van de ziel
3.3.3..Man-vrouw, de oorspronkelijke deling
3.3.4..De ziel van de mens
3.3.5..De dood en de ziel
3.3.6..De Sjechinàh
1 Samuël 28: 14: ‘…maar de koning sprak tot haar (waarzegster): vrees niet, maar wat ziet ge? De vrouw antwoordde
Saul: ik
zie een bovennatuurlijk wezen uit de aarde opkomen’. Hier gaat het om de manifestatie van de opgeroepen geest van de dode
Samuël. Uit deze opvatting blijkt duidelijk dat de ziel na de dood onder de aarde verblijft. Let wel: dit is de periode
vóór
het leven, dood en Opstanding van Christus. In dit Bijbelfragment kan je lezen dat er geloofd werd dat de ziel als een losstaand
aparte eenheid is. De woonplaats van de ziel is het bloed in het lichaam. Zodra de ziel het lichaam verlaat, gaat het in de
aarde wonen.
De opvatting omtrent de huisvesting van de ziel in het bloed komt uit het volgende:
Kosjer of niet-kosjer betreft het eten van vlees. Genesis 9: 3 en 4 zegt dat God heeft gezegd dat: ‘alles wat zich roert,
wat leeft, zal u tot spijze zijn…alleen vlees met zijn ziel, zijn bloed, zult gij niet eten…’. En de Heer komt in
Deuteronomium
12: 23 erop terug: ‘…houdt er echter aan vast dat gij geen bloed eet, want bloed is de ziel, en gij zult niet de ziel
eten
met het vlees.’ Opgeteld:
De ziel woont in het bloed van het lichaam,
Gaat na de dood in de aarde wonen,
Genesis 9: 3 en 4 en
Deuteronomium 12: 23
Vereenzelvigen zich in de loop van de geschiedenis met het laatste aspect van een drie-enige ziel: Nefesj: levensadem. Een
rabbijnse opvatting vertelt ons dat zielen al vóór het lichaam bestaat. De oorsprong van de ziel ligt in de
Hemel en zij wordt
door God aan de mens toegedeeld. Het Daily Prayer Book zegt: “…o mijn God, de ziel welke Gij mij gaf is rein, Gij hebt
haar
geschapen, Gij hebt haar gevormd. Gij hebt haar ingeblazen. Gij houdt haar in stand in mijn lichaam en Gij zult haar aan mij
in het leven hierna teruggeven. Zolang mijn ziel in mij woont, zal ik U dank brengen. O Heer, mijn God en God mijner vaderen.
Heer aller werken, Heer aller zielen. Gezegend zij Gij, o Heer, die de ziel aan de doden teruggeeft…”
Ik kan aan de rabbijnse opvatting nog iets aan toevoegen. Er wordt geloofd dat wanneer een kind huilend uit de moeder komt,
het in 1 oogopslag alle ellende van de wereld ziet, wat zijn huilen uitlegt. Vervolgens vergeet het de waargenomen ellende
in 1 klap. De ziel van het kind zag het verschil tussen het Hemels en aardse leven. Al gauw namen de kabbalisten deze opvatting
over.
3.3.1 De ziel en haar indeling
De ziel wordt in 5 afzonderlijke delen omschreven:
Gaat over de driedeling van de ziel,
Over de oorsprong van de ziel,
Het onderscheid tussen het mannelijke en vrouwelijke in de ziel,
De relatie tussen zie en individu en
De ziel in het hiernamaals.
De drie graden van de ziel
De ziel kunnen wij in 3 graden verdelen:
Nefesj: grove element en de drager van alle instincten en lichamelijke begeerten,
Roeach: element van de morele deugden, de kennis en onderscheid tussen goed en kwaad,
Nesjamah: element van de hoogste graad van de drie-eenheid die met recht zie genoemd mag worden.
Deze drie graden van de menselijke ziel pre-existeren in de 1e wereld (zie 2.3.2: de Iejoenieth), de wereld van de emanatie:
Atsiloeth.
Nefesj
Volgens de Sefer ha- Zohar is dit de enige deel van de ziel die zondigen kan. Dit deel is tevens geheel aan het lichaam gebonden.
Verder wordt het de animale (dierlijke) ziel genoemd, omdat het vele instincten en begeerten bevat.
Roeach
De bemiddelaar tussen de mens en God. In Roeach zit het moraal. Dit niveau wordt ook wel de intellectuele geest genoemd. Roeach
manifesteert zich in een overbruggende kracht tussen twee uitersten van de ziel: Nesjamah en Nefesj, hoewel Roeach duidelijk
met Nefesj verbonden is. Nefesj en Roeach zijn één en hetzelfde element met twee aspecten, waarin de Nefesj
de zetel voor
Roeach vormt.
Nesjamah
Het hoogste gebied wat bereikt kan worden. Volgens sommige kabbalistische opvattingen kan de Nesjamah pas ervaren worden,
wanneer je dood bent. De volmaakte toegewijde mens kan alleen een overledene zijn. Het is de volmaakte toewijding van de mens.
Zij wordt over het algemeen geïdentificeerd met de Sjechinah, met God in de wereld. Nesjamah is niet aan de lagere elementen
gebonden.
Ik heb, als christen, één en ander over deze zielelementen te zeggen. Ik ben er helemaal mee eens. Ik geloof
hier heilig in.
Ieder christen gelooft hier heilig in. Ik zal je uitleggen waarom:
Nefesj is de menselijke ziel an sich, met zijn eigen menselijke instincten die hij volgen zal. Op een gegeven moment leert
dit mens Jezus Christus kennen. Hij gaat in de materie verdiepen en komt tot bekering.
