Wetenschappers hebben ontdekt dat dieren denken en voelen als mensen
Wetenschappers hebben ontdekt dat dieren denken en voelen als mensen
Een team van onderzoekers heeft een nieuwe aanpak gepresenteerd om ons begrip van het bewustzijn van dieren te verdiepen. Dit kan nieuwe inzichten opleveren in de overeenkomsten en verschillen tussen levende organismen.
De studie presenteert een ‘markermethode’ voor het beoordelen van het bewustzijn van dieren. Bij deze aanpak worden gedrags- en anatomische kenmerken geïdentificeerd die verband houden met bewuste verwerking bij mensen. Vervolgens wordt onderzocht of soortgelijke kenmerken ook voorkomen bij niet-menselijke soorten. Wetenschappers zijn van mening dat de ontwikkeling van de wetenschap van het dierlijk bewustzijn kan helpen fundamentele vragen over de aard van het bewustzijn zelf op te lossen en zo ons begrip van de menselijke geest te verbeteren.
“Wanneer mensen en andere dieren zich op een vergelijkbare manier gedragen, en wanneer de beste verklaring voor dat gedrag bij mensen bewuste ervaring betreft, dan kan dat worden beschouwd als bewijs voor bewuste ervaring bij andere dieren”, aldus Christine Andrews, hoogleraar filosofie aan de Universiteit van York, Jonathan Birch, hoogleraar filosofie aan de London School of Economics and Political Science, en Jeff Sebo, hoogleraar milieustudies aan de Universiteit van New York.
De publicatie volgt bijna een jaar na de New York Declaration on Animal Consciousness, waarin wetenschappelijk bewijs werd geleverd voor het bestaan van bewustzijn bij alle gewervelde dieren en veel ongewervelden, naast andere soorten. De verklaring, opgesteld door Andrews, Birch en Sebo, is inmiddels ondertekend door meer dan 500 wetenschappers en andere onderzoekers over de hele wereld.
Filosofen als Jeremy Bentham en wetenschappers als Charles Darwin hebben zich beziggehouden met vragen over het bewustzijn van dieren, terwijl John Stuart Mill halverwege de 19e eeuw het probleem van een brede beoordeling van het bewustzijn onderkende. Tot in de 21e eeuw is er nog steeds geen betrouwbare theorie over het bewustzijn bekend. Bovendien bestaat er nog steeds onenigheid en onzekerheid over de reikwijdte van het bewustzijn in het dierenrijk.
In hun onderzoek beschrijven Andrews, Birch en Sebo een aanpak die inhoudt dat ‘een bepaalde dimensie van het bewustzijn wordt geïdentificeerd’, zoals het voelen van pijn of het zien van een object, en dat vervolgens ‘wordt gezocht naar bewijs dat dergelijke markers aanwezig (of afwezig) zijn bij de doelsoort’. Vervolgens pleiten ze voor nieuwe onderzoeksrichtingen, waaronder het meten van bewustzijn los van pijnervaring en niet-invasieve methoden van wetenschappelijke kennis.
Ze erkennen echter de beperkingen van individuele markers die op zichzelf als sterk bewijs kunnen dienen. “In hoeverre een bepaalde marker het vertrouwen in bepaalde dimensies van dierlijk bewustzijn kan vergroten of verkleinen, hangt af van de context. Taalkundig gedrag is bijvoorbeeld een kenmerk van bepaalde soorten bewuste gedachten en emoties bij mensen. Maar zoals blijkt uit grote taalmodellen die menselijke conversatie nabootsen, is taalkundig gedrag op zichzelf geen sterk bewijs voor bewustzijn in niet-menselijke systemen,” aldus de wetenschappers.
Ondanks deze uitdagingen benadrukken de auteurs het belang van voortgezet onderzoek. “Het idee dat alle gewervelde dieren en veel ongewervelden een reële mogelijkheid tot bewustzijn hebben, kan uiteindelijk worden vervangen door een zelfverzekerdere taal. Maar hoewel het bewijsmateriaal beperkt en gemengd blijft, is het belangrijk om open-minded te blijven en ernaar te streven meer te leren,” concludeerden de wetenschappers.
Eerder hadden onderzoekers aangetoond dat katten rouwen om de dood van andere huisdieren, zelfs honden. Sommige huisdieren hadden moeite met in slaap vallen, weigerden te eten of maakten blaffende geluiden. Anderen bleven dichter bij hun baasjes of gaven hun favoriete spelletjes op.