Vergeten uitvindingen onderdrukt door de parasitaire opperheren
In 1866 introduceerde Augustin Mouchot ’s werelds eerste parabolische zonnepaneel en gebruikte het later om kranten te drukken in de Tuilerieën in Parijs.
Link: https://nl.wikipedia.org/wiki/Augustin_Mouchot
Aan het einde van de 19e eeuw gebruikte de farmacoloog Raphaël Dubois fotobacteriën om licht te produceren. Tientallen jaren later werkte Nikola Tesla aan een systeem dat energie draadloos, goedkoop en over lange afstanden zou verzenden.
In 1947 maakte Jean Laigret bekend dat hij een bacterie had geïdentificeerd die olie produceerde en zo organisch afval in olie kon omzetten. Zijn patent werd nooit een big business en werd vergeten.
Andere energie-efficiënte ideeën zijn verrassend alledaags maar worden nog steeds over het hoofd gezien: de snelkookpan, de Japanse kotatsu om je voeten en benen warm te houden in de winter…
en het Potato Patch Plan, in 1894 gecreëerd door de burgemeester van Detroit, Hazen Pingree, om arme mensen te helpen een volle kookpot, of locaties in stedelijke gebieden voor voedselteelt (besparing van energie en kosten voor verpakking, transport, verwerking en verkoop van producten).
Anderen, zoals gloeilampen die meer dan honderd jaar meegaan en alkalibatterijen die tot 25 keer kunnen worden opgeladen, hadden geen schijn van kans bij de parasitaire overheersers.
Na zes jaar werk creëerden Augustin Mouchot en zijn assistent Abel Pifre in 1866 ’s werelds eerste parabolische zonnepaneel.
Het apparaat van Mouchot, ontwikkeld vijftien jaar voordat de commerciële elektriciteitsopwekking begon, werd in Parijs gebruikt om pompen aan te drijven, kranten te drukken en zelfs ijs te maken.
Er zijn door de jaren heen talloze uitvindingen gedaan die veel potentieel hadden maar om verschillende redenen nooit op de markt zijn gebracht. Hier zijn enkele van de meest opmerkelijke voorbeelden:
- Waterstofbrandstofcellen voor consumentenauto’s: Waterstofbrandstofcellen hebben het potentieel om schone energie te leveren voor voertuigen, maar de infrastructuur en kosten hebben hun brede adoptie belemmerd.
- De Flux capacitor (uit Back to the Future): Hoewel dit een fictieve uitvinding is uit de film “Back to the Future,” zou een werkende flux capacitor in staat zijn om tijdreizen mogelijk te maken, als dat ooit haalbaar zou zijn.
- De Dyson Sphere: Dit is een theoretisch concept waarbij een geavanceerde beschaving een gigantische constructie om een ster zou bouwen om alle beschikbare energie op te vangen. Het is nog nooit in de praktijk gebracht vanwege de immense technische uitdagingen.
- De Apple Pippin: Deze gameconsole werd in de jaren 90 ontwikkeld door Apple maar flopte en werd snel stopgezet vanwege gebrek aan succes.
- De Segway Human Transporter: De Segway was een innovatieve persoonlijke transporter die zelfbalancerend was, maar hij slaagde er nooit in om op grote schaal populair te worden.
- De Tucker ’48: De Tucker ’48 was een revolutionaire auto uit de jaren 40 met baanbrekende veiligheidskenmerken, maar financiële problemen en juridische geschillen zorgden ervoor dat slechts een handvol exemplaren werden geproduceerd.
- De Sinclair C5: Dit elektrische voertuig uit de jaren 80 werd beschouwd als een futuristisch alternatief voor auto’s, maar het bleek te gevaarlijk en onpraktisch voor dagelijks gebruik.
- De IBM PCjr: Deze personal computer werd in de jaren 80 uitgebracht door IBM maar slaagde er niet in om dezelfde populariteit te behalen als de IBM PC.
- De Google Glass (oorspronkelijke versie): Hoewel Google Glass later is herzien en gericht op zakelijke toepassingen, werd de oorspronkelijke consumentenversie in 2013 stopgezet vanwege zorgen over privacy en acceptatieproblemen.
- De Apple Newton: Deze vroege PDA (Personal Digital Assistant) werd uitgebracht in de jaren 90 maar werd stopgezet vanwege technische beperkingen.
Deze uitvindingen tonen aan dat zelfs innovatieve concepten niet altijd de verwachte acceptatie en succes bereiken, vaak vanwege technische, financiële, of marktgerelateerde uitdagingen.