Door de bekering wilt de christen de Heilige Geest in zijn hart hebben, die als zijn geweten zal functioneren. De Heilige
Geest leert je de normen en waarde aan die de Here zien wilt. Roeach is die Heilige Geest die je ontvangen zal. Roeach staat
immers voor het morele gedeelte van jezelf. Je bent nog wel aan je Nefesj, je menselijke instincten gebonden.
Wanneer je dan als christen overlijdt (ik ben van mening dat het ook geldt voor de gelovige Jood), zal hij in de Hemel komen
om met de Here in eeuwigheid te leven. Dat is het ultieme die je bereiken kan, maar niet in je aardse bestaan. Wij kunnen
pas volmaakt en toegewijd zijn, wanneer wij van dit aardse bestaan verlost zijn. In dit stadium is de Heilige Geest klaar
met jou, Roeach, en je bent niet meer gebonden aan je menselijke instincten, Nefesj. Je hebt het volmaakte stadium bereikt:
Nesjamah.
Frappant hoe de geloofsstromingen overeenkomen! Men gebruikt alleen andere benamingen voor!
De zielelementen en de Sefiroth
Persoonlijk voel ik me meer voor de opstelling van Isaäk Luria. De correspondentie tussen de midden Sefiroth (de 3 zuilen):
1. Nefesj in Malchoeth.
2. Roeach in Thifereth.
3. Nesjamah in Kether.
Ik zal je vertellen waarom ik dit beter vind.
Malchoeth komt overeen met de 4e wereld: Assiah. Deze vertegenwoordigt de aarde (zie 2.3.3 de ontwikkelingen in het kabbalisme).
Nefesj is het element waarin onze zielen op deze aarde bevat.
Thifereth staat ook voor, naast schoonheid, het middenpunt tussen leven en dood, genade en oordeel (zie 3.1.2: de Sefiroth)
dat uit het moraal komt: Roeach. Tevens vertelde ik je toch dat Roeach zetelt in Nefesj? Ik vertelde je dat gedeelte over
de 3.1.2: Sefiroth dat de manifestatie van Thifereth is het 2e drietal, het drietal van Gods morele macht, zetel van ethische
eigenschappen is!
Kether is de 1e wereld, Atsiloeth, de wereld van de Goddelijke straling en emanatie. Het niveau waarop de mens “het Plan”,
de blauwdruk van het Zijn leert kennen. “Het Plan” is afgepakt en misbruikt is door de New Agers.
3.3.2 De oorsprong van de ziel
Volgend de kabbalistische traditie is de ziel in het Hof van Eden gevormd door het bijkomen van de 4 winden: Noor, Zuid, Oost
en West. Het gebeurde op hetzelfde moment toen God ‘beneden’ de 1e mens geschapen had uit de 4 elementen: vuur, lucht, water
en aarde. Na deze 2 handelingen, toen het voltooid was, is de mens met ziel ontstaan.
Volgens de Zohar heeft God alle zielen die voor de belichaming van de mensen bestemd waren, geoordeeld. Elke ziel verscheen
in deze fase in de gedaante die later het lichaam voor God zou zijn. Zij smeekten en baden Hem om in de Hemelen te mogen blijven,
maar God zond hen toch naar de plaats op aarde waar intussen het gevormde lichamen op hen wachtten. Voordat de ziel afdaalt
naar de wereld van de aarde, moet zij van het aardse paradijs opreizen naar de Merkavàh . Daar aangekomen ontleent
de ziel
haar wezen aan de Troon. Het zou kunnen dat op dat moment de zielelement Nesjamah ontnomen wordt. Dit is de voorbereiding,
volgens de Sefer ha- Zohar, op het aardse bestaan van ons allemaal; nadat de oorspronkelijke deling man-vrouw voldaan is.
3.3.3 Man-vrouw, de oorspronkelijke indeling
De door God geschapen zielen waren niet te onderscheiden in mannelijk of vrouwelijk. Deze tweeheid was één in
zichzelf, gelukkig
gehuwd en uiterst close met elkaar. Eenmaal beneden aangekomen, worden zij gescheiden en alleen God weet waar de twee helften
op aarde rondlopen. Door de weg van de Waarheid kan de ene helft de andere vinden en in het aardse leven herenigd worden.
Als de 2 helften elkaar tijdens het leven hier ontmoeten, voldoen zij aan de Waarheid, daar hun hereniging al vaststond voor
hun geboorte. Alleen gebeurt het vaak dat die 2 delen elkaar niet vinden, want er is geen garantie dat zij elkaar vinden.
Wanneer de mens verdorven raakt, kan de wederhelft aan een ander gegeven worden. Na de dood zullen zij uit elkaar gehaald
worden, wat voor God een gruwel is. Vergeet niet dat God Zelf dit verordend heeft. Op dat moment zullen de delen van de zie,
die ooit bij elkaar hoorden, herenigd worden.
3.3.4 De ziel van de mens
De ziel is middelaar tussen de mens en het Goddelijke. Dit benadrukt de kabbalistische traditie nog eens extra in de opvatting
over de werkzaamheid van de ziel tijdens de slaap. De ziel zou tijdens de slaap het lichaam verlaten. Halverwege, tussen Hemel
en aarde, wonen 128000 gevleugelde figuren die als taak hebben de woorden, die door de mensen op aarde gesproken worden, door
te geven ter beoordeling. De ziel van een slecht mens ontmoet een menigte onreine geesten, op het moment dat zij het lichaam
verlaat. Zij vangen de ziel op, klemmen zich aan haar vast en ondertussen vertellen zij de ziel leugens over wat er binnenkort
op aarde zou plaatsvinden. De ziel van een goed mens gaat dwars door de laag van de onreine geesten omhoog naar de sferen
van de Heilige Engelen. Zij krijgen de waarheid omtrent gebeurtenissen die op aarde staan te gebeuren staan, te horen. Op
de terugweg worden deze zielen lastiggevallen door de onreine geesten. De onreine geesten proberen het nieuws uit de Hemel
te ontfrutselen en deze ten goede van henzelf aan te wenden.
