Ook lichaam doet aan embryoselectie
Ook lichaam doet aan embryoselectie
Voor een embryo zich mag nestelen in de baarmoeder, moet het een test doorstaan. Het moet een stofje uitscheiden waarmee het aantoont gezond te zijn. De moeder voert op die manier een soort embryoselectie uit.
Dat schrijven onderzoekers deze week in Scientific Reports.
Ze toonden dit aan door stoffen, afkomstig van matige en goede embryo’s, te isoleren en zowel in vrouwen als in kweekschaaltjes de reactie van baarmoederweefsel te meten.
In het stadium waarin het embryo de test aflegt is het nog slechts een klompje cellen. De mate van ordening van die cellen bepaalt de kans van slagen. Misvormde embryo’s worden dus afgekeurd.
Het woord embryoselectie is bekend uit de medische praktijk. Stellen met een of meerdere genetische afwijkingen kunnen ervoor kiezen hun kinderen te laten verwekken via reageerbuisbevruchting. Een arts onderzoekt de embryo’s na bevruchting op de erfelijke afwijkingen en plaatst de ‘goede’ embryo’s in de baarmoeder.
De nieuwe ontdekking bewijst dat het lichaam iets soortgelijks doet, al zijn de criteria die het hanteert niet dezelfde als die van de arts.
De ontdekking is ook relevant voor stellen met vruchtbaarheidsproblemen. Die kunnen soms worden veroorzaakt door een te strenge of te lakse selectie: er wordt dan een geschikt embryo afgewezen of een ongeschikt embryo geselecteerd. Zo’n misvormd embryo wordt vervolgens vrijwel altijd alsnog afgestoten. Vijftien procent van de geregistreerde zwangerschappen leidt tot een miskraam.
Door: NU.nl/Jop de Vrieze
