Mei
Mei
Onweer in mei,
Maakt de boeren blij.
~*~
Gaan de eikels in mei goed bloeien,
Zal ook al het andere volop gaan groeien.
~*~
Een natte mei,
Geeft boter in de wei.
~*~
Is in mei het weer mooi,
Dan ziet de boer maar weinig hooi.
~*~
Het weer wat koel en een buitje erbij,
Dat maakt in mei de landman blij.
~*~
Is mei nat,
Een droge juni volgt zijn pad.
~*~
Het einde van mei,
Is het staartje van de winter.
~*~
Vliegen de vleermuizen ’s avonds rond,
Dan brengt mooi weer de morgenstond.
~*~
Morgenrood,
Water in de sloot
~*~
Hoe feller de vlieg en horzel steken,
Hoe eerder het onweer los zal breken.
~*~
Geen zaterdag zo kwaad
Of de zon schijnt vroeg of laat
~*~
Regen in Walpurgisnacht (1 mei)
heeft steeds de kelders vol gebracht
~*~
Afwisselend zon en regen,
Dat is de boer zijn zegen
~*~
Overvloed van dauw
Maakt de hemel blauw
~*~
IJsheiligen (11 t/m 14 mei) hebben
Harde koppen.
~*~
Voor IJsheiligen bloemen buiten: Veelal kun je daarnaar fluiten
Wacht af tot ze zijn voorbij
Dan ben je met je bloemen blij
~*~
Een koude mei,
Een gouden mei
~*~
Meikeverjaar ,
Goed jaar
~*~
Mei
- In mei een warme regen, betekent vruchtenzegen
- Onweer in mei, maakt de boeren blij. Mei kever jaar goed jaar.
- Als het onweert in mei, valt er vaak hagel bij.
- Is mei nat, een droge juni volgt zijn pad.
- Als het dondert in mei, valt er dikwijls regen bij.
- Mei koel en te nat, brengt koren in het vat.
- Een koude maand mei, een gouden mei.
- Avonddauw en zon in mei, is hooi met karren op de wei.
- Is het weer in Mei te mooi, dan krijgt de schuur maar weinig hooi.
- Een natte mei geeft boter in de wei.
- Mei niet te koud en niet te nat, vult de schuur en ook het vat.
- Kan vriezen in mei tot de ijsheilige voorbij zijn.
- Een bijenzwerm in mei,is een goed teken voor de wei.
- Mei tot jubelmaand verkoren, heeft toch rijm achter de oren.
- Het onweer in de schone mei, doet het koren bloeien op de hei.
- Heden schupjes, morgen drupjes.
- Als is Marmertus oud en grijs, houdt hij van vriezen en van ijs.
- Voor ijsheilige de bloemen buiten, veelal kan je daar naar fluiten, wacht of tot ze zijn voorbij, de bloemen zijn dan blij.
- Roept de houtduif keer op keer, dan komt er vast en zeker mooi weer.
- Scheert de zwaluw over water en wegen, dan komt of blijft er wind en regen.
- De zonne in de meie, zet oude lieden aan het vrije.
- IJsheilige hebben koude koppen.
- Als de eikels in mei gaan bloeien, zal alles volop gaan groeien.
- Wie nu zijn koren zaait, voelt zich later niet bekaaid.
- Zoele mei, boerengeschrei.
- Pancras, Servaas en Bonifaas, ze geven vorst en ijs helaas.
- Nachtvorst in mei, houdt jonge groen niet schadevrij.
- Regen en wind in het midden van mei, maakt de boeren vast niet blij.
- Als de Bij naar huis toe vlucht, zit er regen in de lucht.
- Meiregen op het zaad, is goud op de plaat.
- Hoe meer onweer in mei, zoveel minder in de herfst..
- Kamille geur in mei, brengt de zomer dichterbij.
- In mei staat het vast, zijn vaak de en de hoed tot last.
- Weest op uw hoede, en wacht nu wel, mei baart dikwijls kattenspel.
- In mei nat, een droge juni volgt haar pad.
- Mei nat, spek in het vat.
- Onweer in mei, gras in de wei.
- Zingt de vink vroeg in de mei morgen, dan zal die dag voor regen zorgen.
- Avonddauw en zon in mei, hooi met karren uit de wei.
- Krimpende wind, Stinkende wind.
- Broedt de spreeuw vroeg in april, er is een schone mei op til.
- Als het op Sint Filippus(1) regent, is de oost gezegend.
- Sint Urbanus(25) en de zon,wijn in de ton.
- Is het klaar met Petronel(31), dan meet men vlas met een el.