De oorsprong van de droom
Vervolgens geven de zielen het nieuws van de engelen door aan mensen, in een vorm van een droom. Kabbalisten zien dromen van
een Goddelijke aard. Zij baseren dat op de Bijbeltekst Numeri 12: 6: ‘…hoort Mijn woorden, indien onder u een profeet
is,
dan maak Ik, de Here, Mij in een gezicht aan hem bekend, in een droom spreek Ik tot hem…’ De op 1 na hoogste profetische
wijsheid
is het visioen (innerlijk gezicht, het zien van personen, zaken of toestanden die op natuurlijke wijze niet zichtbaar zijn).
De droom is hiervan de laagste graad. In dit geval geeft de engel de info door aan de ontvanger. Volgens de Zohar wordt de
mens, op wiens ziel door God goedgunstig gezien wordt, onmiddellijk zwaar beproefd door aardse problemen. Door lijden kan
de ziel zich in haar ware kracht berust worden. Wanneer een mens niet meer droomt, geloven de kabbalisten dat dit een voorteken
is dat hij snel sterven zal. In dat geval brengt de ziel van haar reizen naar boven geen info meer terug. 30 dagen voor het
sterven stijgt de ziel ’s nachts op naar de plaats boven die voor haar bestemd is.
3.3.5 De dood en de ziel
In die 30 dagen leeft de mens zonder de Nesjamah.
Het oordeel
In deze periode is de Nesjamah naar boven gezonden voor het oordeel. De Nesjamah bekent de gedachten, woorden en daden van
de mens. Ondertussen is de doodstrijd in het lichaam van de mens heviger dan ooit. Wanneer het oordeel van boven gunstig uitvalt,
zal het lichaam van de stervende hevig transpireren en de pijn verdwijnt. In dat geval keert de Nesjamah terug m de stervende
bij te staan. Daarna kraait de zwarte haan (zwart, omdat de kleur van het oordeel is) 3 maal en dát geluid kan alleen
de stervende
horen. Bij de laatste kraai verschijnen alle verwanten en vrienden van de overleden mens vóór hem. Wanneer het
oordeel gunstig
is, verheugen vrienden en verwanten zich op de kost van de stervende en de ziel wordt onmiddellijk opgenomen naar de voor
haar bestemde plaats.
Wanneer het oordeel ongunstig valt, wordt de mens alleen door zijn zondige vrienden herkend en een groot wéé-wéé-geroep
verscheurt
de stilte van het ogenblik wanneer de gedaanten in vurige zuilen veranderen die naar de hemel schieten. De ziel van de mens
wordt voor een bepaalde tijd gevangen gehouden op aarde.
De opstijging van de Nefesj
De 1 zegt na 7 dagen en de ander zegt na 12 maanden, maar hoe dan ook; volgens de kabbalisten stijgt de Nefesj op. Dan bereikt
de Nefesj de poorten van de Hof van Eden. Daar staan de Cherubs met het vurige zwaard. Indien zij waardig wordt geacht, wordt
ze daar toegelaten. In de Hof wachten haar 4 engelen. Zij reiken aan de Nefesj de gestalte van een nieuw lichaam aan. Dan
wacht de Nefesj op het moment dat zij zich mag verenigen met het lichaam van de Koning. Maar, daarvoor moet zij ook waardig
geacht worden. Uiteraard kan het ook gebeuren dat de Nefesj van de overleden mens niet waardig geacht wordt het Hof te betreden.
In dat geval wordt zij overgeleverd aan de vorst van de duisternis: Doemah. Hij is de vorst van de hel: Gehinnom. De Nefesj
wordt door 7 poorten geleid naar het binnenste van de hel. Daar wordt ze rondom ingesloten met vuur. Op Sabbath gaan alle
poorten van de hel tijdelijk open en de daar verblijvende Nefesj mag tot aan de buitenste poort gaan om met andere Nefesj-zielelementen
om te gaan. Tot de dag van de wederopstanding blijven deze zielen in de hel.
De Hemelvaart
De zielen die een afstand naar de Hemel hebben afgelegd die evenredig is aan de daden tijdens hun leven op aarde, worden door
God bewaard tot het moment dat zij weer herenigd worden met hun lichaam. Dat is op het moment van de wederopstanding aan het
einde van de tijd. Wanneer er geen verlossing heeft plaats gevonden, zal de Nefesj met het lichaam worden verenigd en de Roeach,
die bij het lichaam in de aarde heeft moeten blijven, verenigd zich met Nefesj en Nesjamah. Deze laatste 2 moeten weer neerdalen
om het lichaam te verlichten. Hier wordt de Gilgul beschreven. Deze zielen gaan opnieuw in de kringloop van de wedergeboorte
en worden op deze manier opnieuw in een lichaam van een mens geplaatst. Wanneer een ziel bewust buitensporig gezondigd heeft,
kan het in dieren, planten of harde materie voortleven. Deze Gilgul-theorie wordt in het boek Sefer Bahir voor het eerst beschreven
dit zou een vorm van straf moeten zijn. Indien de ziel, na de 3e keer, niet de gewenste toestand bereikt, wordt de ziel gedwongen
een dolend bestaan te gaan leiden: Dibboek. De ziel die wel waardig wordt geacht, wordt betrokken bij het Grote Werk, het
herstel van de gehele schepping: Thikkoen.
