Den Geliefde van voorheen
Den Geliefde van voorheen
De liefde
Is niet zo simpel naar het scheen
Waar voorheen geliefden
Wegduiken als in blozende welvalligheden,
aan gedachten die hun zielen voor eeuwig zullen achtervolgen
Waarbij blikken en blozen
de verrader bleek
van diepzinnige dromen
En stoutzinnige gedachten
Die in hun dromen uiteen spatten
Gelijk de wens die zij hadden
Eenmalig te gaan
Om nooit meer terug te keren
Naar de bron van hun bestaan
En hun zielen
betoverd
Veroverd
Droomden zij in al hun getrouwde jaren
Nog over een ooit en toen
Was een blozing
In jaren
Later
een bewijs
Van genoegdoening
Van beloftes in fluisteringen
in nachtelijke uren
Bezwete lichamen
Urenlang elkaar voorzagen
Van liefdevol
Egoïsme
Voor het zelfgenoegzame ego
Dat meer wenste dan
Dat alleen
en zij wist
Maar hij was dom genoeg verblind
Door zijn blonde ogen
en blauwe haren
Alsof hij de kleine smurf was
en zij
toverde hem om
In andersom
Oh de spijt ten heden dage
Verlorenheid
Niemand die zo dichtbij kwam
in zijn ziel
Zo close
niemand
meer dan
Zij alleen