Jezus en zijn uiterlijk
Er is een interessant manuscript gevonden in de bibliotheken van Rome. Publius Lentulus, een Romeins Senator en Gouverneur van Judea, tijdens de regeerperiode van Augustus, schreef een brief aan de keizer.
Hierin gaf hij een beschrijving van Jezus.
De brief is vertaald en dit werd er geschreven.
“Publius Lentulus, de gouverneur van de inwoners van Jeruzalem aan de Romeins Senaat en Mensen, groet u.
In onze tijd is verschenen een man van grote kracht, genaamd Jezus Christus.
De mensen noemen hem de profeet van de Waarheid.
Zijn discipelen noemen hem de Zoon van God. Hij doet de doden opstaan vanuit de dood (Misschien vanuit een coma in die tijd?)
Hij geneest de zwakken (Zieke mensen).
Hij is een man van gemiddelde grootte. Hij heeft een eerbiedwaardig aspect en zijn toeschouwers zijn zowel bang van hem maar ook houden zij van hem.
Zijn haarkleur heef de kleur van een rijpe hazelnoot, zijn haar is stijl en lang, maar onder de oren golft zijn haar in krullen, met een blauwachtige glanzende gloed.
Het haar draagt hij in een scheiding op het midden van zijn hoofd, naar opzij.
Het kapsel zoals bekend is bij de Nazarenen.
Zijn voorhoofd is glad, en hij ziet er opgewekt uit, hij heeft geen rimpels of vlekken op zijn gezicht, maar een gezonde rose teint. Zijn mond en neus zijn perfect.
Hij draagt een overvloedige baard, niet te lang, in de kleur van zijn hoofdhaar, verdeeld over zijn kin. Hij ziet er eenvoudig uit en volwassen, en zijn ogen zijn veranderlijk en helder.
Hij is heftig in zijn oordeel, liefdevol en beminnelijk in zijn waarschuwingen. Vrolijk en opgewekt. Hij werd niet bekend om zijn gelach, maar juist om het feit dat hij vaak moet huilen. Zijn gestalte is recht, zijn handen en armen mooi om te zien. Zijn gesprekken zijn ernstig, zeldzaam en vol bescheidenheid.
Hij is het mooiste mensenkind ooit.”
—
Men heeft veel gezegd over deze brief, omdat men twijfelde aan zijn echtheid, sommige uitdrukkingen, zijn vanuit de Herbreeuwse taal ontstaan en het is vreemd dat een Romeins persoon deze woorden zou gebruiken. Ze noemen het dus twijfelachtig.
Maar voor hetzelfde geld kende deze Publius ook de Hebreeuwse taal, en had hij vrienden en of familie die Hebreeuws waren van oorsprong?