3.3.6 Sjechinàh
De mens zou een tweeslachtig wezen zijn, volgens de kabbalistische opvatting. Volgens dezelfde opvatting zou God ook tweeslachtig
zijn. God zou zelfs maar half zijn, in ieder geval niet volledig. De uitspraak laat ons mens maken heeft, volgens de kabbalistische
opstelling, betrekking op de Sjechinàh. Ik ga daar niet te diep op in, omdat het in mijns inziens niet al te interessant
is.
De kabbalisten trekken tevens de bovengenoemde conclusie om de manier hoe Eva uit Adam geschapen is. De mens zou dus mannelijk
en vrouwelijk zijn. Wij zijn immers naar Gods evenbeeld geschapen. Dit wordt benadrukt met de opvatting dat je altijd in contact
moet blijven met het vrouwelijke gedeelte, opdat zijn geloof sterk mag blijven. Simpel gezegd: de man moet niet zonder de
vrouw door het leven gaan. De Sjechinàh wordt vertegenwoordigd door iedere levende vrouw. De man moet bij verre reizen
God
smeken de Sjechinàh op hem te laten rusten, zodat hij, in afwezigheid van zijn vrouw, geen onvolledige man hoeft te
zijn dat
zwak in zijn geloof komt te staan. De vrouw die thuis blijft, moet zich 6 dagen per week aan de Thorahstudie wijden. Daardoor
zal er een blijvende aandacht van God, d.m.v. de aanwezigheid van de Sjechinàh, voor de man zijn. De kabbalist denkt,
dat
hij dan op de juiste weg is om de bruidegom van de Thorah, dus de bruidegom van de Sjechinàh te worden.
Ik wil nog 2 dingen hierover zeggen:
De Sjechinàh is Israël, dus de bruidegom van de Sjechinàh is Jezus Christus (God).
Wij christenen zien God niet als tweeslachtig wezen. Hij is namelijk de Vader.
Toch vind ik, wanneer je een beetje kijk op het kabbalisme wilt hebben, ook de geloofsopvattingen van de kabbalist moet kennen,
ook al staan die soms lijnrecht tegenover die van de christen. Gilgul-theorie is ook iets wat haaks op de woorden van Jezus
Christus staat. Ik denk dat het zelfs haaks kan staan t.o.v. andere Joodse geloofstradities. Des al niet te min is het een
interessant en wijs gegeven, wat de kabbalist ons probeert te vertellen.
Kabbalah
4. DE KABBALAH IN DEZE TIJD
4.1 De Kabbalah in deze tijd
4.1.1..Mystiek, rationalisme en transformatie
4.1.2..Kabbalistische metafysica en mythologie
4.1.3..Mystiek en psychologie
4.1.4..Sefer ha-Zohar omschrijft de droom
De kabbalistische traditie is terug te brengen op 6 stellingen:
De ware transcendente (boven zekere grens uitgaand; bovenaards) God is niet de Schepper van het heelal en deze wereld. Hij
wordt aangeduid als de En-Sof, die alleen omschreven kan worden wat hij niet is. Hij is onbegrensd, daardoor zonder wil, zonder
verlangen, zonder plan.
De Schepper is de Sefiroth Kether, Hij emaneerde uit de En-Sof.
De Schepper heeft een vrouwelijke tegenhanger. Zij is het aspect van Hemzelf. Zij leeft in ballingschap op deze wereld: de
Sjechinàh.
De basiswet die alles beheerst, is de Wet van de tegenstelling.
De verlangde eenwording van het universum met het Goddelijke (het herstel van de oorspronkelijke eenheid), hangt af van de
verlossing van alle zielen en die verlossing hangt af van de eenheid van de tegenstelling.
Alleen de mens is instaat de ziel te verlossen. Hij moet kwaad als realiteit aanvaarden en hij moet ook de betekenis van het
kwaad kennen.
De laatste punt staat niet alleen haaks t.o.v. het christendom (alleen Jezus kan verlossen), het strookt ook niet binnen het
rabbijnse Jodendom.
4.1.1 Mystiek, rationalisme en transformatie
Mensen die zeggen dat de Kabbalah occult is, zouden niet weten waarover zij praten; aldus kabbalisten. Ik wil in dit laatste
gedeelte die gedachten gaan onderzoeken. Occult is een breed begrip. Binnen het christendom is occult alles wat van de tegenstander
van God komt, die de Heer op een sublieme wijze weet te imiteren en Hem te gruwelen van zijn daden. Die tegenstander heeft
zich reeds in het christendom geïnfiltreerd (zie verslag Occultisme en het Christelijke Geloof op deze site), waarom
zou hij
dat ook niet in het Jodendom gedaan hebben? Zij zijn immers het liefste volk van God? We gaan het nu onderzoeken en na dit
laatste gedeelte van dit verslag, zal ik mijn visie vanuit ervaring en inzicht geven.
Wat wel een feit is, is dat sommige schrijvers van de zogenaamde Kabbalah bij het grote publiek ervan weet te doordringen
dat Kabbalah nuttig en belangrijk is, omdat zij de leer van de Drie-eenheid aanhangen, wat zo fundamenteel is voor het christendom.
Ook zijn er lieden die de verlichte theorieën van Joodse mystici binnen de context van witte en zwarte magie behandelen.
Daardoor
ziet de publieke opinie dat de Kabbalah vaak als een geestelijke afwijking. Waak zien men de mysticus als een neuroot die
de werkelijkheid wilt ontvluchten.
Agadàh
Door de invoering van de legende, Agadàh, werd de kabbalisme oorzaak van grote geestelijke verandering in de Joodse
geschiedenis.
De Agadàh is de mystieke beleving van het judaïsme. De wijsgierige Halachàh kan het emotionele element
niet opbrengen, terwijl
dat emotionele element noodzakelijk is. Alleen door het mythisch ritueel van Kabbalah kon dit bereikt worden. Dit leidde tot
2 belangrijke probleemstellingen:
Wat voltrekt zich bij de transformatie?
Hoe kan een mythisch ritueel een dergelijke transformatie bewerkstellingen?
Transformatie
Dit is een moeilijk bovennatuurlijk concept wat moeilijk te realiseren is. Het is ongrijpbaar in kwantitatieve analyse of
deductieve (uit algemene wetten afleiden hoe verschijnselen zich in bep. gevallen voordoen) logica. Het is niet te beschrijven.
Mystici zeggen dat het een substantie (materie) is die in de mens bevindt als een gevangene die zucht om bevrijding, die via
transformatie realiseert. Middels transformatie bereikt de ‘ziel’ zijn verlichting, zijn bevrijding uit die gevangenschap.
De Agadàh is de emotionele benadering. Zij is het vuur dat de heersende tegenstelling aaneensmeedt.
Yin en yang
Wat is het midden van een tegenstelling? Evenwicht. Dit is het beginsel van yin en yang. Bij transformatie moet het ervaren
van de emotie ook in dat evenwicht zijn. Wanneer de emotie wordt beheerst en het evenwicht in ‘hetzelf’ wordt vastgehouden,
dan zal de emotie leiden naar een nieuwe dimensie (nieuw ervaringsgebied).
Oorsprong van emotie
De Agadàh schept een wereld waar pantheons (alle godheden te samen) van goden, engelen en machten zijn gehuisvest.
Vanuit
deze dementie verrijkt de meer tastbare wereld die de mens ervaart, haar structuur en geestelijke inhoud. De mystici geven
aan dat dit meer wezenlijke inhoud door het feit dat zij een ogenblik de mythe hebben ervaren.
Noodzaak van mythologie
De bedoeling van de mythe is juist aan de kringloop van de schepping te ontsnappen door verlossing: de transformatie van de
mens. De rabbijnse Jodendom ontkrachtte deze vitale expressie. Alleen de kabbalisten bleven deze gedachten van de noodzaak
van de beschreven mythologie vasthouden. Voor hun is de mythe, de Agadàh, niet uit de schepping weg te denken. De rabbijnse
Jodendom hield vast aan haar monotheïstisch (vereren van slechts één God) opvattingen. Kabbalisten zijn
gericht op natuurgericht
ritueel. Mens en natuur zijn beide aan één en dezelfde pulserende (zich periodiek uitzetten en weer inkrimpen)
vitaliteit
onderhevig zijn. Door de rabbijnse Joden wordt mythologie niet langer gezien als een Goddelijke wereld. In plaats daarvan
zag men haar als een niet te verklaren geheimtaal. Het fundamentele probleem voor hen is de onttroning van het Godsbeeld.
4.1.2 Kabbalistische metafysica en mythologie
De 4 basiselementen van de mythologie zijn:
Het eeuwige: de kern van het kabbalisme. De En-Sof is de eeuwige of oneindige. En-Sof kan alleen begrepen worden uit hetgeen
hij niet is.
De oorspronkelijke eenheid: En-Sof kan niet scheppen, omdat hij onbegrensd is. Hij heeft geen gedachte, geen wil, geen bedoeling
of verlangen. Ook dat zou hem begrenzen. Kether, de kroon, de 1e Sefiroth werd uitgedrukt door de En-Sof, doordat hij zich
emaneerde. In Kether ligt de blauwdruk en de essentie van de volgende Sefiroth. Kether zou de Schepper-God zijn. Zoals Kether,
de kroon van de Sefirothische boom is, is hij mannelijk en als hij schept, geschiedt dat door de 4 heilige boeken van het
hindoeïsme, de Veda’s, de Mahabharata, en de Ramayana, gelijk bij de Joden de Thorah. De En-Sof is dus onbegrensd en
had de
eindige wereld in zijn geest geschapen. Om dit te bereiken, schiep hij een tweede, een lagere God en zei hem het heelal te
schapen, volgens het plan die in zijn geest lag. Het is namelijk onmogelijk voor de En-Sof om zelf in actie te komen. Hij
komt in actie, via de lagere, 2e Godheid Kether. Vele geloofsstromingen, m.n. het Hindoeïsme, hangen dit gegeven aan.
Scheiding van de tegenstellingen; in het scheppingsverhaal, zoals de Zohar dit vertelt, wordt deze doorbraak gezien als een
punt, een bal van geconcentreerde energie, waarin alle nog komende activiteiten liggen opgesloten. Volgens de Zohar zullen
vanuit deze bal: deze monade (ondeelbaar bestanddeel) of dit punt in de ruimte, alle dingen hun bestemming krijgen. Zo ligt
het punt in deze ruimtelijke zin van de schepping waarop de 1e mens, Adam, geschapen werd, in het midden van de wereld en
is het op zichzelf het midden van deze wereld. Het is hetzelfde punt waar Adam is begraven de plek die ook de plaats is van
de hoeksteen van de tempel. Hier wordt de berg Golgotha aangetroffen, de schedel plaats, waar de Christus is gekruisigd. Dit
ruimtelijke punt, het centrum, is in en door alles, ook in de mens. Dit ruimtelijke punt, het centrum, is in en door alles,
ook in de mens. Ieder cultuur heeft zijn eigen verhaal, attributen, locaties en menselijke voorstellingen van het scheppingsverhaal,
maar de dynamische structuur van het scheppingsverhaal blijft constant. Het punt wordt ook wel de zaadgedachte of goddelijke
kiem genoemd, waarin alles wat nog komen moet besloten ligt. Dit punt wordt in de ruimte gekenschetst (omschreven) als de
1e manifestatie van de tegenstellingen die in dit punt besloten ligt. Dit punt wordt in de Zohar Resheth genoemd; het begin,
het startpunt nog voor het mysterie daar is. Nog een ander mysterie: toen de En-Sof vanuit het midden van de oneindigheid
dit punt voortbracht, gebeurde dat door expansie (uitbreiding) van zichzelf. Zijn lichaam is als ijle (dunne) toestand: ether
(bovenlucht, dampkring, hemel). Deze punt putte deze ether uit en vormde op die manier het licht. De Hebreeuwse letter Jod
staat voor dit punt. De Zohar vertelt dat dit licht zich voorbereidde en uit dit licht verschenen 7 vloeibare letters van
het alfabet. Op dat momnet verschijnt de duisternis en hierin ontstaan ook 7 vloeibare letters. Daaropvolgend het firmament
(uitspansel), dat voortkomt dat het licht en de duisternis met elkaar in conflict komen en eveneens 7 vloeibare letters met
zich meebracht. Op dat ogenblik kwamen de 7 letters van de duisternis op om opgenomen te worden in het firmament. Dit alles
nog steeds in vloeibare toestand. Op het moment dat het firmament verdichtte, namen de letters materiële vorm aan, aan
de
linker- en de rechterzijde. Op die manier vormen het 1e paar tegenstellingen in de schepping. Het komt er op neer dat wanneer
het punt in het begin zich manifesteert, alle tegenstellingen daarmee manifest worden, omdat zij allen in dit Resheth in potentie
aanwezig zijn. Dit was over de tegenstellingen, nu komen we op de scheiding. De 1e daad in de schepping was scheiding (Genesis
1: 6- 10). Eerst de scheiding tussen de wateren. De wateren symboliseren de chaos die aan de schepping vooraf ging. Daarna
volgde de scheiding van Hemel en aarde. Volgens kabbalistische traditie is het water van boven manelijk en het water van beneden
vrouwelijk. Pas na het scheiden van het water kon het aanvang van het scheppen van de wereld beginnen. Ook hier weer een paring
van tegenstellingen vanuit de scheiding van de tegenstellingen.
De eenheid van de tegenstellingen: in de Talmoedische literatuur leefde het idee van de Sjechinàh: het aspect van God
dat
in de wereld van de Schepping verblijft. In deze visie wordt de Sjechinàh opgevat als het actieve beginsel van God
in de dagelijkse
aangelegenheden van een volk, Israël in het bijzonder. Enerzijds wordt de Sjechinàh gezien als het verbannen Israël,
anderzijds
is zij de ziel van de mens die, samen met God, een éénheid wilt worden. Dit gegeven is de Kabbalah een systeem
van gnostische
(kennis, t.w. van God; benaming voor laat-hellenistische en vroeg-christelijke systemen om door wijsgerige beschouwing tot
de geloofsgeheimen en zo tot verlossing door te dringen) speculatie.
Voor de Joodse mystici gaf het Schrift een duidelijk bestaan van een vrouwelijk tegenhanger van God aan. Het begrip ‘wijsheid’
is representatief voor het vrouwelijk beginsel: ‘…de Here heeft mij tot aanzijn geroepen als het begin van Zijn wegen
vóór
Zijn werken vanouds af. Van eeuwigheid aan ben ik geformeerd, van den beginne, eer de aarde bestond…”…en Hij de
grondslagen
der aarde bepaalde, toen was ik een troetelkind bij Hem, ik was een en al verrukking dag aan dag, te allen tijde mij verheugend
voor Zijn aangezicht…’ (Spreuken 8: 22, 23, 30). M.a.w. zelfs vóór de verschillen, veroorzaakt door het
scheiden van de tegendelen,
was de vrouwelijke gezel bij de Heer. Tot zover deze citaten uit het meest gelezen boek ter wereld: de Bijbel.
Naar blijk hebben alle mystieke, religieuze en mythische stromingen grote overeenkomsten met elkaar. Alles wijst er op dat
er in het Goddelijke een dimensie bestaat die slechts gekend kan worden uit hetgeen zij niet is en het niet-ding is alles.
Boven dit onbegrensdheid stijgt het veld van eenheid uit, waarin de tegenstellingen, in potentie, liggen opgenomen. Uit de
scheiding van deze tegenstellingen in dit Goddelijk vlak, volgt dan de schepping met in zich besloten het eeuwige terug verlangen
naar de oorspronkelijke Goddelijke eenheid die d.m.v. de verlossing van het verbannen of gevallen deel in de strijd van de
tegenstellingen tot stand kwam. De taak van de mens ligt daar, zijn opdracht om deze eenheid tot stand te brengen door deze
tegenstellingen met elkaar te verzoenen.
De Kabbalah moet opnieuw benaderd worden: haar grondslagen en haar geschiedenis in het licht van meer recente benadering van
de Joodse mystiek, zoals die leeft binnen bijvoorbeeld het chassidisme.
4.1.3 Mystiek en psychologie
Er wordt wel eens gezegd dat de Kabbalah een mystieke psychologie is. kabbalisme is in dit geval het voertuig waardoor kennis
van het zelf en van God bereikt kan worden. De hoogte van die kennis, op die wijze, is zo hoog dat het zelfs de moderne wetenschap
verbazen zou. Dit wordt afgeleidt uit de moderne wetenschap die reeds uit kabbalistiek werd ontwikkeld. Doordat vele bestaande
stromingen met elkaar overeenkomen, betreft over macro- en microkosmos en omdat blijkt dat gevonden overeenkomsten een duidelijke
inhoud hebben, ligt het duidelijk dat de mens veel ingewikkelder in elkaar steekt dan men geneigd is te denken. Zo heeft zijn
mystieke achtergrond, volgens de kabbalisten, recht te bestaan.
Eenheid van mens en kosmos
Er is een relatie tussen de menselijke en de Goddelijke geest. Een relatie tussen mens en heelal en uit deze relatie blijkt
de eenheid van het geheel. Slechts 1 van de 4 werelden is in het bewustzijn en de rest ligt buiten bereik van de waarneming.
De rest van de werelden zijn van essentiële betekenis in het bewuste leven. Deze betekenis blijkt soms wanneer energie
van
de niet-bewuste werelden in de bewuste lagen doordringt. Die andere werelden zijn de werelden die de mysticus ervaart. De
monade, waardoor de energie van de niet-bewuste werelden doordringt in de bewuste wereld, is het knooppunt in ruimte en tijd
waarin de tegenstellingen zijn verenigd.
In de Kabbalah wordt er gezegd dat de hoogste wereld niet werkt zonder de wereld van de mens, de lagere wereld. Dit beginsel
hebben de Joodse mystici nooit uit het oog verloren. Dit beginsel staat voor het dagelijks lijden op deze wereld. De Joden
hebben dit lijden nooit ontvlucht. Zij onderzoeken de zin van het lijden door het lijden in al zijn facetten te doorstaan.
Dat is de ‘ondergang’ en ‘ verheffing’: de kern van het mystiek.
4.1.4 De Sefer ha- Zohar omschrijft de droom
Volgens de Zohar verklaren dromen het visoen. De droom kan worden opgewekt door het ritueel of een offerande met het doel
gebieden te betreden die in de normale omstandigheden niet toegankelijk zijn en buiten het bereik van het bewustzijn liggen.
De droom is, volgens de Zohar, slechts het 60e deel van een hele profetie. De mens wordt in de droom slechts hetgeen getoond
dat met dit 60e deel van de profetie overeenkomt en voor zover dit correspondeert met zijn aard. Wijsheid is synoniem met
de volle maan en het verlies van de wijsheid is hetzelfde als de afnemende maan. Van al die synoniemen die staan voor het
vrouwelijke beginsel van God, is de maan de belangrijkste en het meest gehanteerde. In de structuur van de droom blijkt het
duidelijk dat er een betrekking is met de Sjechinàh, die zich steeds meet ver bergt naarmate de mens zondigt. Kabbalistisch
gesproken neemt de maan, de Sjechinàh (het vrouwelijke beginsel) de werking van dit goddelijk begeleidend beginsel
in de droom
af: naarmate de mens zich in de natuurlijke driften verdicht. Wanneer het volle maan is in het zielenleven van de mens, dan
is er rechtstreeks contact met het goddelijke, zonder tussenkomst van dromen mogelijk.
Mythe en de droomsymbolen
Succesvolle droomuitleg vereist kennis van modellen die in de mythologie besloten liggen. Het eist inzicht in de basisverhouding.
Voor dit alles heb je ‘wijsheid van Salomo’ nodig. Op de mens van tegenwoordig, wordt enerzijds het beroep gedaan zichzelf
waar te maken uit hetgeen wat hem van binnenuit drijft: een realisatie die van uit zichzelf tot stand kan komen via de mythe,
de ware kern van zijn bestaan. Anderzijds wordt deze mens aangezet de oude mythe te doen herleven en de sluimerende, maar
gevangen geest vrij te maken. De bevrijding is alleen maar mogelijk d.m.v. disciplines van de huidige wetenschap en daarvoor
is het noodzakelijk dat de mythe geplaatst wordt in de wetenschappelijke context van de onvoorwaardelijke erkenning als levend
en alles beheersende beginsel. Door erkenning van het licht kan de hedendaagse mens ook bijdragen aan herstel van dat licht
in deze wereld. De hedendaagse Kabbalah kan niet bestaan zonder de Kabbalah van vroeger. Het kan niet bestaan zonder vanuit
deze oerbron van de Joodse mystiek gevoed te worden.
BOOM VAN KENNIS VAN GOED EN KWAAD UIT 1785
Uit geheime figuren der Rozenkreuzer
5. EPILOOG
Buiten het feit of het waar of niet waar is, goed of slecht; ik heb genoten van dit wijs boek. Er zijn zaken waarvan ik als
christen moet concluderen dat deze niet van God Zelf komen, maar van de andere kant. De stem hoeft niet de stem van God te
zijn. Het is algemeen bekend dat satan in het christendom geïnfiltreerd is (zie New Age en de antichrist en Occultisme
en
het christelijke geloof verslagen op deze site), maar vooral de Joden zijn een doorn in satans oog en mijn vraag luidt: “waarom
zou satan zich in het Jodendom niet geïnfiltreerd hebben?” de volgende punten baseer ik op verkeerde ingevingen uit de
wereld
van de Kelippoth:
Dat bóven de Schepper God, onze Vader, de En-Sof staat. Een macht en kracht die boven onze Vader God staat, is in mijn
ogen
volsterkte onzin. Satan wilt ons met ‘liefde’ overtuigen dat de Vader, op wie wij met ons hebben en houwen in vertrouwen,
niet de machtigste Wezen is, Die boven alles staat. Hij zou beperkt en dus begrensd zijn. Vergeet niet dat satan Gods macht
en positie benijdt!
Bij de Maässieth, de praktische Kabbalah, is de mystiek bijzonder belangrijk, m.n. meditatie; de reis naar de Merkavàh
(Troon
Gods). De mysticus zou uiteindelijk God kunnen aanschouwen. God laat Zich niet aanschouwen. Sterker nog: het is dodelijk voor
ons (in trance of niet) Hem met onze menselijke ogen te zien. Daarbij stel jij je tijdens meditatie je geest voor het goede,
volgens zeggen, open. Ondertussen ben je een prachtig doelwit voor demonen (zie Occultisme en het christelijk geloof: zijlijnen
en gevolgen van het occultisme).
Hoe het kwaad in de wereld kwam, d.m.v. de stelling van de Sjeviràh (het breken van de schalen: de Luriaanse visie),
is verre
van de Waarheid. Het kwaad kwam in de wereld door toedoen van satan zelf; m.n. zijn hoogmoed. Daarbij komt het ook door de
structurele, verkeerde keuzes van de mens. De verlossing kan ook niet via zelfverlossing gebeuren. Jezus Christus, is de Weg,
de Waarheid en het Leven en via Hem kunnen wij nu bij God komen. Hij lijdt ons tot de Vader. Zijn bloed verloste ons van het
oordeel. Door Hem kunnen wij verlossing ontvangen.
Er wordt geopperd dat God tweeslachtig is. Een mannelijk wezen kan niet tweeslachtig zijn. Dan zou God ons nooit vertellen
dat Hij de Vader is en Hij zal i.p.v. met Hij, met Het moeten worden aangesproken.
En zo zijn er meer zaken waar je vraagtekens achter mag plaatsen. In het verslag Vrijmetselarij de Kabbalah, ga ik nog dieper
in de gevaren van de Kabbalah.
Uiteraard zijn er zaken waarin ik me heel erg goed kan vinden. Anders zou ik hierin niet verdiept hebben. Het is een mooie
opvulling en verrijking van mijn geloof en veel dingen zorgen ervoor dat ik meer vat heb op het Ongrijpbare Wezen God. Vergeet
niet: dit is de Joodse Kabbalah. En de Joden zij Gods volk. En ik zou me goed kunnen indenken dat God het tipje van sluier
net iets hoger optrekt voor Zijn volk, zeker om het feit dat wij de Messias al mochten ontvangen en zij Hem misliepen. Hier
komen de extra opgetrokken tipjes:
Ik geloof dat de theorie van de Sefiroth van het Sefer Jetsiràh de manier was hoe onze Schepper God, de enige ware
God het
universum en de wereld geschapen heeft (zie de Sefiroth).
Ik ben bereid aan te nemen dat de 10 Sefiroth bestaan, maar dan wel als emanatie van de Schepper God en niet die van de En-Sof.
Ook geloof ik in het bestaan van de 4 werelden met het verband met de 10 Sefiroth.
In de Kabbalah is de vrouwelijke aspect van God, de Sjechinàh, tweeërlei uitlegbaar:
Enerzijds is de Sjechinàh de vrouwelijke aspect van God, een wezenlijk aspect. Dit verwerp ik.
Anderzijds is de Sjechinàh het verbannen Israël, de ‘overspelige’ vrouw van God. Met de volgende Bijbelpassages
kan ik dit
gegeven bevestigen. ‘Dit zegt de Heer: “Ik herinner Me hoe trouw je was toen je nog jong was, hoe je van Mij hield, toen je
Mijn bruid was; hoe je Me volgde door de woestijn, dat onvruchtbare land. Israël, alleen Mij was je toegewijd”…’
(Jeremia
2: 2 en 3). ‘Israël, Ik wil je maken tot Mijn bruid, Ik wil je winnen voor altijd met recht en met gerechtigheid, met
liefde
en bewogenheid. Ik wil je voor Mij winnen met trouw, jij zult je toevertrouwen aan Mij, de Heer.’ (Hosea 2: 21 en 22). En
zo kan ik nog 9 andere verzen noemen, waarin de Heer, de Vader, de enige ware God Israël als Zijn bruid kiest.
De 3 methoden van interpretatie, het profetisch kabbalisme, kunnen heel goed bepaalde Bijbelcodes en Goddelijke Namen berekenen.
God zal de Jood, dat vorm van wijsheid, makkelijk kunnen inspireren.
De oorsprong van de ziel en de man-vrouw deling kunnen heel goed waar zijn en ik geloof dat ook. Ook in het eerste gedeelte
van het wezen van de mens wordt vermeld dat de zielen, reeds voor het bestaan van het lichaam, bij God in de Hemel leefden.
Alleen al het feit dat geloven niet zeker weten is en dat de meeste geloofsstromingen uit intuïtie dezelfde basis vormen.
Bijna iedereen verlangt naar het hiernamaals om weer thuis te komen. Hoe kan het nu dat de meeste mensen van de wereldbevolking
dezelfde basisgeloof en hoop hebben? Hoe kan het dat de mens an sich de drang hebben om iets of iemand te aanbidden? En zo
kan ik meer van zulke stellingen en vragen vermelden.
De Kabbalah laat ons zien hoe een wijs volk de Joden is; zo intelligent, zo verfijnt; dat kan alleen bij het volk van God
ontstaan. De Kabbalah is een goed boek, dat je geloofsbelevenis verrijken kan, maar doe het met de Here Jezus in je hart,
zodat de Heilige Geest altijd bij jou de ruimte heeft je bij te sturen met hetgeen wat kan en niet kan.
AMEN
Deze samenvatting is geschreven en bewerkt door Kirsten van Dijkhuizen- Van Calck
n.a.v.
Kabbalah, an introduction and illumination for the world today door: Charles Poncé
Je kunt meer over de Kabbalah lezen in het verslag “geschiedenis van God”!
Een Kabbalistisch boek waarover je meer kunt lezen is “de Sefer Jetsiràh”!
Een ander verwant artikel is:”orde van de Schepping”!